“Door de bezuinigingen op de muziekscholen twintig jaar geleden hebben we nu een tekort aan hoboïsten,” zegt Bart Schneemann van het Nederlands Blazers Ensemble. “Kun je nagaan wat ons nog te wachten staat.” Tegen de stroom in gebruikt het gezelschap zijn subsidie om jongeren te winnen voor de blaasmuziek. “Om te voorkomen dat die straks alleen nog voor de happy few is.”

Hij was dertien en leerde blokfluit spelen aan de muziekschool van Venlo. Tot hij een singletje cadeau kreeg met Mozarts hobokwartet. “Het geluid van de hobo kwam als een pijl mijn ziel binnen,” zegt Bart Schneemann. In Venlo was Piet Kingma zijn buurman, “componist, dirigent en charmeur, de Leonard Bernstein van Venlo. En hoboïst bij het Limburgs Symfonie Orkest, dus ik kon meteen les van hem krijgen.” Vele jaren koesterde Scheemann dit prachtige toeval. “Kom ik een paar weken geleden de weduwe van Kingma tegen, blijkt dat zij me dat plaatje met Mozartmuziek destijds heeft gegeven. Haha, het is dus pure manipulatie geweest. Ik ben er gewoon in gestonken.”

Bart Schneemann (57), geboren in Melbourne, getogen in Venlo, geldt als een van de meest vooraanstaande hoboïsten van Nederland. Hij gaf zijn plek bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest op om uiteindelijk artistiek leider te worden van het Nederlands Blazers Ensemble (NBE). “Wij zijn een vriendenploeg. Dat kun je van een symfonieorkest niet zeggen, die musici zijn bij elkaar gezet na proefspel. De saamhorigheid geeft je veel meer mogelijkheden. Als we willen, spelen we op klassieke instrumenten. We zoeken de theatrale grenzen op en qua repertoire is alles mogelijk. Wij kunnen de hele wereld ontdekken; goede muziek is niet per definitie klassieke muziek. In een orkest bepaalt de dirigent dat de Negende van Mahler op de lessenaar gaat zonder dat de orkestleden daar ook maar enige inbreng in hebben gehad.”

Wie afgelopen maand in Genk of Heerlen het NBE heeft gezien en gehoord met Het Paradijs weet wat Schneemann bedoelt met een vriendenclub: het ensemble maakt gretig contact met het publiek en het spelplezier spat er van af. Kom daar eens om bij het gemiddelde symfonieorkest. “Weet je wat het geheim is? Het is geen verplichting. We hoeven hier niet van te leven.”

Het NBE probeert zo weinig mogelijk afhankelijk te zijn van subsidie. “Anders ben je veel te kwetsbaar. Wij gebruiken subsidie vooral om onze maatschappelijke betrokkenheid te tonen en projecten voor jongeren op te zetten. Het is zo belangrijk dat er een nieuwe generatie blazers opstaat en blijft bestaan. We merken nu de effecten van het fuseren van de muziekscholen twintig jaar geleden. Er is een tekort aan hoboïsten en fluitisten. Over twintig jaar pas zullen we merken hoe desastreus de onzalige bezuinigingen van het kabinet zullen uitpakken.”

Dat Het Brabants Orkest en het Limburgs Symfonie Orkest niet samen één plan hebben aangeboden aan de staatssecretaris noemt hij “niet erg slim. Maar ja, het Limburgs publiek is erg chauvinistisch. Dat gaat alleen naar het LSO en niet naar het Orkest van het Zuiden.” Het argument dat een gefuseerd orkest de omgeving niet meer kan bedienen vindt hij onzin. “Je ontslaat niemand dus dat is heel goed te doen.” Het NBE zelf heeft er ervaring mee, tot in de regio toe. Er is een Jong NBE (tot vijftien jaar) voor jeugdige talenten die kunnen invallen en opschuiven als er een plaats in het ensemble vrijkomt. “Wij willen duidelijk maken dat muziek maken niet alleen goed is voor je hart maar dat het ook ontzettend leuk is om te doen. In Heerlen verzorgen leerlingen van het Grotius College vanavond voorafgaand aan onze voorstelling een eigen presentatie van een half uur. Het werkt ook voor ons inspirerend. Als we in dit land zo doorgaan met het bezuinigen op orkesten, heb je straks geen opleiding meer nodig. Dan wordt muziek pas echt elitair en iets voor de happy few.”

Deze maand rondt Schneemann zijn verblijf als ‘artist in residence’ in het Parkstad Limburg Theater Heerlen af met een Schumannconcert dat meteen ook de start van een plaatselijk hobofestival. Ook hier volop aandacht voor jonge musici in de vorm van concerten en masterclasses. Terwijl de hobo niet het meest populaire instrument is op muziekscholen. “Je moet een enorm doorzettingsvermogen hebben, een doorbijter zijn. Hobo spelen is fysiek zwaar. Bovendien moet je ook je eigen rietje maken. Dat rietje is nog belangrijker dan het instrument zelf. Het is niet meer dan een primitief stukje bamboe dat je op een bepaalde manier gutst. Vervolgens ga je er op zijn zestiende-eeuws mee knutselen en maak je feitelijk je eigen geluid. Als je twintig bent, is het nog wel lollig om je eigen rieten te maken maar op je 57-ste heb je dat wel gehad. De afgelopen weken had ik het te druk om goeie rieten te maken, ik speelde op rotzooi dus het klonk niet zo goed als ik hoopte. Nu ja dan klinkt het maar wat minder.”

In verbindingen en klankkleuren doet Schneemann nog steeds ontdekkingen op zijn hobo. Hij is altijd op zoek naar nieuwe stemmen die hij kan verklanken. Zijn project rond componist Robert Schumann (1810-1856), de aftrap van het Feel Hobo Festival in Heerlen, is daar een goed voorbeeld van. “Mensen die op de grens leven, die complex zijn in hun geest, hebben me altijd geïntrigeerd. De dagboeken van Schumann vormen een obscure verzameling van bizarre, haast dagelijks geschreven ontboezemingen. Die zijn zo aangrijpend dat ik dacht: daar wil ik iets mee doen. Ongelofelijk wat die man heeft meegemaakt in zijn uren van hallucinaties. Desondanks bleef hij creatief en productief. Tot het laatst heeft hij grandioze en knappe muziek geschreven. Zijn symfonieën niet de mooiste maar zelfs Beethoven kon niet zulke goede liederen schrijven. De hobo is het instrument bij uitstek om een sterke emoties over te brengen op de ziel van de toehoorder. Zijn briljantjes vlechten we door de dagboekfragmenten heen.”

Feel Hobo Festival in Heerlen, van 26 april t/m 29 april. www.parkstadlimburgtheaters.nl