Terrorisme, Syrië, Oekraïne. Leven we nu in oorlog of in vrede? Met dat gevoel kwam de voorstelling War and Peace tot stand, vertelt Simon Will van het Engels/Duitse theatercollectief Gob Squad aan MERLIJN SCHOONENBOOM. “Met het publiek aan tafel ontstaat een gesprek over de vraag of we in oorlog zijn”

Simon Will zit in zijn woning in Berlijn, de plek waar theatercollectief Gob Squad al bijna twintig jaar zijn thuisbasis heeft. Van hieruit reizen ze over de hele wereld. Gisteravond kwam hij terug uit Turijn, waar ze vier keer War and Peace hebben gespeeld. In april spelen ze in Eindhoven. Dat klinkt heel doorsnee theater voor een avant garde ensemble.

“Waarschijnlijk is Gob Squad inmiddels ook establishment geworden”, zegt Will. Hij moet er zelf om grinniken, “want het voelt helemaal niet zo. Op een bepaalde manier botst onze manier van werken namelijk nog steeds met de officiële theaterwereld.”

“Fantastisch ongevormd”, noemt hij hun gebruikelijke aanpak bij een stuk. Direct na het gesprek rent hij de repetitieruimte binnen om aan een volgende voorstelling te werken, die nog in “de conceptuele fase” is. “We gooien ideeën rond, doen absurde dingen. Zo meteen ga ik een boeddhistische ceremonie met bloemen doe.”

“Een kinderpunkband” omschreef een lid de groep een keer. Gob Squad begon in 1994 als een soort performance-art-gezelschap in het Engelse Nottingham. Het was een losse samenwerking tussen net afgestudeerde kunstenaars uit die stad zoals Simon Will, en jonge theaterwetenschappers uit het Duitse stadje Gießen, die in Nottingham een uitwisselingsjaar deden.

In 1999 vestigde iedereen zich in Berlijn; Gob Squad paste prima bij de nieuwe fase van de Duitse hoofdstad. De herenigde stad fungeerde als een vrolijk anarchistische speeltuin voor kunstenaars van over de hele wereld. Gob Squad maakte een soort absurdistisch theater, zonder regisseur, met deelname van het publiek en veel video. De inspiratie kwam net zo goed van de straat en uit de popcultuur als uit filosofie en politiek.

Voor de Duitse theaterwereld was het wennen. Daar overheerste het statige teksttheater, met zijn mannelijke sterregisseurs die een ware ‘Genie-cultus’ uitleefden. “Wij zouden rond 2000 niet eens in de buurt van officiële instituten als de Komische Oper en de Volksbühne hebben kunnen komen”, zegt Will. Voor de experimentele scene was in die tijd eerder het Nederlandse theater maatgevend, zegt hij. “Als studenten keken wij vooral naar dat wat er in Amsterdam gebeurde.”

De omslag kwam in 2007. Behalve op de vele festivals wereldwijd en in de zogeheten ‘freie Szene’ van Berlijn werd Gob Squad vanaf nu vaker in de grote zalen van de Duitse staatstheaters uitgenodigd, met de Volksbühne, bekend om zijn traditie van politiek theater, voorop.

Het tekent de verandering, zegt Will. “De scheiding tussen high culture en popcultuur is in het Duitse theater nog steeds aanwezig, maar het wordt duidelijk meer vermengd dan toen wij begonnen.” Uiteindelijk werd Gob Squad in 2012 zelfs voor het jaarlijkse Theatertreffen uitgenodigd, de Olympus voor Duitse theatermakers, het festival waar de tien beste voorstellingen van het jaar worden uitgekozen.

Het anarchistische Berlijn van eind jaren negentig bestaat niet meer, maar de invloed van de alternatieve theaterwereld van toen werkt door. Regisseur Matthias Lilienthal zette hen in 2016 tot War and Peace aan. Lilienthal programmeerde hen vroeger in het kleinere Berlijnse HAU-theater, inmiddels is hij de opvolger van de Johan Simons aan de Münchener Kammerspiele – meer establishment kan een Duits theater haast niet zijn.

Lilienthal vroeg Gob Squad voor zijn Münchener theater iets met een ‘grote titel’ te doen, “een titel dat het publiek herkent.” Het werd War and Peace, de gelijknamige roman van Tolstoj uit 1869, een van de beroemdste van de afgelopen anderhalve eeuw. Meerdere film- en theatermakers hebben zich er aan vertild, en ook bij Gob Squad leidt de interpretatie tot opvallend gemengde recensies.

War and Peace was het “meest turbulente” stuk in het bestaan van de groep, vertelt Will. Er waren tientallen personages en 25 personen die meespeelden, onder andere omdat ook acteurs van de Kammerspiele meededen. En ze hadden, anders dan anders, een echte tekst als uitgangspunt.

Tolstojs roman speelt voor een deel in een Salon, een ontmoetingsruimte van de toenmalige high society “waar ze over de politiek van de tijd roddelden.” Op hetzelfde moment valt Napoleon Rusland binnen, maar voor de aanwezigen blijft die ver weg.

“Gob Squad heeft dat Salon-idee als uitgangspunt genomen”, zegt Will. “De Salon is bij ons het hele westen. Het gaat om het gevoel dat ‘het ding oorlog’ dichterbij komt. We hebben nu zeventig jaar vrede. Maar toen we dit project startten, was het idee van de oorlog ineens dichterbij dan wij zelf ooit hadden gedacht.”

Het publiek speelt een grote rol bij het verloop van de avond. “Aan het begin worden toeschouwers uitgenodigd om op het toneel aan een tafel te komen zitten. Daar ontstaat een gesprek over de vraag of we in oorlog zijn. En: wat is dit ‘wij’ nu eigenlijk nog: de natie, de buurt?” De antwoorden blijken sterk te verschillen. “Sommige toeschouwers zeggen het gevoel te hebben in oorlog te zijn, anderen helemaal niet. Het hangt af van hun eigen achtergrond.”

Een vaststaand antwoord met morele boodschap hebben de kunstenaars overigens niet. “Het gaat eerder over het stellen van de vragen, om over het thema oorlog in een meer pluralistische manier na te kunnen denken. Zo werken we altijd. Al onze stukken hebben grote titels, die eigenlijk onmogelijk te vervullen zijn.”

Gob Squad, War and Peace. Op 21 april in NatLab Eindhoven. natlab.nl