Stel dat er morgen een brief op je mat valt met de mededeling dat diep onder jouw voeten een waardevolle grondstof is gevonden. Niet alleen jouw huis zal daarom worden afgebroken, de complete stad waar je woont moet wijken. Oké, de sloop is niet per direct, die begint pas over veertig jaar. Je hebt dus nog even de tijd, maar je mag intussen niet zomaar vertrekken. De komende veertig jaar mag je pas verhuizen na toestemming van het mijnbedrijf dat die mysterieuze grondstoffen heeft opgekocht; ze betalen je pas een vergoeding vlak voor de sloop begint. Dus je blijft. Wanneer komt het punt dat je denkt: ik moet hier geen tijd en geld meer investeren, er is niet langer een toekomst?
In de jaren zeventig kregen zo’n 50.000 inwoners van dorpen in de driehoek Keulen/Düsseldorf/Aken de mededeling dat hun huizen moesten wijken voor afgravingen voor bruinkoolwinning. Inmiddels exploiteert energiereus RWE drie dagbouwmijnen en vier energiecentrales in het gebied. De dorpen waar nog twee generaties lang mensen zouden wonen, werden in feite doodverklaard.
Fotograaf Matthias Jung (Herford, 1967) volgde jarenlang de lotgevallen van de inwoners van deze Geisterdörfer. Zijn fotoreportages werden vorig jaar gebundeld in het boek Revier. Jung: ‘Mijn eigen familie is in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog verdreven uit hun geboortestreek. Ik kan me niet anders herinneren dan dat het op familiebijeenkomsten ging over dat verleden. Heeft iemand nog een nieuwtje gehoord over het dorp? Welke mensen woonden er nu in wiens huis?
In de regio rondom de bruinkoolmijnen spreekt niemand over het verleden, veel bleef achter bij het vertrek. Niet alleen albums met familiefoto’s, ook lokale tradities, gerechten en dialecten. In hun nieuwe dorp wilde men daar niet meer aan herinnerd worden.’
Waar de eeuwenoude boomgaard stond, gaapt nu een gat van 400 meter diep
Met de jaren kreeg Jung steeds meer contact met inwoners. Behalve fotograaf werd hij ook een verzamelaar van verhalen over de absurde realiteit in het gebied. ‘Laatst haalde een man, na jarenlang procederen, zijn gelijk bij de rechter. Zijn perceel met een eeuwenoude boomgaard moest behouden worden. Inmiddels was het hele dorp, inclusief boomgaard, weggegraven. Waar de eeuwenoude bomen stonden, gaapt een 400 meter diep gat.’
Een thema dat bij de afgravingen en het verzet daartegen steeds terugkomt is de totale vermenging van energiebedrijf en overheid. ‘Het salaris van de ambtenaren die jou moeten bijstaan bij je gedwongen verhuizing wordt betaald door RWE. Bij een voorval in de dorpen bellen mensen niet eens meer de politie, ze bellen de beveiligers van het bedrijf. Ze beseffen dat de overheid hier afwezig is.’
Een van de markantste personen die Matthias Jung volgt, is de 80-jarige performancekunstenares Inge Broska. Op poëtische wijze organiseert ze sinds 1992 haar eigen protest; in haar Hausmuseum in Hochneukirch-Jüchen verzamelt ze de voorwerpen die inwoners achterlieten bij vertrek. Het museum is overvol: stapels met keukenraspen, ansichtkaarten, bakvormen, pollepels, spijkerbroeken, cassettebandjes en voorwerpen zonder naam. Het looppad is precies breed genoeg voor één persoon; na een bezoek aan de zolder lopen we achterstevoren terug.
Broska, die in 2007 haar geboortedorp Otzenrath moest verlaten, woont in het museum. Kunst, het koesteren van herinneringen en het hebben van een thuis zijn voor haar niet los van elkaar te zien. ’Er is nooit onderzoek gedaan naar het aantal sterfgevallen in deze regio, terwijl velen kort na de verhuizing dood neervielen. Mijn vroegere buurvrouw zat de laatste weken urenlang huilend bij me aan tafel. Na de verhuizing was ze binnen veertien dagen dood. Mensen lijken veel meer op planten dan we toegeven. Zonder wortels kunnen we niet leven!’
Matthias Jung, Revier. Dortmund, Kettler Verlag, 2022. jungfoto.de
Hausmuseum Hochneukirch-Jüchen. hausmuseum.de