Werk van Roger Cremers, Charlotte Lagro en Marta&Slava

Deze tentoonstelling is de tweede in het Gouvernement aan de Maas in het kader van 75 Jaar Bevrijding in Limburg. Handelde de eerste tentoonstelling over joodse onderduikkinderen, in deze tentoonstelling is het herdenken zelf het uitgangspunt.

Metamorfose is onderdeel van een reeks provinciale en landelijke activiteiten, waarbij de media 75 jaar na dato de tocht van de bevrijders, van zuid naar noord, gedetailleerd volgen. Ook al weten wij de uitkomst, het relaas blijft spannend. En is niet zelden schokkend. Maar door de afstand in tijd en de werkingen van het geheugen worden authentieke herinneringen geleidelijk aan anders ervaren en ondergaan zij een geleidelijke metamorfose.

Fotograaf Roger Cremers (Bingelrade, 1972 / Amsterdam) documenteerde de herdenkingscultuur en monumenten in heel Europa, van Normandië tot Volgograd, van Ysselsteyn tot Oświęcim/Auschwitz. Het project, waaraan Cremers in 2008 begon, mondde onder meer uit in het boek World War Two Today, met een inleiding van Arnon Grunberg.

Deze beelden maken duidelijk hoezeer de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust in onze hedendaagse cultuur zijn verankerd.
We zien een soort cartografie van de huidige beleving van deze oorlog, van pogingen tot inleving tot en met plat toerisme. Ongewild moeten de gefotografeerde jongere bezoekers ook de vele oorlogsfilms in gedachte hebben, die de strijd tussen Goed en Kwaad verbeelden of juist de grijsgebieden daartussen. De gebeurtenissen van weleer krijgen een nieuwe dimensie in onze post-industriële, culturele samenleving, geregeerd door materiële welvaart, ongekende mobiliteit en een overschot aan beelden en aanverwante hang naar schoonheid. En helaas horen tot onze wereld ook de holocaustontkenners die, net als bijvoorbeeld klimaatontkenners of flat-earthers, de meest vreemde complottheorieën verspreiden. De slaap van de rede schept monsters. Telkens opnieuw.

Van kunstenares Charlotte Lagro (Maastricht, 1989) is het videowerk The Day the Clown Cried uit 2015 te zien, gebaseerd op de gelijknamige, nooit uitgebrachte film van komiek Jerry Lewis uit 1972. Deze verhaalde over een clown in Auschwitz-Birkenau die kinderen in het naburige kamp hoopte te redden en uiteindelijk verkoos om met hen de gaskamer in te gaan. In Lagro’s video, die vorig jaar door de Provincie Limburg werd aangekocht, beweegt mimespeler en regisseur Dönci Bánki zich in Auschwitz dansend naast de treinrails als een zwarte schaduw door het sneeuwlandschap.

In een tweede video, Elise et Clémentine, zien wij twee meisjes bij de Luikse Citadel, een avontuurlijke plek vol oorlogsherinneringen. Ze spelen ukelele en zingen een versie van The Lion Sleeps Tonight, bekend uit The Lion King en van eerdere vertolkingen van het traditionele Zulu-lied, ter nagedachtenis van een gestorven, “slapende” koning. Een onder de Citadel voorbij razende trein maakt het zingen van de meisjes vrijwel onhoorbaar. Hoe ver de metamorfose kan gaan, illustreren twee tekeningen, getiteld Fête de la Gestapo: een door de kinderen vrolijk ingekleurde foto van Gestapo-agenten, samengepakt in een gevangenis in de Citadel, waar voordien verzetsmensen werden opgebracht en gemarteld.

Nu de directe herinneringen uitsterven, en de slagschaduw van de oorlog waaronder de babyboomers zijn opgegroeid langzaam verbleekt, is het de uitdaging om het besef van vrijheid aan jongere generaties over te dragen. De van hogerhand gegeven opdracht om de vrijheid te vieren is een lastige onderneming, wanneer er, zeker onder Westerse jongeren, weinig tot geen besef is van wat leven in onvrijheid betekent. Verwijzen naar situaties vroeger of elders volstaat niet altijd.

Tekenend is de steeds vaker terugkerende vraag wat en wie wij gedenken op 4 en 5 mei. Herdenking van een dramatische gebeurtenis ontstaat bij verse herinnering en verdwijnt ook weer na een paar generaties. Zoals ook geschiedde met Waterloodag, de nationale feestdag op 18 juni, waarmee vanaf 1816 de Nederlandse bijdrage aan de beroemde veldslag werd herdacht: dodenherdenking ’s ochtends en ’s middags feest. Na 1945 namen 4 en 5 mei deze rol over. Maar terwijl elk land en elke regio in Europa zijn eigen herdenkingsverhaal optuigde, zo ontstond vanaf de oprichting van de Europese Unie en de opheffing van de binnengrenzen ook een overkoepelend narratief, als historisch fundament voor een gemeenschappelijk ideaal.

Wie een blik werpt op het overvolle logo van 75 Jaar Bevrijding – met fakkel, leeuw, Nederlandse én Limburgse vlag en op het blauwe schild de ring met twaalf sterren – beseft, dat het herdenken van de bevrijding inmiddels een ‘millefeuille’ is geworden, een uit meerdere lagen opgebouwd feestgebak. Het klein weergegeven Europese symbool is hierbij een ingrediënt van betekenis.

Zoals gezegd ontstond er al gauw na de grote gebeurtenissen rond 1990 – einde Sovjet-Unie, Duitse hereniging, oprichting Europese Unie – behoefte aan een gemeenschappelijk narratief voor het nieuwe Europa. Dat de Tweede Wereldoorlog en met name de Holocaust hiervan een van de ankers werd, mag niet verbazen, gelet op de in voorgaande decennia gegroeide aandacht hiervoor – reikend van Jacques Pressers boek Ondergang uit 1965, via de Duitse verwerking van het verleden, de ‘Vergangenheitsbewältigung’ en de vragen rond collaboratie en verzet in voormalig bezette landen, tot de documentaire-reeks Shoah van Claude Lanzmann uit 1985. Allengs kwam de Holocaust en met name Auschwitz centraal te staan als symbool voor het ultieme kwaad en, vanaf de jaren 1990, als een van de stichtingsmythes van het zich verenigende Europa.

Het maatschappelijke en politieke belang van gemeenschappelijke symbolen en mythes is in de geschiedenis een hardnekkig gegeven. In ons geval gaat het echter om de zich voltrekkende metamorfose van het herdenken zelf en de verhalen die dit begeleiden.

Hoezeer die verhalen een eigen leven kunnen gaan leiden, bewijst het kunstenaarsduo Marta&Slava (Marta Volkova en Slava Shevelenko, die in 1991 Sint-Petersburg inwisselden voor Maastricht). In de beste traditie van de Russische literatuur, van Gogol en Dostojevski tot Charms en Boelgákov, spelen zij in hun werk een spel met elementen uit de sociale werkelijkheid, geschiedenis en collectieve mythologie.
In Metamorfose tonen zij keramische beelden die de door henzelf bedachte vertelling The Adventures of a Little Nurse illustreren. Daarnaast presenteren zij twee schilderijen waarop vluchtelingen figureren als kunstwerken in een galerieruimte. Tot deze serie, Will Beauty Save the World?, behoort ook een aantal tekeningen waarin wordt voorgesteld om bekende Europese monumenten in te richten als huisvesting voor vluchtelingen.

Ten slotte: vanaf 5 maart toont het Bonnefantenmuseum als onderdeel van de groepsexpositie Après nous, le déluge het hieruit voortgekomen Karl-Marx-project van Marta&Slava: een voorstel voor een artist residence in Maastricht, gebaseerd op het beroemde Marx-monument in Chemnitz.

Schoonheid zal de wereld redden. Dostojevski wist het zeker.

AD HIMMELREICH,
curator