De r is uit de maand, de kunst- en atelierroutes komen er weer aan. Met Pinksteren wordt het seizoen traditioneel geopend met de KunstTour in Maastricht. Grote regelneef sinds 2000: Bert Lemmens. “Maastricht was in de jaren tachtig een ondraaglijk saaie stad.”

Dit is het zenuwcentrum, zegt Bert Lemmens als hij voorgaat naar de kamer en suite in zijn Maastrichtse bovenwoning. Grote werktafels op schragen, veel papierwerk, lijsten met KunstTour-locaties aan de muur. Maar vooral: twee indrukwekkende schilderijen tegenover elkaar, ondertekend met Umberto.

“In deze regio zijn drie kunstenaars die Bert Lemmens heten”, zegt Bert Lemmens, “dus ben ik me maar Umberto gaan noemen.” Zo laconiek als hij over zijn kunstenaarschap praat, praat hij over de twee schilderijen. Ze komen uit een reeks van twaalf, geschilderd in 1995. Blow ups van kindertekeningen uit 1943 uit Theresienstadt, het model-concentratiekamp van de nazi’s. De andere tien manshoge werken staan op de overloop tegen de muur. Voor het laatst getoond bij een educatief project. Of de jongeren onder de indruk waren? “Een van de terugkerende vragen was of je van schilderen rijk kunt worden.”

Bert Lemmens (Blerick, 1954) werd op de toenmalige hts in Heerlen opgeleid tot werktuigbouwkundige. Na een half jaar VS en Canada belandde hij in 1980 in Maastricht. De werktuigbouw bleek niet zo zijn ding, hij ging industriële vormgeving studeren in Hasselt, zou er cum laude afstuderen. In die periode is het organiseren begonnen, zegt hij. Uit bittere noodzaak. “Maastricht was in die tijd een ondraaglijk saaie stad.” Met zijn hele hebben en houwen dook hij in de lokale scene. Banana Art, de Sibema-bezetting, café Slik in de Ravelijn, het zijn historische begrippen voor de vijftigers van nu. Lemmens: “Een feest was pas geslaagd als de politie kwam opdagen. Bij openingen en performances kwamen 500 man. We kregen een paar cent van de gemeente, de rest financierden we uit de drankomzet.”

In 2000 stond Lemmens mede aan de basis van de als open atelierroute begonnen KunstTour. Een jaar later richtte hij de stichting ART2Connect op waarmee hij de organisatie van de KunstTour overnam, en tal van vaak grensoverschrijdende educatieve projecten opzette. Zijn kunstenaarschap staat sindsdien op een laag pitje. “Dat georganiseer vreet energie. Het is moeilijk om daarnaast kunstenaar te zijn. Maar ik ben weer begonnen. Ik voel weer urgentie, zo noemen ze dat toch tegenwoordig?”

De eerste editie van de KunstTour werd georganiseerd vanuit de voormalige Brandweerkazerne aan de Capucijnenstraat. Met als belangrijkste motivatie “de ambivalente houding van Maastricht ten opzichte van kunst. Vooral jonge kunstenaars hebben het moeilijk om hun werk te presenteren.” Eigenlijk is dat nog steeds zo, er kan te weinig getoond door de Nachwuchs. Maar van leeftijdsdiscriminatie is geen sprake. De 85-jarige Marijke Stultiëns, van de generatie die in de jaren vijftig naar buiten trad, is dit jaar weer van de partij met nieuw werk. Rijp en groen door elkaar, het is inmiddels de handtekening van de KunstTour, want ook de grote instellingen als Bonnefanten, Marres en de Jan van Eyck Academie doen tegenwoordig mee.

Officieel mogen alleen (semi)-professionele kunstenaars inschrijven. Ze moeten een fatsoenlijk cv hebben, als het even kan een eigen website en zichzelf op een fatsoenlijke manier presenteren. Lemmens: “Dus niet op een stoel ernaast gaan zitten. Het is geen standverkoop. Kenmerkend voor de KunstTour zijn de laagdrempelige presentaties en de informele sfeer. Als bezoeker staat er niet iemand in je nek te hijgen, zoals in galeries vaak het geval is.”

Dat het getoonde op de KunstTour ondanks een jaarlijks veranderend thema niet zo heel veel samenhang vertoont, mag de pret niet drukken. Van een curator die vooraf selecteert en combineert wil Lemmens in elk geval niet weten. “Dan wordt het zo risicoloos, zo’n beetje als Glocal Affairs. Ik vind dat je juist wél je nek moet durven uitsteken en jong talent een kans moet geven. Er wordt door de kunstinstellingen al zoveel geselecteerd aan de poort. Ik heb nooit begrepen dat kunstenaars zich dat laten welgevallen. Ik zeg wel eens: hou toch op je te laten beoordelen door jury’s en curatoren. De onzekerheid, de struggle, de twijfels, ze horen erbij, het zijn van oudsher de ingrediënten van de kunst.”

Lemmens wil dat het publiek zelf kiest, uit een aanbod dat niet van tevoren door iemand is afgebakend. “Dit is geen uitgestippelde reis met een gids die alles uitlegt. Als KunstTour-bezoeker struin je met een rugzakje door de stad, op een zelfgekozen route. Het gevoel dat je zelf wat ontdekt hebt, is heel belangrijk. Tegelijkertijd laat je je op zijn tijd door andere bezoekers vertellen wat je hebt gemist en waar je dat kunt vinden.”

Inmiddels is de KunstTour uitgegroeid tot een vierdaags evenement, tijdens welk meer dan honderd kunstenaars werk laten zien, verspreid over zo’n vijftig locaties in de stad. Die honderd, dat zijn de officiële inschrijvers. Een vergelijkbaar aantal springt op de bagagedrager, zoals Lemmens het uitdrukt, en kruipt er ergens tussen. Hij doet er niet moeilijk over. “Het is een teken dat de KunstTour gedragen wordt door de kunstenaars.”

Voor de editie van dit jaar, met Genius Loci (de geest van de plek) als thema, heeft de Kunsttour een leegstaande hal van tegelfabrikant Mosa als uitvalsbasis. Een keramiekfabriek met wortels tot in de 19e eeuw past naadloos in dat thema. Eerder ging de KunstTour van start in historische plekken als het Eiffelgebouw, de Timmerfabriek, Marres en de oude Brandweerkazerne. Stuk voor stuk gebouwen met een geschiedenis. Waarmee Lemmens maar gezegd wil hebben dat de KunstTour door de jaren heen een aaneenschakeling van geestrijke plekken is geweest.

Genius Loci – KunstTour 2012. Van 25 t/m 28 mei in Maastricht, ex-porseleinfabriek Royal Mosa, Meerssenerweg 358, en vijftig andere locaties.

www.kunsttour.com