Ook jeugdtheater Het Laagland voelt de tucht van staatsecretaris Zijlstra. “Moet je wéér diep ademhalen, wéér creatief en inventief zijn”, zegt mede-oprichtster Inèz Derksen. Haar motivatie is er niet minder om. “Veel erger is dat het klimaat is verneukt.”

“De ogen stonden op kwatta”, zegt Inèz Derksen wanneer ze in herinnering roept hoe het pas opgerichte Laaglandtheater elf jaar geleden naar Sittard verhuisde. “Dus jullie Amsterdammers komen hier in Limburg jeugdtheater maken? en voor hoe lang?”, vat ze de sceptische reacties samen toen de verhuiswagen voorreed.

Maar Inèz Derksen, haar partner Bas Zuyderland en het bevriende regisseursstel Silvia Andringa en Paul Jonker wisten het zeker: hun toekomst lag in het zuiden. Elf succesvolle jaren later zijn de omstandigheden behoorlijk gewijzigd. Andringa en Jonker keerden terug naar de Randstad, de relatie met de gemeente Sittard-Geleen is inmiddels behoorlijk bekoeld. En de door staatssecretaris Halbe Zijlstra aan de cultuursector voorgeschreven shocktherapie laat het uit tien werknemers bestaande gezelschap evenmin onberoerd.

Het Laaglandtheater zit op dezelfde plek waar het in 2011 van start ging: een voormalige nonnenschool tegenover het gemeentehuis. Directeur Inèz Derksen (Nijmegen, 1967) ontvangt op de eerste verdieping in wat vroeger, vermoedt ze, een natuurkunde- of scheikundelokaal moet zijn geweest. Met grote posters en nog grotere Perzische tapijten aan de muur, een lange tafel met tien stoelen, twee chaises longues en een bureau van getimmerde planken kun je niet spreken van een doorsnee kantoor. Wat ook geldt voor de bewoonster. De betogen van Derksen waaien alle kanten uit (om weer feilloos terug te keren bij het begin), haar kleding en lichaamstaal zijn even expressief als haar taal.

Met zo’n 160 voorstellingen trekt Het Laagland gemiddeld 24.000 bezoekers per jaar, gerekend volgens de Zijlstra-norm (17,5 procent van het subsidiebedrag terugverdienen) zit het gezelschap met gemiddeld 32 procent bijna op het dubbele. Toch gaat het Rijksbudget vanaf 2013 met ruim tien procent terug naar 500.000 euro. Derksen: “Dat plafond wijst je wel je plek, en dat maakt het heel zuur. Net als de sfeer waarin het gebeurt: ‘Ach, het is maar jeugdtheater…’.”

Waarna een bevlogen uiteenzetting volgt over het belang van jeugdtheater, de verbeeldingskracht bij kinderen – zoveel groter dan die van volwassenen – en de mythe van de kindertijd als paradijs. “Een hel kan het zijn. Je bent afhankelijk van je ouders, van het geld dat je van hen krijgt, van school, van de verwachtingen van volwassenen. Het zijn altijd anderen die alles voor je bepalen. Nee hoor, als volwassene wordt het leven pas leuk. Als je als volwassene niet gelukkig bent, mag je tot je 35e je kindertijd als alibi gebruiken, daarna zit je nog maar één persoon in de weg en dat ben je zelf. Dan moet je een schop onder je hol krijgen.”

Jeugdtheater kan die kinderhel verzachten?

“Ja, het is belangrijk om de jeugdjaren niet te romantiseren. Mijn hart gaat uit naar kinderen die thuis zoveel moeten slikken, die niet beter weten. Tot ze bij vriendjes zien dat daar níet geslagen wordt, dat hun ouders elkaar wél knuffelen. De kindertijd is vaak een kwestie van overleven. Ieder kind ontwikkelt daarin een eigen systeem waar je je als volwassene weer van moet bevrijden. Met de beeldende kracht van het medium theater moedig ik kinderen aan om, als het er echt op aan komt, te leren trouw te zijn aan zichzelf.”

Ook voor Het Laagland is het een kwestie van overleven.

“Bij ons valt het in verhouding nog mee. Het Huis van Bourgondië is door Zijlstra helemaal geschrapt, Toneelgroep Maastricht moet vier ton inleveren. Je bent tevreden met wat je hebt opgebouwd, en dan krijg je er nóg een plafond bij. Moet je wéér diep ademhalen, wéér creatief en inventief zijn. Ergens houdt het op. Erger is dat het klimaat is verneukt. Ook ouders hebben het al over wat er allemaal gebeurt met hun belastingcenten.”

Zijlstra ziet jullie het liefst met elkaar fuseren.

“Jeugdtheater is efficiënter dan volwassenentoneel, een voordeel dat deels zou verdampen bij een fusie. Dat is kapitaalvernietiging. We willen graag samenwerken met alle Limburgse theatercollega’s, maar zien ook veel heil in samenwerking met musea, bibliotheken, muziekscholen, de toeristische sector, overal waar een jong publiek komt. Net als de Duitse scholen net over de grens.”

Je doet momenteel een gastregie in Stuttgart.

“Ik doe het al vijftien jaar, in Frankfurt, Mannheim, en nu opnieuw in Stuttgart. Ik verdien er geld voor Het Laagland en hou er ogen en oren wijd open om te zien hoe de collega’s daar werken.”

Vergelijk eens….

“In hou van de degelijkheid en de techniek van de Duitsers. Theater, cultuur in het algemeen, hoort er bij de opvoeding. Ook zonder gelikte pr-marketing komen kinderen en ouders naar het theater. Het is een paradijs. Elk theater heeft een eigen ensemble met een repertoire. Een stuk kan daar probleemloos vijf jaar worden opgevoerd, bij ons is dat ondenkbaar. Dan ben je oubollig, niet vernieuwend genoeg. Te gek voor woorden eigenlijk, zeker bij jeugdtheater. Nergens anders ververst het publiek zich zó snel.”

Dit is het 5e artikel in de reeks ‘Shocktherapie’ over de bezuinigingen in de cultuursector.
Het Laagland speelt Meester van de Zwarte Molen op 29/1 in Weert en 24/2 in Sittard, en Oervrienden op 8/1 en 25/1 in Sittard.
www.hetlaagland.nl

Doorbraak Karlijn Hamers

Het Laagland leidt ook jong talent op. Karlijn Hamer (22) volgde er als puber workshops, speelde op het Sittardse festival Zomerzone en volgde de kleinkunstacademie. Nu speelt ze als professioneel actrice in Laaglandproductie Meester van de Zwarte Molen, die 85 keer wordt opgevoerd in Nederland en België.