Het Limburgs Symfonie Orkest is van en voor iedereen, luidt de slogan. En dus trekt het jubilerende LSO de paden op, de lanen in. Met een circus aan harmonieën, fanfares, schutterijen en onvermoede gasten achter zich aan. Een orkest op zoek naar onzichtbaar publiek.

Circus LSO zoekt het publiek op

Deze lente speelde het jarige LSO voor de eerste keer in zijn 125-jarig bestaan Stravinsky’s Le sacre du Printemps. Nooit eerder was het stuk dat de moderne muziek inluidde in deze contreien live te genieten. Een compositie die je één keer in je leven echt gehoord moet hebben, wordt wel gezegd. De chef-dirigent toonde zich opgetogen dat het eindelijk zo ver was. De orkestleden schreven het stuk alvast met sierlijke letters op hun palmares. Een buitenkansje voor al die duizenden muziekliefhebbers die Limburg rijk is.

Programmeer Tsjaikovski of Beethoven en de Limburgse zalen lopen vol. Stravinsky is andere koek. Een week voor de première stond de teller in het theater in Maastricht op tachtig procent bezetting, in Heerlen op vijftig. Via de overkoepelende organen werden alle Limburgse harmonieën en fanfares in de gelegenheid gesteld om tegen een aantrekkelijk tarief deze bijzondere gelegenheid te mogen smaken. Er kwamen welgeteld 51 aanmeldingen binnen.
Limburg de muziekprovincie bij uitstek?
LSO-directeur John Floore kijkt er niet meer van op. “Het zijn gescheiden werelden. De muzikanten die de harmonieën en fanfares bezetten, leven helemaal op als ze maandagavond moeten repeteren. Is er een concours, dan wordt die frequentie hoger en moet alles daarvoor wijken. Het is een muzikale wereld en toch gaat het vooral om de sport, om de punten. Het zijn van nature geen bezoekers van symfonieorkesten.”
Per jaar verkoopt het LSO zo’n 80.000 kaartjes. Het orkest zegt over deugdelijke cijfers te beschikken dat er een extra, latent publiek is van een kleine zeventigduizend Limburgers voor klassieke concerten. Peter IJzerman, voorzitter van het Contactorgaan van Nederlandse Orkesten, liet laatst in NRC Handelsblad optekenen dat 2,6 miljoen Nederlanders minstens één keer per week naar klassieke muziek luisteren en dat de orkesten samen 1,3 miljoen bezoekers per jaar trekken. Kortom, er is een groot geïnteresseerd publiek dat evenwel niet door de symfonieorkesten wordt bereikt.
Om dat onzichtbare publiek op te sporen en aan zich te binden gaat het LSO de paden op, de lanen in. Zo kan het ook aan een van zijn subsidievoorwaarden voldoen: onderrichten in klassieke muziek. Sinds staatsecretaris Rick van der Ploeg is het LSO eigenlijk al uit de kast gekomen. Het verzorgde carnavalsconcerten, toerde met Boudewijn de Groot, speelde diverse keren op het oorlogskerkhof van Margraten en zoekt samenwerking en cross-overs waar mogelijk. ,,Door locaties te zoeken waar we anders nooit komen, gaat klassieke muziek meer leven en bereiken we een andersoortig publiek”, is de stellige overtuiging van Gert Geluk, de ‘marketeer’ van het orkest. “Waarbij we, met alle respect, moeten oppassen dat we niet André Rieu gaan na-apen.”
Niet dat alle orkestleden er altijd even blij van worden. Eitje voor een vlaagje wind om enkele prachtige klanken te ontvoeren. John Floore. “Toen ik begon over Boudewijn de Groot was het gelijk: moet dat nou?” Lachend: ,,Ze vinden het niet erg hoor om buiten te spelen zolang het maar stil is, droog, licht, niet te koud en het niet waait. Toch hoor je in Margraten en straks op al die plekken buiten wel een écht symfonieorkest. We tonen hoe breed klassieke muziek kan zijn. Natuurlijk, je krijgt ook de fanfare en de schutterij en bekende Limburgse zangers maar ook Ravel en niet in een jasje van vier minuten.”
Neemt niet weg dat je chef-dirigent Ed Spanjaard tijdens de buitenconcerten niet in de wei zal tegenkomen. Floore: ,,Als het om cross-overs gaat zoekt hij het liever in de flamenco en jazz. Het begeleiden van popzangers is niet helemaal zijn ding. Zelfs als dat wel zo was, dan zou ik vermoedelijk nog voor dirigent Jan Stulen hebben gekozen omdat die ervaring heeft met bijzondere concerten onder chaotische omstandigheden.”
Het circus LSO mag dan klaar zijn voor een reeks (spotgoedkope) en buitengewone concerten, dan doet verder niets af aan de artistieke ambitie. In het Concertgebouw is Mahler de meest uitgevoerde componist aller tijden. In Maastricht, waar Beethoven op één staat, is de bezetting te klein voor Mahler of Stravinsky. Deze componisten kunnen alleen gebracht worden als subsidieverstrekkers of sponsoren extra in de buidel willen tasten. “Nu is het riant”, schetst directeur John Floore de situatie. ,,We hebben een jubileum te vieren en de sponsoren zijn gul. Maar het zijn evengoed gevaarlijke tijden. Onder de noemer van profijtbeginsel worden instellingen door de overheid onder druk gezet om de eigen inkomsten drastisch te verhogen. De geleerden zijn er nog niet uit, maar de dreiging is voelbaar.”
Het LSO mag dan naar buiten gaan, de grootste wens is nog steeds een eigen concertzaal. Floore: ,,Die is onontbeerlijk als Maastricht culturele hoofdstad van Europa wil worden.”

LSO openluchtconcerten: Valkenburg (27/6), Eijsden (28/6), Venray (29/6), Montfort (4/7), Arcen (6/7). Met John Bröcheler, Jack Vinders, Daphne Ramakers, Frans Pollux, Nancy Deusings, Jan Stulen en Ron van den Beuken. Kaarten 5 euro. www.limburgssymfonieorkest.nl