De artistieke smaak van Donald Trump wordt gezien als kitsch. Die voorkeur, stelt MERLIJN SCHOONENBOOM vast, past bij een al lang sluimerende woede tegen het establishment. “Met Trump aan de macht komt er een esthetische strijd aan de oppervlakte die al jaren in het verborgene wordt gevoerd.”
Het gouden gordijn maakt de omslag het zichtbaarst. Op 16 februari 2017 gaf Donald Trump de persconferentie die tot de meest besproken van zijn korte presidentschap zou uitgroeien. Als achtergrond koos hij goud-glimmende draperieën uit de East Room van het Witte Huis, bestikt met klassieke ornamenten, planten en fantasiewezens.
Het was even wennen: een Amerikaanse president uit de 21ste eeuw, die zich presenteerde alsof hij een koning in een barok paleis was. Maar iedereen die de afgelopen maanden een beetje Trump-trivia heeft gegoogeld, wist natuurlijk dat deze keuze geen toeval was.
De interieurfoto’s uit ‘Mar-a-Lago’, Trumps villa in Florida, tonen dezelfde smaak, net als de foto’s uit zijn appartement in de Trump Tower in New York: een overdaad aan goud, marmer en barokke krullen is hierop te zien, inclusief gouden engeltjes, kristallen kroonluchters en plafondschilderingen met paarden en godinnen erop.
Een lacherig oordeel hierover is makkelijk: de nieuwe president omringt zich met dat wat kunstkenners ‘kitsch’ noemen, of, in een Amerikaanse context: ‘bling-bling’. Het past bij nieuw-rijken van overal ter wereld, net als bij macho-heersers uit niet-westerse autocratische regimes. Ook de Russische president Poetin en het Turkse staatshoofd Erdogan treden graag op tussen veel goud.
In weldenkende kringen kan Trumps esthetische smaak daarmee net zo snel terzijde geschoven worden als zijn politieke visie. In een respectabel museum voor hedendaagse kunst zijn gouden engeltjes alleen nog bij Jeff Koons terug te vinden, als een vorm van ironie. Maar Trumps keuze is geen ironie, hij bedoelt het serieus, en dat maakt zijn smaak toch ook van maatschappelijke betekenis.
Iedere machthebber omringt zich met een eigen esthetiek om zich aan de wereld te presenteren. Barack Obama nodigde graag pop-, soul- en jazzsterren uit, wiens artistieke kwaliteiten boven iedere twijfel verheven waren. Zijn artistieke smaak onderstreepte ook voor Europese commentatoren zijn reputatie als de progressieve leider van de vrije wereld.
De esthetiek van Trump is beduidend anders: in zijn interieur is alles afwezig wat in artistiek opzicht als progressief geldt. Aan zijn muren hangt weliswaar een aantal hedendaagse schilderijen, zoals portretten van hemzelf, maar die zijn geschilderd in een traditioneel-realistische stijl, gemaakt door schilders die bewust doen alsof de twintigste eeuw nooit heeft plaatsgevonden. Ze plaatsen ambachtelijkheid boven vernieuwing.
Trumps smaak wordt nog duidelijker aan de hand van een door hem gewaardeerde beeldhouwer, de van oorsprong Georgische Zurab Tsereteli. Tsereteli maakt metershoge beelden in een traditionele figuratieve stijl. Hij hanteert daarbij een eenduidige heroïsche beeldtaal (gebalde vuisten, ferme kinnen), die doet denken aan het sociaalrealisme uit de Sovjet-Unie.
Ook het werk van Tsereteli zou je simpelweg kitsch kunnen noemen, was het niet dat een flinke groep kopers dit anders ziet. Vooral bij de Russische geld-elite is Tsereteli populair, en Vladimir Poetin liet zich door hem als judoka in brons vereeuwigen.
Al in de jaren negentig wilde Trump deze Tsereteli een prominente plek geven. Ze planden The Birth of a New World, een beeld van Columbus dat maar liefst dertig meter hoog moest worden, twee keer zo groot als het Vrijheidsbeeld. De plek: uitgerekend New York, de hoofdstad van het modernisme en het postmodernisme, de stad waar Jackson Pollock en Jeff Koons beroemd zijn geworden. Het plan mislukte, de weerstand was te groot. Na twintig jaar omzwervingen is het beeld vorig jaar uiteindelijk in Puerto Rico geland.
Trump is er zich zelf misschien niet eens van bewust, maar met hem aan de macht komt er een esthetische strijd aan de oppervlakte die al jaren in het verborgene wordt gevoerd. Op talloze weblogs gaan boze kunstliefhebbers tekeer tegen de allesoverheersende smaak van een links-progressieve elite.
In Nederland heeft men met deze culturele reactie al langer ervaring, daar zijn aanvallen op de ‘rare onbegrijpelijke moderne kunst’ bij publicist/politicus Thierry Baudet en natuurlijk Geert Wilders te horen. Ook is de traditioneel-realistische stijl in Nederland bekend geworden door het werk van Henk Helmantel. In de kunstwereld wordt hij nauwelijks serieus genomen, maar bij een breed publiek van liefhebbers en kopers geldt hij als een verzetsheld tegen de smaak van de kunstelite.
Dit culturele populisme openbaart een kloof tussen de officiële kunstwereld en groepen liefhebbers wiens smaak je ook wel anti-modernistisch zou kunnen noemen. En hun woede gaat vaak een stuk verder dan opbouwende kritiek op een te eenzijdige en over-geïntellectualiseerde kunstwereld.
De teksten op artrenewal.org, een zeer uitgebreid webarchief voor vooral traditioneel-realistische schilderijen met vijf miljoen bezoekers per jaar, lezen regelmatig als een culturele pendant van politiek nieuwrechts. Men gaat tekeer tegen de “modernistische kunstelite”, men gelooft in een complot van kunstmarkt en musea dat er voor heeft gezorgd dat de (post)modernistische stijl in de tweede helft van de twintigste eeuw de kunstwereld is gaan beheersen.
De meest fervente aanhangers van het traditioneel-realisme pleiten zelfs voor een complete herschrijving van de kunstgeschiedenis, niet meer vanuit progressief maar vanuit conservatief oogpunt. Vernieuwing dient niet als belangrijkste criterium te gelden, maar techniek en de moraal die uit een kunstwerk spreekt.
Tot nu toe werden hun helden in de officiële kunstwereld vooral als kitsch bestempeld – onder andere door hun gebruik van te eenvoudige heroïsche beeldtaal of een teveel aan gouden engeltjes. Maar in het Trump-tijdperk kunnen deze kunstwerken zomaar ineens de schijnwerpers op zich gericht krijgen, al is het maar als wapenbroeders tegen het ‘linkse establishment’.
Mochten ze ooit in het Witte Huis gepresenteerd worden; het gouden gordijn hangt er al.