Marita en Alma Mathijsen, moeder en dochter, emeritus-hoogleraar en schrijfster, publiceren, als essay voor de Maand van de Geschiedenis, een openhartige en nietsontziende mailwisseling over de relatie tussen de seksen. STAN VAN HERPEN zocht hen op. “Kwaad zijn is waardevol.”

Wie zelf oudere kinderen heeft, herkent het klassiek stekelige discours. De moeder tegen haar dochter, wanneer de fotograaf aan de slag wil: “Kam je nog wel even je haren, lieverd?” De dochter: “Maaammmm!”

Dochter Alma Mathijsen, even later, poserend voor het raam: “Die andere fotograaf zei: ‘Tot je moeder binnenkwam, was je heel ontspannen’.” Moeder Marita Mathijsen, quasi verontwaardigd: “Nou ja zeg.”

Ook in het boekje Niet schrikken mama, het essay dat ze samen schreven voor de Maand van de Geschiedenis, over feminisme en de veranderende kijk op de seksen, bekvechten de twee wel vaker volgens de gangbare regels van het moeder-dochter-duel. Bij sommige passages denk je dat het niet meer goed komt tussen de twee. Rolverdeling: dochter de strijdbare activiste, moeder de genuanceerde, rationele wetenschapper.

Moeder Marita: “Ik had steeds de neiging om te zeggen: ‘Joh, blijf eens bij de les’. Maar ik besefte dat het associatieve springen van het ene naar het andere onderwerp juist haar kracht is.”
Dochter Alma constateert dat ze blijkbaar makkelijk in de kritische puberrol schiet. Citaat: “Allejezus, mama, je klinkt inderdaad als die engerds die voor abortusklinieken staan, foto’s in de lucht houdend van hoe de foetus er na drie maanden uitziet. (…) Je moet het echt nog beter tot je door laten dringen: het abortusrecht staat onder druk, de uitspraken die je doet dragen daaraan bij.”
Toch even voor de zekerheid: het gaat goed tussen hen? Twee meewarige joh-jij-bent-ook-niks-gewend-blikken vanaf de bank. Alma: “Ons contact is gewoon intens, dat is altijd al zo geweest.”

Marita: “Ja, intens is het beste woord, we ontzien elkaar niet.”

Alma: “Dat krijg je als je opgroeit in een huis met mondige ouders en weinig formaliteiten. En mijn moeder is ook kritisch naar mij hoor. Ze leest al mijn teksten en dan houdt ze zich niet in.”

Marita: “De openheid kwam vanzelf. Het zegt wat over onze relatie, maar ik vind ook dat je dit onderwerp alleen maar op een persoonlijke manier kunt benaderen.”

Alma: “We zijn moeder en dochter, daar kun je niet van weglopen. Ik zou ook niet weten hoe we het anders hadden moeten doen.”

Marita: “Op papier ben ik tamelijk genuanceerd, zeker bij een gevoelig onderwerp als dit. Ik voelde het verleden voortdurend. Als feministen de huidige misstanden aanhalen – die ik overigens niet wil bagatelliseren – denk ik tegelijkertijd: er is de afgelopen honderd jaar al zoveel ten goede veranderd.”

Alma voelt zich verwant met de strijd van bekende feministen van haar generatie, zoals Sunny Bergman, Simone van Saarloos en Sylvana Simons. “Ik snap de nuances van mijn moeder, maar kwaad zijn is ook waardevol: een duidelijke stellingname levert een dynamiek op die cruciaal is als je wat wil veranderen. En kom, zo heftig en gedurfd zijn mijn uitspraken ook weer niet.”
Even een surplace voor wat context. Locatie: klassiek herenhuis in Amsterdam Oud-Zuid waar Marita Mathijsen al decennia woont en waar Alma Mathijsen opgroeide. Onderwerp: hun boek Niet schrikken mama, een mailwisseling tussen de twee, afgelopen voorjaar, over de relatie tussen de seksen, het thema van de Maand van de Geschiedenis. Personages: Marita Mathijsen (Belfeld, 1944), emeritus-hoogleraar Nederlandse letterkunde, kenner van de negentiende eeuw en onder andere bekend door haar veelgeprezen biografie van Jacob van Lennep. Dochter en schrijfster Alma Mathijsen (Amsterdam, 1984), publiceerde enkele romans, waaronder De grote goede dingen, over haar vader, de violist en provo Hub Mathijsen, die overleed toen ze tien was. Dit najaar verschijnt haar nieuwe roman, Ik wil geen hond zijn.
Alma Mathijsen schreef de afgelopen jaren veel over feminisme en #MeToo, haar moeder is als negentiende eeuw-specialist bekend met de Nederlandse feministen van het eerste uur – een goede match, zo moeten ze bij de Stichting voor de Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) hebben gedacht, uitgever van het jaarlijkse Maand van de Geschiedenis-essay. Moeder en dochter twijfelden geen moment. Samen iets publiceren als bloedverwanten is bijzonder. Maar de inhoudelijke afwegingen waren minstens zo belangrijk.

Marita: “We zagen direct de interessante tegenstellingen tussen ons bij dit onderwerp. De horizontale activistische blik van Alma versus mijn verticale historische benadering.”

Alma: “En de tegenstelling emotioneel-rationeel. Die tegenstellingen zie je ook voortdurend terug in het boek.”

Marita: “Ik schrijf ook wel met en over emotie, die vrouwelijke kant laat ik ook in mijn wetenschappelijke werk zien. Maar ik laat emoties in die zin buiten beschouwing dat ik het niet over mijn eigen emoties heb.”

In het mailessay kruisen moeder en dochter niet alleen de degens over de stand en invulling van het feminisme, maar ook over het onderscheid tussen de seksen. Alma Mathijsen gelooft nadrukkelijk dat de samenleving uiteindelijk moet en zal groeien naar een minder en zelfs non-binaire benadering van de seksen, waarbij we nog wel vrouwelijke en mannelijke eigenschappen onderkennen, maar een onderscheid tussen de twee seksen steeds minder relevant wordt. Marita Mathijsen gaat slechts ten dele mee met haar dochters toekomstbeschouwing en -wens.

Alma: “Ik vind mijn moeders denkbeelden soms wat conservatief, haar houding echter niet.”

Marita: “Wat is conservatief? Je kunt het ook standvastig noemen, vasthoudend aan waarden die zich bewezen hebben.”

Een non-binaire kijk op de seksen schuurt logischerwijze met het feminisme, dat bestaat op basis van een biologisch onderscheid. Alma: “Ik geloof in een non-binaire wereld, maar daarin leven we nog niet. Dus kunnen we in het dagelijkse leven niet anders dan de verschillen tussen de seksen benoemen om de positie van de vrouw te verbeteren. Hokjes heb je nodig, die bieden veiligheid en duidelijkheid. En ja, de man zit nu ook in een hokje. Dat wekt weerstand op, maar ik zie niet hoe het op korte termijn anders zou moeten.”

Niet schrikken mama is niet alleen een eerlijk en kwetsbaar boek, het gaat ook over een onderwerp dat veel mensen uitermate persoonlijk opvatten en waarover het makkelijk boos worden is. Vrezen ze de reacties?

Marita, met een vilein lachje: “Ach, ik heb me laten vertellen dat dit soort boekjes niet zoveel gerecenseerd wordt, dus het zal wel meevallen.”

Alma: “De angst is er altijd. Maar ik heb als schrijver altijd veel kracht geput uit een persoonlijke, kwetsbare manier van schrijven. Als je dichtbij jezelf blijft, kunnen ze je uiteindelijk minder hard raken. En als ze denken dat ze je dan toch persoonlijk moeten aanvallen, zijn het eikels.”

Marita Mathijsen groeide als Marita Verkooijen op in het Noord-Limburgse dorp Belfeld, ten zuiden van Venlo. Moeder was huisvrouw, vader psycholoog – haar minihond Mimi wordt nog steeds in zuiver Noord-Limburgs toegesproken. Vader en moeder leven niet meer, maar het ouderlijk huis is nog in de familie en de band tussen de negen kinderen is sterk. Marita: “Als we samenkomen in het huis, worden we weer allemaal kind.”

Ook Alma bewaart vooral liefdevolle herinneringen aan haar jeugd in Amsterdam. “Er werd hard gewerkt, maar ook genoten. De vrienden van mijn vader die hier muziek kwamen maken, ik vond dat heerlijk.” Van een klassieke rolverdeling tussen man en vrouw was thuis geen sprake: Marita werkte op de universiteit, Hub zorgde overdag voor Alma en was ’s avonds op pad voor de muziek. Marita: “Alma’s eerste woordje was ‘baba’, we wisten niet of ze dan papa of mama bedoelde.”

Alma in Niet schrikken mama: “Ik wil meer van ons huis terugzien in de wereld, volgens mij is dat uiteindelijk mijn wens.” De mailwisseling leverde hen persoonlijk in elk geval voldoende op, vinden ze. Alma zegt dat ze haar moeder weer ietsje beter heeft leren kennen. Ze zien elkaar vaak, maar het dagelijkse dal der plichten van verjaardagen, kapotte fietsen en tips voor het snijden van een courgette vult ook grotendeels hun gezamenlijke tijd. Het boek dwong hen over hun relatie na te denken. Haar moeder realiseert zich dat ze haar dochter in haar jeugd meer in het keurslijf van vrouwelijk rolpatronen heeft geperst dan ze dacht.

Marita: “Haar opvoeden als het mooie meisje, het vrouwelijke accentueren, haar in roze jurkjes hijsen: ik beschouwde mezelf als geëmancipeerd, stond voor gelijke rechten voor man en vrouw, en toch ging ik daar in mee. Ik hoop dat ouders zich er door dit boekje meer bewust van worden dat ze hun kinderen waarschijnlijk veel meer volgens vaste gender-patronen benaderen dan ze denken.”

Alma: “Ik zou het prachtig vinden als ouders en kinderen hetzelfde gaan doen als wij: naar hun eigen band kijken. En dan meer specifiek naar de genderpatronen waarmee ze elkaar hebben gevormd.”

In het kader van de Maand van de Geschiedenis, elk jaar in oktober, publiceert het CPNB een essay, veelal geschreven door bekende Nederlandse auteurs. Dit jaar is het thema Zij/Hij, over de verhoudingen tussen de seksen in heden en verleden. Het boekje Niet schrikken mama (3,75 euro) van Alma en Marita Mathijsen ligt vanaf deze maand in de boekwinkels.