Voor de talentmakelaars van VIA ZUID leek 2016 op een grote teleurstelling uit te lopen. Hoe het uiteindelijk toch nog allemaal goed kwam.
Het was even slikken voor talentmaker Jackie Smeets van VIA ZUID. Eerst bracht de provincie Limburg de subsidie met een ton terug van 350.000 euro tot 250.000 euro per jaar en achtte
de Raad voor Cultuur VIA ZUID te pril voor de landelijke basisinfrastructuur. Limburgs cultuurgedeputeerde Ger Koopmans mocht dan de subsidie hebben verlaagd, hij wist Heerlen en Sittard-Geleen wel te bewegen om VIA ZUID ook structureel financieel te steunen. En vervolgens maakte minister Jet Bussemaker bekend dat ze 5,5 ton extra overmaakt naar het Fonds voor de Podiumkunsten om uit te geven aan talentontwikkeling in de regio.
Jackie Smeets wil zich niet rijk rekenen maar geeft toe dat het vreemd zou zijn als dat geld uitsluitend in Brabant (PLAN) en Groningen (Station Noord) terecht zou komen. Andere breed georganiseerde initiatieven in de regio’s zijn er niet, behalve in het oosten van het land, waar aan De Nieuwe Oost als enige productiehuis buiten de Randstad al rijksgeld is toebedeeld. Een rondgang langs de grote Zuid-Limburgse gemeenten leert dat Koopmans zijn tong niet blauw hoefde te lullen. Maastricht steunde VIA ZUID ook de afgelopen vier jaar en in Heerlen en Sittard-Geleen tonen de cultuurwethouders zich positief.
Sterker nog, de Heerlense wethouder Barry Braeken heeft VIA ZUID een aanbod gedaan waar Smeets niet twee keer over na hoeft te denken: een werk- en presentatieplek voor jonge makers creëren. Voorwaarde is dat de talentmakelaars dan wel een thuishonk, een broedplaats in Heerlen gaan optuigen. Dat geld (minstens vijftig mille maar de wethouder houdt nog even onder de pet op hoeveel middelen VIA ZUID kan rekenen als de papieren getekend worden) komt bovenop het bedrag van een ton dat Heerlen nu al uitgeeft aan producties van jonge makers. “Dat geld gebruikt festival Cultura Nova voor een groot deel aan coproducties. We zien nu gelegenheid om daar nog iets extra’s bovenop te zetten.” Braeken voelt zich gesterkt door de waardering die zijn stad krijgt van het Fonds Podiumkunsten.
“Die landelijke erkenning zie ik als een bekroning voor het feit dat we als gemeente fors investeren in cultuur. Er valt nog veel meer uit te halen. Het hoeft ook niet allemaal nieuw te zijn. Je kunt ook gebruik maken van de bestaande infrastructuur.” Braeken verwijst nogmaals naar Cultura Nova, maar ook naar Het Laagland in Sittard.
Het Laagland, tegenwoordig ingebed bij De Domijnen in Sittard, is al langer een partner van VIA ZUID. “We strijken neer waar we partners hebben en waar de makers werken”, zegt talentmakelaar Jackie Smeets. Dat verklaart ook meteen waarom VIA ZUID sterk opereert vanuit Zuid-Limburg. Niettemin: connecties met de rest van Limburg, Brabant, Nederland en daarbuiten zijn onder constructie. Bijvoorbeeld met Den Bosch (Festival Cement), Jonge Harten (Groningen) en C-mine in Genk. Wethouder Noël Lebens, verantwoordelijk voor cultuur in Sittard- Geleen, noemt VIA ZUID een belangrijke partner en aanjager. “Door de krachten met Het Laagland te combineren en coproducties te maken, kunnen er langere lijnen met dit talent worden uitgezet zodat zij behouden worden voor de regio of juist deels terugkeren, wat bijdraagt aan de culturele humuslaag in Limburg”, zegt Lebens. “VIA ZUID scout, zoekt en levert de talenten. Het Laagland biedt deze talenten een podium door het produceren van inspirerende producties.”
Mieke Damsma, cultuurwethouder in Maastricht, toont zich gelukkig dat nu ook de andere gemeenten in de zogenaamde stedelijke regio het belang van talentonwikkeling erkennen en ondersteunen. Het idee dat Maastricht anders een soort reservaat zou worden waar talenten gekoesterd en gepamperd worden, werpt ze van zich af. “Het is belangrijk dat er verbinding wordt gemaakt met alle producerende instellingen.” Bovendien vindt ze het positief dat ze ook inspelen op makers, performers en regisseurs in spe van de Maastrichtse Toneelacademie. “Wat mij betreft helpen we de talenten zich hier ontwikkelen zodat ze kunnen doorgroeien naar de landelijke podia en ver daarbuiten. Made in Maastricht, dat wel.” Damsma ziet VIAZUID ook als smeermiddel voor AINSI waar tal van podiumkunstenaars zich ontwikkelen.
In het Gouvernement wuift gedeputeerde Ger Koopmans zijn rol als regisseur weg. “Je moet culturele ontwikkelingen zien in relatie tot de stedelijke regio. Wat is een provincie zonder steden? Niks! En die steden hebben graag onze hulp. Alle acties om extra middelen uit Den Haag te krijgen, hebben we samen gedaan. We hebben bijeenkomsten georganiseerd waar instellingen samen kwamen, waarbij het me trouwens opviel dat die elkaar ook niet allemaal kenden, ik dacht: dat komt allemaal bij elkaar op de koffie.” Dus komt het aan op verbindingen leggen. “Na het wegvallen van de productiehuizen heeft VIA ZUID de talentonwikkeling goed opgepakt. Ze zijn super flexibel.” Maar had een productiehuis als Huis van Bourgondië niet beter kunnen blijven? “Een koe in de kont kijken heeft niet zoveel zin. Er zijn goede nieuwe initiatieven ontstaan en VIA ZUID is daar één van. Voor alle talenten geldt: hulp en begeleiding en soms een handrem hebben een gunstig effect, er zijn maar weinig talenten die zich puur autodidactisch ontwikkelen. Podiumkunstenaars hebben de behoefte om te sparren, op te treden en interdisciplinair te kunnen werken. Dat is door VIA ZUID met een onzichtbare hand verstevigd en vergroot, ze hebben veel mensen bijeen gebracht.”