De stad als bakermat van kunst en cultuur? Het relativerende tegengeluid komt uit Grathem, waar het Limburg Festival twee jaar geleden ‘Toneel op de Deel’ introduceerde. Laagdrempelig theater dat programmeur Jackie Smeets plagerig een voorbeeld van ‘the creative country’ noemt. “Niet de stad, maar het platteland is het ijkpunt”.
Het kippenhok is de regiekamer
Nooit had ze er rekening mee gehouden dat ze terug zou keren. Inmiddels woont Jackie Smeets alweer vijf jaar in de boerderij van haar ouders in Grathem. Drie maanden geleden hakte ze definitief de draad met haar verleden door. Ze zei haar baan als eindredacteur bij het Brabants Dagblad op om zich full time te wijden aan de cultuurboerderij Op Kapittelsbos.
Na ruim twintig jaar wonen in de stad (Tilburg) is Smeets terug op het Midden-Limburgse platteland. Tussen de schapen en de kippen, het wuivende gras en een handjevol overgeschoten fruitbomen is het alsof ze opnieuw heeft leren ademen. “Ik heb jarenlang zwaar onderschat wat ruimte doet met je geest. Je creativiteit krijgt weer alle ruimte, plannen en ideeën blijven boven komen. Het gebeurt allemaal heel organisch.”
De terugkeer naar haar wortels mag een louterende werking hebben op haar geest, intussen heeft ze het drukker dan ooit. Met de aanpassingen op en rond de boerderij, en – vooral – met het programmeren van ‘Toneel op de Deel’, succesvol onderdeel van het Limburg Festival dat deze zomer zijn derde editie beleeft.
‘Toneel op de Deel’ brengt kleinschalig theater, dat is waar ze van houdt. “Ik ben veel naar klassiek toneel gegaan. Belangrijke stukken gezien, gespeeld door fantastische acteurs. Toch was ik na afloop meestal teleurgesteld. Het raakte me niet echt.”
Ze merkte dat haar hart meer bij de kleine producties lag, low budget voorstellingen voor een klein publiek, opgevoerd in kelders en in schuren. “Je proeft de worsteling van de makers, hoeveel bloed, zweet en tranen het heeft gekost.”
Na een brainstorm met Jan Klompen besloot Smeets in 2005 haar boerderij ’s zomers in te richten voor klein, laagdrempelig theater. “Ik maak zelf geen kunst, maar probeer een omgeving te creëren waar kunst gedijt.” Het idee was van Klompen, voorzitter van het Limburg Festival, dat dit jaar voor de 25e keer tien dagen door de provincie trekt met straattheater en toneel op locatie.
Vanaf het begin was ‘Toneel op de Deel’ een succes. Volgens Smeets omdat het concept laat zien dat kunst een alledaags verschijnsel is, even gewoon en tegelijkertijd bijzonder als het drinken van een kop koffie. Je hoeft er in elk geval niet per se voor naar een theater of museum.
Op Kapittelsbos, dat in augustus voor de derde keer als theater wordt ingericht, kan 75 bezoekers herbergen. In een schuur op landgoed De Eikenhof in het Zuid-Limburgse gehucht Eyserheide, waar dit jaar ook Toneel op de Deel staat, kunnen 120 bezoekers per voorstelling terecht. Maar aantallen zeggen niets over de impact die een stuk kan hebben, weet Smeets uit ervaring. “Ons publiek komt zelden bij de grote toneelproducties in de schouwburgen. Ze worden hier aangeraakt door iets wat ze nog nooit hebben meegemaakt. De meeste hebben zich nooit gerealiseerd dat je door theater en dans ideeën kunt ontwikkelen over de samenleving, of na gaat denken over jezelf zoals je dat nog nooit gedaan hebt. De discussies hier op het erf, na afloop van de voorstellingen, duren vaak tot na middernacht. Kunst brengt troost. En bespiegeling. ”
In 2005 programmeerde Smeets voor het Limburg Festival vijf voorstellingen op haar boerderij. Vorig jaar waren het er zes, die twee keer werden opgevoerd. Dit jaar zullen er acht stukken zijn, die twee keer op de planken worden gebracht. Op De Eikenhof staan vier voorstellingen geprogrammeerd, eveneens dubbel opgevoerd.
Het succes van het theaterproject heeft ook landelijk aandacht getrokken. Namens het Limburg Festival schreef Smeets voor Toneel op de Deel een beleidsplan voor drie jaar, en haalde er bij het Fonds voor Podiumprogrammering en Marketing 93.000 euro subsidie op binnen.
In het plan introduceerde ze het begrip ‘the creative country’, als tegenhanger van Richard Florida’s vanuit de VS overgewaaide idee van ‘the creative city’. Smeets: “In mijn opvatting is niet de stad, maar het platteland het ijkpunt. Daar ligt de kern van de cultuur, de stad mag het komen faciliteren. Zorgen voor technische zaken zoals geluid en belichting.”
En dus wordt in augustus het kippenhok uitgeruimd en ingericht als regiekamer. De belichting wordt bevestigd aan de eikenhouten steunbalken die als dragers van het dak fungeren.
Smeets heeft zich ten doel gesteld dat in 2009 minimaal twintig procent van de bezoekers uit jongeren moet bestaan. Dus houdt ze lezingen voor CKV-docenten op scholen in de omgeving. En wordt er in augustus een theaterjongerencamping ingericht waar scholieren terecht kunnen en bijvoorbeeld de meerdaagse workshop slam poetry van Quirien van Haelen kunnen volgen. Ze krijgen er zelfs studiepunten voor. Dat totaalpakket moet het doen. “Voor jongeren klinkt Toneel op de Deel veel te suf. Daar stappen ze echt niet voor op de fiets.”
In de toekomst wil ze nog meer extra voorstellingen programmeren, om een festivalsfeer te creëren. Juist in theater op locatie liggen nieuwe kansen voor het Limburg Festival, mijmert ze. “Je ziet dat het festival een nieuwe koers ontwikkelt die hierbij past.”
* Toneel op de Deel in Grathem, vorig jaar. foto Peter Wijnands
‘Toneel op de Deel’, van 3 tot en met 12 augustus in boerderij Op Kapittelsbos in Grathem en landgoed De Eikenhof in Eyserheide maakt deel uit van het Limburg Festival. In juli brengt Zuiderlucht een magazine (oplage 50.000) uit met het complete programma van het Limburg Festival, dat in 2007 zijn 25e editie beleeft. Het magazine wordt via de vaste afzetkanalen van het festival en de distributiepunten van Zuiderlucht verspreid.