De nieuwe programmering Beeldende Kunst van cultuurpodium Domani in Venlo probeert een brug te slaan tussen de regio en landelijke ontwikkelingen. Over Rob Scholte, ophangdraadjes, horizontale programmering en een tweede jeugd voor de grafiekmap. “We werken met geld dat uit de stad komt. Wat wij doen moet ook weer aan de stad ten goede komen.”

Ook een regionaal podium heeft klappers nodig

“Domani moet iets gaan betekenen voor de beeldende kunst in de stad”, zeggen Pascalle Mansvelders en Jan Brouwers. Sinds een paar maanden zijn ze verantwoordelijk voor het tentoonstellingsprogramma van het Venlose cultuurpodium Domani.

Mansvelders was in de jaren negentig enige tijd conservator bij Museum van Bommel van Dam. Tegenwoordig is ze vooral actief als beeldend kunstenaar. Brouwers houdt zich bij Venlo Partners, voorheen het Stadsmanagement, onder meer bezig met kunstprojecten in de openbare ruimte. Samen kennen Mansvelders en Brouwers de Venlose kunstwereld op hun duimpje. Ze vinden dat Domani een brug moet slaan tussen de regio en bredere ontwikkelingen in de beeldende kunst.
Domani is de voormalige Dominicanenkerk in het hart van Venlo. In 2005 werden kerk en klooster verworven door de Woningstichting Venlo-Blerick. In de kloostergebouwen kwamen woningen, een hospice en het Toon Hermans Huis. De kapel werd grondig gerestaureerd en ingericht voor culturele activiteiten, feesten en partijen. Aanvankelijk lag de nadruk vooral op muziek. Zo lopen in de kerk succesvolle series als Wereldmuziek, Oude Muziek en Orgelmuziek. Met de aanstelling van Mansvelders en Brouwers als curatoren staat nu ook de beeldende kunst prominent op de agenda.
“Domani is een prachtige ruimte, die allerlei mogelijkheden biedt”, zegt Brouwers. “Maar er zijn natuurlijk ook beperkingen. We moeten nog uitvinden wat we wel en niet onder de gebrandschilderde ramen kunnen hangen. En de kerk is perfect ingericht voor muziek, maar de akoestiekpanelen langs de wanden zitten bij de beeldende kunst soms behoorlijk in de weg.”
Mansvelders en Brouwers en de woningstichting hebben elkaar twee jaar de tijd gegeven. Dan kijken ze of ze met elkaar verder willen. De kerk is inmiddels een erg populaire plek voor huwelijkssluitingen geworden. Ook vinden er regelmatig bijeenkomsten van bedrijven plaats. Daarom zijn er voor de tentoonstellingen geen vaste openingstijden. Het is afwachten hoe dat in de praktijk zal werken.
En dan zijn er nog de draadjes. In de maagdelijk witte muren mag niet geboord worden. Door de hele kerk is een ophangsysteem geïnstalleerd met rails en draadjes. Iedere huiseigenaar zou er trots op zijn, maar Mansvelders en Brouwers vinden het erg lelijk. En ze zien met angst en beven uit naar het moment waarop er echt grote, zware kunstwerken opgehangen moeten worden. “Misschien knapt het wel op de draadjes!” grapt Mansvelders.
Volgens de vers aangestelde curatoren zijn er te weinig podia voor regionale kunst in Venlo. Mansvelders: “Domani kan wat dat betreft een verrijking voor de stad betekenen. Dat zijn we ook verplicht aan de woningstichting. We werken met geld dat uit de stad komt. Wat wij doen moet ook weer aan de stad ten goede komen. Tegelijkertijd willen we niet blijven steken in provincialisme, we willen de confrontatie met de buitenwereld aan. Ook om de belangstelling van het publiek te behouden heb je nu en dan een klapper nodig. Daarop is onze programmering gericht.”

Het is de bedoeling vier tentoonstellingen per jaar te organiseren, elk met een eigen thema. Die cyclus komt ieder jaar terug. Horizontale programmering noemen ze dat in Hilversum. Brouwers: “We beginnen met een solo van een kunstenaar uit Venlo of uit de regio. Wel hedendaags, niet per se jong.” Dit voorjaar is dat Jacqueline Böse. Daarna volgt, jawel, de klapper: een grote naam of een thema dat veel mensen aanspreekt. Rob Scholte bijt deze zomer het spits af. Scholte maakt vaak gebruik van beelden die hij isoleert en in een andere context plaatst. De minder gebruikelijke setting van een kerk, aldus Mansvelders, was daarom voor hem extra aantrekkelijk. “Maar van die draadjes moet hij ook niets hebben”, voegt ze er meesmuilend aan toe. Voor volgend jaar denken de curatoren aan een tentoonstelling rond Maria, dan zijn waarschijnlijk ook oudere kunstwerken te zien.
De plannen voor de tweede helft van het jaar zijn nog niet helemaal uitgewerkt. Naar het zich laat aanzien gaat Domani in de derde tentoonstelling onderdak bieden aan een collectie van elders, bijvoorbeeld een museum of een kunstenaarsvereniging. “In feite”, merkt Mansvelders op, “is dat ook een experiment met isoleren en in een andere context plaatsen!” Onder de titel Grafica Domani komt in de laatste tentoonstelling van het jaar een nieuwe druktechniek centraal te staan – in Océ-stad Venlo is dat natuurlijk niet helemaal toevallig. Werk in oplage, uiteraard vervaardigd met behulp van dezelfde druktechniek, zal dan ook te koop zijn. Een verrassende manier om de aloude grafiekmap nieuw leven in te blazen.