Voor Marie Vinck was 2022 een kanteljaar. Met FC Bergman klauwde ze zich vanuit een bijna burn-out naar de New Yorkse podia. Ook speelde ze de hoofdrol in de thriller Ritueel. ‘Het lukt nu beter om meer plezier te hebben’, kijkt ze met YANNICK DANGRE terug. ‘Laat de fun maar beginnen.’

‘Het was eigenlijk best een bevrijdend jaar,’ zegt Marie Vinck aan een tafeltje in De Walvis, een koffiebar in de Antwerpse wijk Zurenborg waar de regen met bakken uit de lucht valt.

In 2021 was ze zowat tegen een burn-out aangelopen door de bewerking van De toverberg van Thomas Mann die ze samen met Stef Aerts, haar partner en collega bij FC Bergman, maakte. Achteraf was dat niet zo’n goed idee, stelt ze vast. ‘Normaal hebben we Joé Agemans en Thomas Verstraeten, de twee andere leden van ons gezelschap, om mee te overleggen, en stopt het intellectuele gepingpong zodra we uiteengaan. Dat was, door corona en het feit dat Stef en ik samenwonen, niet het geval, waardoor het brainstormen over de voorstelling nooit stopte. Elke seconde van de dag konden we elkaar lastigvallen met een nieuw idee, onze woonkamer lag vol materiaal, werk en privé liepen totaal dooreen. Daar zijn we allebei aan onderdoor gegaan, wat ook niet goed was voor de voorstelling. Toen hebben we beseft dat we er altijd andere mensen bij moeten betrekken. En dat het voor Stef en mij gezond is om, naast FC Bergman, ook onze individuele projecten te hebben.’

Toch is en blijft FC Bergman haar core business. Ze definieert zich in de eerste plaats als theatermaakster, ook al was dat niet per se waar ze als kind van droomde. Vinck groeide op in Antwerpen als dochter van actrice en regisseuse Hilde Van Mieghem en wilde vooral niet zomaar in die voetsporen treden. Ondanks enkele bijrollen als kind in televisieseries koos ze voor een studie Germaanse talen. Pas daarna, toen ze zeker wist dat ze wilde acteren, besloot ze naar de toneelschool te gaan.

Vinck: ‘Daar is FC Bergman ontstaan, een beetje à l’improviste. We waren zes jaargenoten die elkaar vonden in een afkeer van het teksttheater dat we al zo vaak op school moesten brengen. Wij wilden de focus leggen op het beeldende, en hadden nogal grootschalige voorstellingen voor ogen. Toen ons door een plaatselijk festival werd gevraagd om iets te maken, is de bal aan het rollen gegaan.’

Ze vertelt het glunderend, spreekt nog steeds over de beste jaren van haar leven. ‘Het was een chaotische periode, we moesten toen alles zelf doen: promotie, verkoop, bedenken, regisseren, spelen. Maar precies daardoor was ons zestal ook voortdurend samen, we zaten dag en nacht op café om al die wilde plannen eindeloos te bespreken. Het was een tijd van zwelgen en heerlijk weinig relativering. Het was het soort oeverloze, romantische kunstenaarschap waar ik wel eens heimwee naar heb.’

Marie Vinck: ‘Het Antwerpse publiek en de geschiedenis van het Toneelhuis liggen ons na aan het hart.’ foto Marleen Daniëls

Inmiddels is FC Bergman sterk geprofessionaliseerd en opereert het sinds 2013 onder de vleugels van het prestigieuze Toneelhuis in Antwerpen. In een hoog tempo oogstten ze successen met Wandelen op de Champs-Elysées, 300 el x 50 el x 30 en Van den vos, groots opgezette voorstellingen in een sublieme, alomgeprezen beeldtaal. Pas met JR in 2018 experimenteerden ze met hun eerste volledige tekstvoorstelling, zij het ook daar weer in een imposant decor waarbij een heel appartementsblok werd nagebouwd. De grote greep is hun niet vreemd.

Ondanks het vertrek, in 2016, van Bart Hollanders en Matteo Simoni en de tekstuele experimenten is het kernthema van FC Bergman altijd hetzelfde gebleven: de spartelende mens in een veel te groot universum. ‘We zijn op dat vlak nog steeds niet uitverteld. Door steeds nieuwe ontmoetingen te hebben en andere boeken en kunstwerken te (her)ontdekken vinden we telkens andere wegen om dat verhaal uit te diepen: het individu dat tegen beter weten in vat probeert te krijgen op de wereld. Daarom ben ik ook theater gaan maken: om mijn eigen twijfels, angsten, overwegingen te kunnen toetsen aan die van een ander mens. Om wederzijds begrip te creëren via wat ik maak.’

En dat werkt. FC Bergman werd meermaals geselecteerd voor het Theaterfestival van Avignon en rijdt sinds enkele jaren een indrukwekkend internationaal parcours, met afgelopen najaar zelfs hun Amerikaanse première. ‘Dat was een fantastische ervaring. Het voelde als een bekroning van vijftien jaar FC Bergman om in hartje New York vier keer voor een enthousiast publiek te mogen spelen. Met een artikel in The New York Times aan toe.

‘We hadden wel kunnen uitwijken naar het buitenland, maar waarom zouden we dat willen?’

In 2023 wacht een voorstelling in Australië, afgelopen voorjaar leek het er even op dat het buitenland zelfs de definitieve bestemming van FC Bergman zou worden. Tot veler consternatie besloot de Vlaamse regering om de subsidies voor het Toneelhuis te schrappen, voor Vinck ‘zonder twijfel de moeilijkste periode van het jaar. Je werkt al jaren samen met die fantastische ploeg, bent trots om deel uit te maken van het Toneelhuis met zijn prachtige Bourlaschouwburg, en dan plots wordt dat alles existentieel bedreigd. We hadden wel kunnen uitwijken naar het buitenland, maar waarom zouden we dat willen? Het Antwerpse publiek en de geschiedenis van het Toneelhuis liggen ons na aan het hart.’

Dankzij een breed gedragen protestactie werd de beslissing teruggeschroefd, al zijn de spanningen tussen het culturele veld en de politiek niet verdwenen. Ook op andere fronten ziet de wereld er onheilspellender uit dan toen Vinck aan haar carrière begon; toch zijn de voorstellingen van FC Bergman met de jaren optimistischer geworden. ‘Het klopt dat ons mens- en wereldbeeld in onze beginperiode veel zwarter was. Ik kan die evolutie moeilijk verklaren; misschien is de noodzaak vandaag veel groter om mooie dingen te kunnen blijven zien.’

Tegelijkertijd moet ze bekennen dat ze het, sinds ze een een dochter heeft, moeilijker vindt om zich te verhouden tot het leed van de wereld. ‘De gedachte dat al deze en nog ergere ellende je eigen kind te wachten staat, verlamt me soms totaal. In dat opzicht sluit ik me vaker af voor die veelheid aan informatie, ook al weet ik dat ik het niet zou mogen doen. Mijn dochter is nog maar vijf, maar ik denk vaak aan de tieners van vandaag, hoe zij met al die doemberichten moeten omgaan. Wat ik vooral jammer vind, is om de relativering en humor bij die generatie te zien wegebben. Maar misschien vragen deze tijden ook louter ernst, ik weet het niet.’

En zo keren we, onder een opklarende hemel, terug naar het begin: de nood aan individuele projecten. De release van de Vlaamse thriller Ritueel in september was een absoluut hoogtepunt in Vincks jaar. In de film speelt ze een forensisch duikster die betrokken raakt bij een gruwelijke moordzaak. ‘De opnames waren intens. Ik moest dingen doen waar je normaal tien jaar duikervaring voor nodig hebt, het was bij momenten levensgevaarlijk, maar ik was blij dat ik me helemaal in dat project kon gooien. Het was ook een verademing om na een jarenlange pauze weer op een filmset te staan. De energie van zo’n ploeg, het hier en nu zonder dat je alles, zoals bij theater, al tientallen keren hebt gerepeteerd geeft een heel goede adrenaline.’

Volgend jaar kondigt zich alweer druk aan met de bewerking van een opera van Monteverdi in Genève, een expo en filminstallatie in het kasteel van Gaasbeek en toeren in het buitenland. Dat ze veertig wordt, deert haar weinig. ‘Als ik erop terugkijk, heb ik het afgelopen decennium te veel gewerkt en ben ik tout court wat te ernstig geweest; ook in de opvoeding van mijn dochter kan ik dat moeilijk loslaten en wil ik alles te perfect doen. Het laatste half jaar lukt het me eindelijk beter om er op alle vlakken rustiger in te staan en meer plezier te hebben. Laat de fun maar beginnen.’

Marie Vinck (Antwerpen, 1983) is actrice en theatermaakster. In 2007 richtte ze met vijf medestudenten het collectief FC Bergman op, dat inmiddels een internationaal gelauwerde carrière kent. Vinck speelde ook mee in televisieseries en films zoals de Vlaamse kaskraker Loft.