Peachez van Toneelgroep Maastricht gaat over een studeerkamergeleerde die via internet de liefde van zijn leven ontmoet. Wat volgt is een bloedstollende e-mailcorrespondentie. Fons Geraets mailde met regisseur Michel Sluysmans.

FG: Dilemma! Hoe aandacht te besteden aan een boek/toneelstuk zonder het einde weg te geven? Want op spoilers zit niemand te wachten, nietwaar? Ik denk dat ik wel mag verklappen dat het slecht afloopt met onze hoogleraar latinistiek. Per slot van rekening wordt al in het prille begin gewag gemaakt van het feit dat hij zit opgesloten in een Argentijnse gevangenis en er rekening mee houdt ‘achter de tralies te sterven’. Bovendien onderschrijf ik de stelling dat goede kunst niet kapot te spoileren valt. Alle leed dat deze idiosyncratische geleerde zichzelf heeft berokkend vloeit voort uit een e-mailwisseling: eerst aftastend, later passioneel. Wat denk je, zou jij in een dergelijke phishingmail-val kunnen trappen?

MS: Ik ben de laatste die ooit nooit zegt, maar bij een geval zoals in het boek beschreven zou ik toch wel argwaan krijgen. Iedereen voelt vanaf het begin dat er iets niet deugt aan de internetrelatie die onze hoogleraar aanknoopt met de hem onbekende Sarah Peachez. Maar de man zelf, autoriteit op het gebied van Latijnse liefdespoëzie, loopt verblind door de liefde met open ogen in de val van een stelletje internetcriminelen. Jouw conclusie dat het slecht met hem afloopt blijft bij me hangen. Is dat wel zo? Zijn stelling is dat hij zich binnen de muren van zijn cel vrijer voelt dan in de echte wereld waar zaken als het huwelijk of een baan – om maar twee trivialiteiten te noemen – net zo benauwend en beklemmend kunnen zijn als een gevangenis. Hij heeft voor het eerst in zijn bestaan de liefde mogen ervaren en het praktische ongemak van een levenslange opsluiting neemt hij graag op de koop toe. De liefde, en in het verlengde zijn gevangenschap, hebben hem de ultieme vrijheid gebracht. Mijn vraag aan jou: kun jij je voorstellen dat iemand zo denkt? Wat betekent liefde voor jou?

FG: Het slot is een aangrijpende catharsis. De belazerde prof is niet bij machte om het bedrog te erkennen; hij weet dat Sarah een schim is, een imaginaire entiteit, maar blijft desondanks geloven in haar bestaan. “Zij draagt geen schuld”, noteert hij achter de tralies. Kippenvel. Althans in het domein van de literatuur. In de barre realiteit zouden psychiaters hallucinatoire verwardheid diagnosticeren. Daar kan ik goed inkomen. Wie raakt er nu tot in zijn diepste vezels verliefd op een vrouw wier lichaam je nooit hebt aangeraakt en wier ademhaling je nooit hebt gehoord? (In dat opzicht is hij de tegenhanger van David Lurie, de promiscue professor uit Coetzee’s In ongenade.) Je tweede vraag is een moerasvraag. Onmogelijk in kort bestek te beantwoorden. Eén zin uit de sprankelende brief die de apostel Paulus tweeduizend jaar geleden schreef aan de Korintiërs komt dicht in de buurt: “Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn.”
Ilja Leonard Pfeijffer schrijft in Peachez, een romance dat geven in de liefde geen ander doel kent dan het geven zelf. En in zijn toneeltekst Noem het maar liefde formuleert een personage het zo: “Ware liefde is belangeloos. Zij geeft alleen. Als je iemand weet lief te hebben die geen recht heeft op je liefde, is je liefde echt en puur.” Niks transactie, zuiver altruïsme – ik maak een diepe buiging. Trouwens, de hunkering naar liefde is ook een geliefd thema in de kunst. Ik moet denken aan Van het Groenewouds Je veux de l’amour: “Ik wil geen geld terug van de telefoniste, ik wil dat ze van me houdt, pour toujours.”

Foto: Stephan Vanfleteren

MS: Haha, dat zijn mooie referenties. Maar nog even: hallucinatoire verwardheid?!? Met die diagnose zet je de hoofdpersoon onterecht op veilige afstand. De man leert ons iets heel belangrijks over de liefde, namelijk dat zij bestaat als je er zelf in wil geloven. Dat het concept van de liefde is gebaseerd op fictie, verbeeldingsvermogen en projectie. Dat mogen we niet afdoen als de gedachte van een verwarde man. Ik denk dat er in de ‘barre realiteit’ zoals jij dat noemt, vele weldenkende mensen zijn die wel degelijk liefde voelen voor iemand die ze nog nooit hebben gezien of aangeraakt. En zelfs ook als het object van die liefde helemaal niet bestaat.
Geloof jij, zoals 85 procent van de wereldbevolking, in een God? God, door de mens geschapen naar Zijn eigen beeld, is slim genoeg om de illusie die we van Hem hebben niet te verstoren door te bestaan. Ons geloof in Hem is helemaal niet van Zijn bestaan afhankelijk. Integendeel: Zijn bestaan zou ons geloof en onze liefde onmogelijk maken. Het is niet God die vele levens verrijkt, maar het geloof in Hem. Om nog een stap verder te gaan: zelfs de liefde tussen personen in de tastbare werkelijkheid is grotendeels een fantasie, waarbij wij de ander scheppen naar ons eigen beeld en hopen dat hij of zij daar een beetje op wil gaan lijken. Het werkelijkheidsgehalte van de zogenaamd werkelijke liefde moet niet worden overschat. Het intreden van de werkelijkheid betekent meestal de dood van de fantasie en het einde van de relatie. De liefde is een geloof. Dat is niet erg, maar heel mooi. Enkel diegenen die het vermogen ontwikkelen tot verbeelding slagen erin de illusie van de liefde werkelijkheid te laten worden. De hoofdpersoon in Peachez is een ontroerend voorbeeld.

FG: Net als de Inuit, die honderd woorden hebben voor sneeuw (ik hou dit broodje aap graag in stand), zouden wij honderd woorden moeten hebben voor liefde om al haar finesses in kaart te brengen. Enfin, ik blijf zitten met de vraag of hier überhaupt sprake is van liefde. Is het niet veeleer verliefdheid, het embryonale stadium van liefde? Of pure geilheid? Er gebeurt nog iets: verleidster Sarah Peachez zet de prof niet alleen in vuur en vlam, maar bezorgt hem ook levensvreugde. Door de stroom aan mailtjes van zijn Dulcinea krijgt z’n droogkloterige bestaan een boost van jewelste: hij koopt hippe kleding, duikt het café in, verwaarloost zijn werk en neemt, ondanks zijn pathologische vliegangst, het vliegtuig. (Ik snap dat verliefdheid is opgenomen op de WHO-lijst van psychische stoornissen.) Zijn doffe lethargie wordt ingeruild voor wat de Duitsers Lebensbejahung noemen. Volgens Wikipedia “een filosofische opvatting; ongeveer: ja zeggen tegen het leven.”
Hoe ga jij dit liefdespandemonium als regisseur vormgeven op het toneel? Wordt het zo’n exuberante voorstelling als Noem het maar liefde of kies je voor een soberdere aanpak?

MS: Peachez wordt vormvaster. Daar vraagt het verhaal ook om. Noem het maar liefde bevatte vele personages, tijden en situaties, Peachez focust zich op één verhaallijn tussen twee personages. De voorstelling zal dan ook kleiner, intiemer zijn, het publiek zit dicht op de huid van de acteurs. Wij zullen Sarah Peachez, ‘de vrouw die niet bestaat’, ten tonele brengen. Het publiek moet, met de hoofdpersoon mee, in haar gaan geloven. Sarah Peachez nestelt zich in het hoofd en het hart van de oude professor, gespeeld door Porgy Franssen, en zal daar nooit meer weggaan. Maartje van de Wetering zal zich als actrice op dezelfde manier gaan nestelen in het hoofd en hart van het publiek.

Peachez, Toneelgroep Maastricht. Première 28 september Theater De Bordenhal Maastricht. Daarna van 25 september t/m 7 december tour door Nederland. toneelgroepmaastricht.nl