Jan Jansen is Nederlands bekendste schoenontwerper. De mad shoe designer uit Nijmegen verkoopt en exposeert wereldwijd en trendy sportmerken vragen hem als gastontwerper. Na vijftig jaar vakmanschap heeft zijn universum van seks, humor en folklore zijn glans nog niet verloren. En anders zijn er altijd nog zijn fans. “Jan Jansen-vrouwen herkennen elkaar.”
door Annemarie Staaks
Begin jaren negentig beklaagde critica Pauline Terreehorst zich in een column over het schoenenklimaat in Nederland: “De warme relatie tussen erotiek en damesschoeisel is onder druk komen te staan.” Kinderkopjes in de voetgangerszone en de opkomst van de sportschoen zou de dames beletten op hakken te lopen.
Of Terreehorst zich terecht zorgen maakte is de vraag, maar Nederlands bekendste schoenontwerper Jan Jansen heeft er vast niet van wakker gelegen. In zijn vijftigjarige carrière als ‘mad shoe designer’ – zoals de Italiaanse Vogue hem ooit noemde – is hij onverstoorbaar doorgegaan met het ontwerpen van uitdagend damesschoeisel. Met killer heels getiteld ‘Linea Erotica’ en ‘Turn me on’ heeft hij de erotiek van de Nederlandse schoen een flinke impuls gegeven. In een recente Avro-documentaire kijkt de 69-jarige Nijmegenaar ondeugend in de camera: “Een schoen is sexy. Vrouwen voelen zich kek en verleidelijk op hoge hakken.” Dan, denkend aan de andere helft van zijn klantenkring: “… en op platte schoenen voelen vrouwen zich vrij om te bewegen en kunnen ze lekker door de stad lopen.” Het is dus niet alleen hooggehakt wat de klok slaat, comfort is ook belangrijk.
Jan heeft het begrepen: een beetje seks op z’n tijd is leuk, maar we blijven Nederlanders.
Jan Jansen groeide op als zoon van een verkoopleider van de Nijmeegse schoenfabriek Nimco. Van jongs af aan was hij omringd door schoenen, maar wat hij zag, beviel hem allerminst. Dat kon leuker, vond hij, en als twintiger besloot hij het schoenmakersvak te leren – eerst in Nederland en later in de beroemde ateliers van Follie, D’Alco en Albanese in Rome. Begin jaren zestig begint hij voor zichzelf. Volgens Wim Blok, directeur van het Nederlands Leder en Schoenen Museum in Waalwijk, was Jansen een ware pionier. “Hij was de eerste Nederlandse schoenontwerper die naam maakte. Het is ongelooflijk dat hij in die jaren als onafhankelijk schoenontwerper is begonnen, de Nederlandse schoenindustrie lag toen volledig op zijn gat. Alleen Frankrijk en Italië speelden een rol van betekenis.”
Toch volgt na een paar jaar de doorbraak als de bekende fotograaf Paul Huf het werk van Jansen ontdekt en het gebruikt voor een bierreclame. In 1968 start Jansen met halfjaarlijkse collecties onder eigen naam en opent hij zijn eerste boetiek in Amsterdam. Blok: “Kort daarna ontwerpt hij de ‘Woody’ en de ‘Rattan’, zijn bekendste modellen: een houten klompschoentje en een pump van rotan en bamboe. Daarmee stond hij in één klap ook in het buitenland in the picture.”
Vrolijk, sexy, uitdagend, folkloristisch, grappig, kinky, geconstrueerd, allemaal termen die de revue passeren als het over Jan Jansen-schoenen gaat. Met mode hebben zijn ontwerpen niets te maken. Al zijn werk ontstaat binnen het Jan Jansen-universum, los van tijd en trends. De enige die iets te zeggen heeft over zijn creaties is zijn vrouw. Blok: “Als Tonnie het niks vindt, gaat het niet door. Zij heeft het eindoordeel.”
Klaarblijkelijk heeft Tonnie er een goed oog voor, want kenners zijn het er massaal over eens: een schoen van zijn hand is een klein kunstwerk. Volgens hemzelf lijken zijn schoenen nergens op. Het klopt, een ontwerp van Jan Jansen lijkt hooguit op een ander ontwerp van Jan Jansen, en juist door die uitgesproken signatuur herkennen liefhebbers een schoen van zijn leest in één oogopslag. Maar aan een vastomlijnde typering van zijn werk durven zich maar weinig te wagen. Inge Specht, conservator van het museum in Waalwijk, zucht: “Jeetje, dat is een lastige vraag, zijn werk is zo divers. Wat ik ook zeg, Jan zal het altijd tegenspreken. Hij houdt niet van etiketjes.” Een cultuurhistorisch perspectief dan? Specht: “Jan is in de jaren zestig begonnen en duidelijk beïnvloed door het hippietijdperk. De houten hakken en plateauzolen van toen keren regelmatig terug in zijn collecties. Uit die periode stamt ook het gebruik van felle kleuren. Het feit dat hij regelmatig teruggrijpt naar zijn eigen klassiekers maakt zijn schoenen heel herkenbaar.” Volgens Specht is die eigenheid essentieel, vooral voor de grote schare trouwe fans: “Wie een keer Jan Jansen koopt, koopt vaker Jan Jansen. Zij klantenkring bestaat voornamelijk uit 40-plussers die zich in artistieke kringen bewegen, maar de uitgesproken stijl van Jan spreekt veel meer mensen aan. Toch kun je zeggen dat het een bepaald type dames is, dat zijn schoenen draagt en dat schept een band. Jan Jansen-vrouwen herkennen elkaar.”
Van 1 oktober t/m 12 november exposeert Jan Jansen bij Defauwes in Heerlen, In de Cramer 7. Geopend op werkdagen van 8.30 – 17.00. www.defauwes.nl
Jan Jansen begon als onafhankelijk schoenontwerper toen de Nederlandse schoenenindustrie op zijn gat lag.