Toen Rogier Knipscheer in 2005 gevraagd werd om een boekhandel over te nemen, hoefde hij niet lang – nou ja, een paar dagen – na te denken. Sindsdien runt hij samen met vennoot Jacqueline Janssen boekhandel Koops in Venlo. “Als je zelf niet leest, verlies je de slag.”

Wie denkt dat jongeren geen boeken meer lezen, laat staan kopen, moet hoognodig op woensdagmiddag naar Venlo. Daar, bij boekhandel Koops, komt deze volgens velen met uitsterven bedreigde menssoort nog voor. Op hun vrije middag komen leeszuchtige kinderen, soms met hun moeder, soms alleen, er een boek uitzoeken. “Ze hebben hun eigen beursje bij zich”, zegt Rogier Knipscheer, “en als ze weggaan, zijn ze helemaal blij. Dan weten ze dat ze de rest van de dag lekker kunnen lezen.”

“De jeugd leest veel”, zegt Knipscheer. Als hij daarop een vragende blik krijgt toegeworpen, doet hij er nog een schepje bovenop. “De kinderboekenverkoop stijgt. Ja, ook als er géén nieuwe Harry Potter uitkomt.” Toen hij vorig najaar Jill Schirnhofer, bekend van de reeks Tekenen met Jill, naar Venlo haalde, stond de straat vol met jubelende lezertjes tussen de vijf en de tien jaar. “We hebben een rood-wit lint moeten spannen om de signeersessie in goede banen te leiden.”

Pessimisme is aan Knipscheer niet besteed. Van zijn twee opgroeiende zonen is de oudste een alleslezer; de jongste las aanvankelijk minder. “Tot hij Thea Beckman ontdekte, zo’n dikke historische pil. Sindsdien is ook hij verkocht. Je moet erachter komen wat de kinderen tof vinden.”

Van huis uit is Rogier Kipscheer project engineer in de IT. De baan was oké, maar hij kwam weinig onder de mensen. Toen Jacqueline Janssen, die hij leerde kennen toen ze samenwerkten in een inmiddels ter ziele gegane boekwinkel in Tegelen, hem vroeg om samen boekhandel Koops over te nemen, hoefde hij niet lang na te denken – nou ja, een paar dagen. Sindsdien zijn ze vennoten en runnen de enige boekhandel in Venlo en omstreken. Dat laatste kan ruim worden opgevat; de dichtstbijzijnde zelfstandige boekhandels zitten in Nijmegen (65 km), Eindhoven (55 km) en Sittard (60 km).

De concurrentie zit vooral op internet, bij webshops als bol.com. “We concurreren met de bank”, zegt Knipscheer. “De mensen hoeven er niet eens van op te staan om een boek bestellen.” Boekhandels als Koops moeten het hebben van de lezers die een boek in hun handen willen hebben, lezers die vinden dat de boekhandel niet uit het straatbeeld mag verdwijnen. “We moeten het hebben van de gunfactor.”

Boekhandelhandel Koops (250 m2 winkeloppervlak, 14 werknemers) heeft ook de plaatselijke VVV-balie en een servicepunt van pakketbezorger DHL in huis. Van de DHL-klanten heeft Koops het meeste profijt. “Dat zijn vaak jonge moeders die met retourzendingen komen voor spullen die ze bij postorderbedrijven als Wehkamp en Zalando hebben gekocht. Die kopen op de terugweg door de winkel nog wel eens een boek.”

De bundeling van functies is genoeg om de omzet stabiel te houden. Zij het dat de boekenverkoop laatste jaren een lichte daling laat zien. “Er zijn geen echte bestsellers meer”, zegt Knipscheer. “En door het boekenpanel van De Wereld Draait Door is de aandachtspanne korter geworden. Tijdens het programma zit ik klaar om de door het panel gekozen boeken te bestellen. Die moéten we de volgende dag in huis hebben, over een maand zijn het weer andere.”

Nou en of is het boekenvak veranderd sinds Knipscheer dertien jaar geleden begon. Veel winkels zijn gesneuveld, bol.com heeft intussen tien procent van de markt. Hoewel hij DHL eigenlijk binnenhaalde om per direct de via internet bestelde boeken te versturen, gaat het daar om hooguit vier procent van de omzet. “Ik ben er amper mee bezig. Ons bestaansrecht is bezig zijn met de klant in de winkel, met persoonlijke adviezen. Daarbij is het belangrijk dat je zelf veel leest. Als je niet leest, verlies je de slag.”

Zijn favorieten? “Ik lees vooral literatuur. Ik houd van Umberto Eco, Julian Barnes, Niccolò Ammaniti en Douglas Coupland. En van het absurdisme bij P.F. Thomése en Dimitri Verhulst. Maar het allermooiste boek van vorig jaar was toch wel Het achtste leven van Nino Haratischwili.”

Hoewel het aandeel webverkoop bij Koops niet groot is, blijft internet voor de moderne boekverkoper onmisbaar, zegt Knipscheer. Daar ontpopt de grote boze vijand zich ineens als medestander. “Restanten van de uitverkoop zet ik via bol.com te koop. Een boek dat ik hier voor vijftien euro niet verkocht krijg, kan daar zomaar zestig euro opleveren.”

Ook zit hij veel op social media. “Elke dag schrijf ik een blog over wat ik meemaak, dus ook hier in de zaak. Als ik een keer oversla, krijgt ik reacties: ‘Waar was je vanmorgen?’ Zo houd ik contact met mijn omgeving; met alleen goede service kom je er niet.

Knipscheer is ervan overtuigd dat boek én boekhandel zullen overleven. Wishful thinking? Lachend: “Ja, misschien wel, ik wil nooit meer project engineer zijn. Maar ik geloof in de magie van het papieren boek. Het e-boek slaat niet aan, in de VS is het op zijn retour. Ik geloof niet dat je van een download even blij bent als van een knoeper van een boek waarmee je hier naar buiten loopt.”

Wat zou hij doen als hij minister van cultuur was met een zak vol geld om het boeken te stimuleren? “Ik zou het Franse model overnemen. Daar worden boekhandels, mits ze vernieuwend zijn, gesteund door de overheid.”

Dringen we daar de ontlezing mee terug? “Ik denk het wel. Elke keer als we hier iets voor kinderen organiseren, trekken we veel publiek. En ik vind het vreemd dat van de twee organisaties die bezig zijn met boeken, alleen de bibliotheken worden gesubsidieerd. Terwijl je daar juist steeds mínder boeken ziet.”

Dit is het vierde deel in een reeks van tien over boekhandels in tijden van ontlezing.