Het publieke debat in Nederland over de 17de en 18de eeuwse slavenhandel strekt zich inmiddels ook uit tot de musea. De schaduwzijden van het nationale verleden worden breed uitgemeten, musea vullen hun zalen met pogingen tot rehabilitatie.
Ook België heeft een koloniaal trauma. Het heet Congo en woekert als een veenbrand. Zo laat de historische evaluatie van het schrikbewind van koning Leopold II, die Congo tussen 1880 en 1908 in privébezit had, nog steeds op zich wachten. Leopolds handel en wandel zou tien miljoen Congolezen het leven hebben gekost, een genocide die weinig aandacht krijgt.
Het debat over Congolees erfgoed in België – is het ‘roofkunst’ of niet? – is van een andere orde. De tentoonstelling 100 x Congo in het Museum aan de Stroom (MAS) in Antwerpen gaat er op een open en volwassen manier mee om. Alleen al de stad Antwerpen heeft zo’n 15.000 Afrikaanse kunst- en gebruiksvoorwerpen in bezit, waarvan 5000 uit Congo.
Waarschijnlijk stamt de helft van de stedelijke collectie van voor 1920. De stukken kwamen in bezit via verzamelaars en schenkers, over de herkomst is weinig bekend. Wie waren indertijd de makers? Wie waren de eigenaren? Zijn de stukken gekocht, geroofd of geschonken? Veel van de vragen zullen onbeantwoord blijven.
Voor 100 x Congo heeft het MAS twee sporen uitgezet: het ene geeft een kijk in de (pre)koloniale geschiedenis vanuit Belgisch én Congolees perspectief; Afrikanen werden gretig geportretteerd door kunstenaars als Dürer, Rubens, Jordaens en Brueghel. Het ander spoor is bekleed met kunst- en gebruiksvoorwerpen van volken en stammen die nu deel uitmaken van de Democratische Republiek Congo. Van een ivoren tafelsiervat voor zout en peper uit 1520 en een 19e eeuwse gleuftrom tot en met houtsnijwerk, maskers, kammen, sieraden en weefwerk.
Antwerpen is niet te beroerd om ook zichzelf de maat te nemen. Gevoed door een mix van nationale trots, zendingsdrang en exotisme werd de koloniale buit vanaf 1885 regelmatig opgevoerd in (wereld)tentoonstellingen. In 100 x Congo is het perspectief fundamenteel anders. Veel draden van deze koloniale geschiedenis komen bijeen in In vele handen, een documentaire van het Belgisch-Congolese filmcollectief Faire-Pact waarin Congolezen hun zegje doen over de collectie. Welke betekenis hebben de artefacten voor hun? Door welke handen zijn ze gegaan? En, niet als laatste: waar horen ze thuis?
‘We zullen opgesloten zijn tot we ze terug hebben’, zegt een rapper. ‘We maken imitaties van beelden die zich in België bevinden’, zegt een beeldenmaker. ‘We hebben nu een eigen museum om de mensen de betekenissen van de beelden te laten zien’, zegt een hoogleraar. ‘Kunst is waar het leven over gaat’, zegt een marktvrouw.