Dario Calderone laat als solist horen hoe veelzijdig de contrabas is. Het instrument kan zingen, zweven, grommen, dansen, splijten en galmen.
De meeste mensen kennen de contrabas als solide tijdmeter, swingende stuwer en legger van een donkerbruin fundament. De bespeler staat vrijwel altijd achter de andere instrumenten, als rots in de branding. Dario Calderone doet het anders. Hij zet de reus van de strijkersfamilie op de voorgrond, in z’n eentje.
De Italiaanse contrabassist plaatst zichzelf als solist in een traditie die teruggaat tot de jaren tachtig, toen componisten op zoek gingen naar nieuwe geluiden. ‘Toen bleek dat de lage frequenties veel rijker waren dan verwacht. De bas heeft veel boventonen in zich, de percussieve mogelijkheden zijn aantrekkelijk en de resonantie klinkt door de lengte van de snaren lang door. Als tiener in Rome speelde ik basgitaar en gitaar in punkbandjes, maar toen ik daar mee ophield koos ik de contrabas vanwege zijn ruige geluid. Het is alsof het instrument constant in overdrive staat.’
Het programma waar Calderone nu mee optreedt bevat een splinternieuw stuk dat de Spaanse componist Alberto Posadas voor hem componeerde in opdracht van De Link. ‘Ik heb Alberto een van mijn instrumenten geleend en samen zijn we systematisch multifonische klanken gaan onderzoeken. Dan brengt een snaar meerdere geluiden gelijktijdig voort. Een noot valt in verschillende componenten uiteen.’
Ook onderdeel van zijn optreden is Voyage that never ends van Stefano Scodanibbio, Calderones leermeester die tien jaar geleden overleden is. ‘Persoonlijk vind ik dit het belangrijkste stuk voor contrabas dat ooit gecomponeerd is. Het wordt alleen weinig gespeeld omdat Stefano de noten nooit heeft opgeschreven. Hij heeft de compositie mondeling op mij overgedragen en het is mijn missie om haar weer tot leven te brengen.’
Dit soort experimentele muziek die het klankpalet van de bas oprekt en verdiept, vergt een continu leerproces van de bassist. ‘Het specifieke idioom vraagt om onorthodoxe technieken. Bij ieder stuk moet ik opnieuw leren spelen en uitvinden hoe ik mezelf kan uitdrukken. Het gaat niet zozeer om hoeveel noten je in korte tijd kunt spelen, zoals een tijdje de mode was, maar om hoeveel aandacht en bewustzijn je in die noten stopt.’
Een goede compositie bevat net als een goede toneeltekst niet teveel informatie, vindt Calderone. ‘Zij laat een bepaalde mate van onzekerheid en ruimte zodat de speler het stuk naar zijn eigen hand kan zetten. De componist Giorgio Netti verwoordde het ooit treffend: “Ik bouw een ruimtevaartuig en de muzikant moet alle wijzertjes, knopjes en lichtjes kennen om ermee de lucht in te gaan. Maar hoe hij vliegt, moet hij weten. De muzikant is de astronaut.”’
Dario Calderone. Op 19 april om 20.30 uur in Het Cenakel Tilburg. delink.nl
Dit artikel is onderdeel van &PAPER en valt buiten de verantwoordelijkheid van de ZOUT hoofdredactie.