Klucht rond Nederlandse Dansdagen ten einde
Ken je die van de Nederlandse Dansdagen? Ze gingen niet! Sterker nog: in plaats van te verhuizen naar Amsterdam, gaan ze nu uitbreiden in Maastricht. Ineens blijkt de stad uitstékende mogelijkheden te bezitten om nieuwe ambities te realiseren.
“Het is een inschattingsfout van de directie geweest. Dat is wel één van mijn conclusies, ja”, zegt een tevreden Guido Wevers. De directeur van Theater aan het Vrijthof, mede-organisator én bestuurslid van de Nederlandse Dansdagen (NDD), is blij dat het jaarlijkse feestje van de Nederlandse danswereld in Maastricht blijft en niet zal verworden tot “de zoveelste rimpeling” in de Amsterdamse cultuurvijver.
Wevers was van meet af aan tegen de verhuisplannen van de organisatie. “Binnen het bestuur is het debat pittig gevoerd. Dat is goed: op die manier word je gedwongen opnieuw je standpunt te bepalen. Ik ben er steeds van overtuigd geweest dat onze argumenten pro-Maastricht uiteindelijk zouden overwinnen.”
In oktober klonk hij nog behoorlijk bezorgd, en kwáád, toen NDD-directeur Leontien Wiering de verhuisplannen mediabreed aankondigde. In Maastricht was het festival volgens Wiering aan het eind van zijn Latijn; Amsterdam zou met haar uitgebreide infrastructuur betere mogelijkheden bieden en meer internationale uitstraling hebben. Tijdens de Dansdagen bleken stad, provincie én het grootste deel van de Nederlandse danswereld – inclusief brancheorganisatie DOD – het hier hartgrondig mee oneens.
Opvallend was dat Wiering kort voordien tegenover Zuiderlucht had gezegd dat weliswaar was overwogen naar een andere stad te vertrekken (lees: er was een subsidieaanvraag naar de Kunstraad van Amsterdam gestuurd) maar men toch voor Maastricht had gekozen. Een directeur die met twee tongen sprak, dat zette extra kwaad bloed. Vorige maand meldde Wiering in een persbericht dat verhuizing van het festival naar Amsterdam weliswaar was onderzocht, maar dat “na uitgebreid overleg is besloten dat de huidige locatie Maastricht ook de komende periode een goede basis biedt voor het festival.’
De uitbreiding van het aantal speelplekken met onder andere Cultuurhuis AINSI (in een voormalige hal van cementfabriek ENCI) en in de toekomst wellicht de verbouwde Sphinx-Timmerfabriek speelt hierbij een belangrijke rol. De Maastrichtse wethouder Jean Jacobs noemt als factoren die tot een “hernieuwde keuze voor Maastricht” hebben geleid het besloten karakter van de stad (“ideaal voor kruisbestuiving en onderlinge uitwisseling”), nieuwe initiatieven in de regio (de Limburgse Dansweek, Station Zuid) en het choreografieconcours dat sinds 2007 wordt georganiseerd.
Dat klinkt redelijk, maar het is oud nieuws – die feiten lagen er al. Het is ook zeker niet zo, zegt Jacobs’ woordvoerder Lei Meisen, dat de NDD ooit een ‘nee’ van de zuidelijke overheden hebben gehoord met betrekking tot de groeiplannen. “Zij wilden gewoon naar Amsterdam en hebben daar een plan ingediend. Mijn inschatting is dat Ton Rombouts, burgemeester van Den Bosch, bij zijn aantreden als bestuursvoorzitter van de Dansdagen heeft gedacht: is dat nou wel verstandig? Hij heeft in elk geval meteen alle partners geconsulteerd.”
Meisens visie wordt bevestigd door Sophie Lambo, voorzitter van het DOD. “Rombouts is zich rotgeschrokken. Dát had zijn voorganger Geert Dales wel even mogen vertellen! Bij die gesprekken in Den Bosch is ook cultuurwethouder Carolien Gehrels van Amsterdam aangeschoven. Zij kon natuurlijk niet expliciet zeggen dat de Dansdagen het konden vergeten, maar heeft wel aangegeven de kansen niet erg groot te achten, met name vanuit financieel oogpunt.”
De rol van het DOD is overigens een merkwaardige: de brancheorganisatie heeft twee afgevaardigden in het bestuur van de Dansdagen en was dus officieel op de hoogte van de verhuisplannen. Maar in de praktijk wist men van niets. Eén van de afgevaardigden stond al een half jaar op non-actief en Wouter Overgaauw van Danswerkplaats Amsterdam (DWA) heeft ofwel zitten slapen, ofwel de belangen van zijn Danswerkplaats vóór die van het DOD laten gaan.
Een schoonheidsprijs verdient een en ander niet, geeft Lambo toe, maar “de organisatie had moeten inzien dat een dergelijk besluit niet alleen door het bestuur kan worden genomen. Zoiets overleg je met de leden van het DOD. Die vormen tenslotte het hart van de Dansdagen. Leontien Wiering heeft een en ander echter tijdens een ledenvergadering als mededeling gebracht. Het besluit was al genomen.”
Wiering, vorig jaar nog bevlogen ambassadrice van Amsterdam als thuisbasis, van de Dansdagen, liet vorige maand in NRC Handelsblad optekenen dat bij haar sprake was van voortschrijdend inzicht. Liet zij in september nog doorschemeren te zullen opstappen bij een afwijzing van de verhuisplannen, daar lijkt nu geen sprake meer van. “Mijn ambities om te groeien, kunnen nu ook in Maastricht gerealiseerd worden.”
Dus vrolijk verder, alsof er niets is gebeurd? Nee, zo is het nou ook weer niet. Lambo: “Het is de bedoeling dat de Nederlandse Dansdagen een onafhankelijk bestuur krijgen. Door deze toestand is gebleken dat de huidige samenstelling, met vertegenwoordigers van belanghebbende partijen, niet werkt. Daarin moet verandering komen, anders staan we straks weer tegenover elkaar. En dat willen we natuurlijk niet.”
Opvoering in het toen nog in aanbouw zijnde complex Piazza Céramique in Maastricht tijdens de Nederlandse Dansdagen in 2006. foto Vesteda/ Philip Driessen