Elke crisis heeft een of meer olifanten in de kamer, grote problemen waar we het liever niet over hebben. Ook in de coronacrisis zijn er tal van olifanten, in de kamers van de zorg, het onderwijs, de economie en de cultuur. Yilmaz Dziewior, directeur van Museum Ludwig in Keulen, benoemde recentelijk een olifant in de museumsector: ‘Een van de dingen die de crisis ons liet zien is dat het zogenaamde normaal niet normaal was. Het is niet ons doel om terug te gaan naar waar we zijn opgehouden.’
Hoe zag dat zogenaamde normaal eruit? Jaarlijks stijgende bezoekersaantallen, van 23 miljoen in 2010 tot 33 miljoen in 2019. Meegroeiende eigen inkomsten, tot de helft van de totale begroting. Een eindeloze reeks van nieuwe gebouwen, renovaties en uitbreidingen, van Wassenaar tot Assen, van Leiden tot Vorden. Naar aanleiding van het Rembrandtjaar is er al veel gezegd over de blockbuster-gekte. Ook de prijzen van kunstwerken tarten het gezond verstand: drie miljoen voor een Twentse Constable of een Drentse Van Gogh, tachtig miljoen voor het deeltijd-eigendom van de portretten van Marten & Oopjen.
In het voorjaar hoopte de museumsector nog op een ‘V-vormig herstel’: met z’n allen hard onderuit en met dezelfde vaart er weer bovenop. Maar die hoop is inmiddels omgeslagen in onzekerheid en ongeloof. De opgaande spiraal van meer bezoekers (vooral oudere hoogopgeleiden en toeristen), meer spectaculaire, dure tentoonstellingen en grotere marketingbudgetten is ingestort.
Musea moeten daarom op zoek naar een breed en divers publiek: inclusiviteit wordt een bittere noodzaak. Ze moeten leren hoe ze hun nieuwe bezoekers actief betrekken bij de ontwikkeling van tentoonstellingen. In plaats van kostbare bruiklenen vaker de eigen collecties laten zien, naast bekende namen ook de kunstenaars uit hun eigen omgeving de aandacht brengen. Minder concurreren en meer samenwerken, zodat ze een deel van hun reclamegeld kunnen besteden aan educatie en publieksbemiddeling. Ook dat draagt bij aan het bereiken van nieuwe bezoekers.
De groei van de afgelopen periode was niet normaal. De komende jaren moeten musea opnieuw ontdekken hoe ze – gewoon – hun maatschappelijke rol kunnen spelen.
Dingeman Kuilman is directeur van het Stedelijk Museum Breda.
Dit artikel is onderdeel van &PAPER en valt buiten de verantwoordelijkheid van de ZOUT hoofdredactie.