Vijf jaar geleden werd Oud-Rekem uitgeroepen tot Mooiste Dorp van Vlaanderen. Gezien de toestand waar het dorp een kwart eeuw eerder verkeerde, was dat niet evident. Tot in de jaren tachtig ging Oud-Rekem gebukt onder de nabijheid van het Rijkspsychiatrisch Centrum. Ook economisch ging het slecht. Bewoners trokken weg, er was leegstand en verpaupering.
De titel van ‘mooiste dorp’ betekende een ommekeer die past bij de grillige geschiedenis van Rekem die sinds de late middeleeuwen wordt gedomineerd door het kasteel. Sprekend voorbeeld is de plattegrond van een renaissance-stadje, die het huidige Oud-Rekem kreeg op initiatief van graaf d’Aspremont-Lynden.
Als gezegd drukte het 180 jaar oude gesticht, een idee van Napoleon, een zware stempel op het dorp. Toen de laatste patiënten in 1988 vertrokken, had Oud-Rekem er een probleem bij: niemand had nagedacht over de toekomst van de monumentale gebouwen op het domein van het Rijkspsychiatrisch Centrum.
De eerste initiatieven tot renovatie van het dorp kwamen in dezelfde periode tot ontwikkeling. Ze kwamen van binnen én van buiten het dorp. De Museumvrienden Oud-Rekem bekommerden zich niet alleen om het erfgoed, maar smeedden ook plannen om het dorp weer tot leven te wekken. De hulp van buiten was afkomstig van oud-ondernemer Leon Hermans, die in 1993 kasteel én domein kocht. Hij huurde architect Jo Coenen in die een spectaculair ontwerp maakte voor een campus-achtig dorp met honderden woningen.
Zo ver komt het niet. In 2003 neemt Ernst Stefels het stokje over van de moegestreden Hermans. Nu, tien jaar later, nadert zijn Masterplan de afronding met de aangekondigde nieuwbouw van een zorgcentrum.
Deze publicatie schetst in woord en beeld de geschiedenis van het domein en de wonderbaarlijke metamorfose van een ten dode opgeschreven complex tot een parkachtig woongebied. Vrijwel parallel daaraan veranderde het zieltogende dorp door een nauwgezette restauratie tot een toeristische attractie met geconserveerd erfgoed. Het kan verkeren.