Sarah Vanagt maakt documentaires waarin kinderen vaak fungeren als liaison tussen leven en dood. Haar afstandelijke manier van filmen maakt dat haar werk beter beklijft dan veel ‘confronterende’ documentaires van journalisten.
Het straatrumoer van voorheen is verdwenen. Met de komst van curator Roel Arkesteijn in 2008 is Museum Het Domein in Sittard teruggekeerd naar het concept van de witte doos waar we, doorgaans in stilte, de jongste snufjes van de hedendaagse beeldende kunst kunnen consumeren. Maar nu even niet. In de toonzaal van het museum hangen zwarte gordijnen, in de donkerte staan filmschermen in een parcoursachtige opstelling.
Het museum als bioscoop? Voor degenen die het concept van het museum als witte doos als vanzelfsprekend zijn gaan beschouwen, is het wennen. Nauwgezette volgers van de actuele kunst weten inmiddels beter. Steeds vaker worden ze onthaald op presentaties vol zwarte dozen waar ze, gelokt door de bewegende beelden op een filmscherm, in het pikkedonker op zoek gaan naar een zitplaats – als die er is.
Is de beeldende kunst overgenomen door de cinéma? Nee. Wel is het zo dat de huidige generatie kunstenaars multimediaal is: ze zoeken bij elk project een passend medium. Niet ver van deze pagina treft u artikelen aan over een fotograferende en schilderende regisseur (David Lynch) en een expositie van een ontwerper van cd-hoesjes (Stanley Donwood, Radiohead). Niet te missen: A Single Man, de Oscar-genomineerde film van mode-icoon Tom Ford. Kunstenaars van nu beeldhouwen met film en schilderen met foto’s, het publiek kijkt er al lang niet meer van op.
Langs en over die vervagende scheidslijnen opereert ook Sarah Vanagt (Brugge, 1976) wier eerste solo-expositie nu te zien is in Het Domein. Vanagt volgde geen kunstacademie maar studeerde geschiedenis in Antwerpen, Groningen en Sussex (GB), en knoopte er vervolgens een filmstudie in Londen aan vast. Die achtergrond is zichtbaar in Pocket Cinema, zoals haar expositie in Sittard heet. Vanagt is een van die jonge Vlaamse kunstenaars met grote interesse in het koloniale verleden van België. De meeste films in Pocket Cinema getuigen van haar speurtocht naar die erfenis. Maar eerst stuiten de bezoekers op een reclameclip van Bébé Rico, een animatiefilm waarop een baby met de motoriek en de bespraaktheid van een volwassene al zingend de geneugten van de Bébé Rico-geurtjes aanprijst. De clip heeft in de voormalige Belgische kolonie Congo een politieke lading, Bébé Rico is de bijnaam van president Joseph Kabila.
In Vanagts Afrikaanse films blijft de postkoloniale erfenis in Congo en Rwanda in allerlei vormen terugkeren, meestal in de belevingswereld van kinderen. In Kleine olifant is er een ontroerende monoloog van een zevenjarig Belgje tegen een opgezette olifant. In History Lesson probeert een gedreven leraar in Congo zijn klas een definitie te ontlokken van het woord genocide; op zoek naar de schuldvraag komt hij niet uit bij Hutu’s en Tutsi’s, maar bij ‘de duivel’. In Les mouchoirs de Kabila bouwen kinderen spelenderwijs aan een eigen stad op de lavaruïnes in de grensstad Goma. Ze doen wat alle kinderen doen na een oorlog: tussen de puinhopen zoeken naar speelgoed om een nieuwe, eigen wereld te bouwen. Ze spelen een begrafenis, een politiearrestatie, en oorlog, uiteraard. Uiteraard? Kinderen in West-Europa, waar al zestig jaar geen oorlog meer was, doen dat óók. Met door global companies geproduceerde digitale en door hun ouders aangeschafte wargames waar het verschil tussen leven de dood schuilgaat onder rusteloos over buttons dansende duimen.
In de tijdelijke darkroom van Het Domein heeft curator Roel Arkesteijn de Afrikaanse films van Vanagt bijeengebracht in een filmbeeldenroute, met de overal hoorbare vrolijke tonen van de Bébé Rico-reclameclip als auditieve cement tussen de stenen. Voor Sarah Vanagt zelf, die in het weekend na de opening naar Sittard afreisde om haar werk te introduceren bij haar driejarig zoontje, is zo’n museale opstelling weer wennen, nu ze bezig is met een documentaire over de multiculturele Ieperstraat in Brussel. “Ik voel me in de eerste plaats documentairemaker, ik werk voor de cinéma. Pas bij Les mouchoirs de Kabila ben ik gaan nadenken over het idee van meerdere schermen. Daar is uiteindelijk dit parcours uitgerold, ik ben daar heel content mee.”
Dat geldt nog meer, zo laat ze doorschemeren, voor de andere, niet verduisterde zaal in Het Domein waar ze Ash Tree laat zien, een op vijf schermen getoonde sferische filmflarden van het Londense kerkhof St. Pancras, waar halverwege de 19e eeuw een nog jonge Thomas Hardy (toen nog geen schrijver) toezicht had op een gedeeltelijke ontruiming van de graven voor een aan te leggen spoorlijn. Op de grafstenen van datzelfde kerkhof, zo wil het verhaal, had een halve eeuw eerder Mary Shelley, auteur van Frankenstein, zichzelf als kind leren lezen. Vanagts fascinatie als historicus voor deze door elkaar lopende geschiedenissen wordt hier gesublimeerd in bedachtzame beelden vanuit een perspectief dat letterlijk om de materie heen cirkelt. Het contrast met de ‘Afrikaanse films’ zit hem, behalve in de presentatie – Ash Tree wordt getoond in een ‘witte doos’ -, ook in de poëtische benadering van de thematiek: het kind als liaison tussen leven en dood. En al even meesterlijk is de ingenieuze opstelling van de filmschermen: als ijsschotsen bij kruiend ijs. Net als de grafstenen rond de Ash Tree op St. Pancras.
Still uit Ash Tree van Sarah Vanagt. foto Het Domein
Sarah Vanagt, Pocket Cinema. Van 23/1 t/m 11/4 in Museum Het Domein in Sittard. www.hetdomein.nl