Behalve in Maastricht wordt nog op vijf andere plaatsen in Nederland gewerkt aan een  bidbook om in 2018 Culturele Hoofdstad van Europa te worden. Hoewel er nog weinig bekend is, zijn de verschillen groot. Er valt dus wat te kiezen in 2014.

Maar liefst tien Nederlandse steden  – of stedencombinaties – hebben de kandidatuur voor 2018 openlijk en serieus overwogen. Vijf hebben zich weer teruggetrokken, zoals Enschede en, heel even, Emmen (“De stad moet eerst maar eens culturele hoofdstad van Drenthe zien te worden,” schreef een lokale scepticus). De Overijsselse Hanzesteden wilden alleen maar samen optrekken, terwijl de spelregels nadrukkelijk spreken van één stad die de kar trekt.  Ook de kandidatuur van Arnhem-Nijmegen ging daardoor de mist in. Almere trok de kandidatuur in omdat de stad het onverantwoord acht in crisistijd fors in cultuur te investeren. Formeel zet een burgerinitiatief de kandidatuur voort, maar met goedbedoelende vrijwilligers zal het niet meevallen met een interessant bidbook te komen.

Wie zijn, behalve ALMERE dus, nog meer in de race?

2. Fryslan2018, dat de harde eis van Brussel ‘geen regio, maar één stad’ nog moet zien te omzeilen. De organisatie schuift daarvoor Leeuwarden naar voren, zoals Essen de titel voor Ruhr2010 incasseerde. Theatermaker Henk Keizer, bekend van Dogtroep en het Oerol Festival, is de Friese kwartiermaker; een artistiek en zakelijk leider moeten nog worden aangesteld. Het voorlopige budget van de provincie bedraagt 1,2 miljoen euro, wat Keizer met particulier geld verwacht aan te vullen tot drie miljoen. In verhouding tot de acht miljoen die Maastricht vrijmaakt, is dat weinig, maar de remmen gaan in Friesland pas los als een onderzoek onder de Friese bevolking aantoont dat ‘2018’ kan rekenen op een breed draagvlak.

Keizer noemt als speerpunt de Friese taal en cultuur. “Dat zijn je roots. Daarbij is van belang dat we in Europa vergelijkbare gebieden hebben die tweetalig zijn en waarbij ook krimp een rol speelt.” Andere Friese thema’s zijn de transitie van traditionele agrarische provincie naar een nieuwe samenleving, de relatie stad-platteland en watertechnologie. Interessante troeven zijn het jaarlijkse  Oerol Festival op Terschelling, Ameland-Gameland en een nieuw Nordic Festival, dat het typische noordse gevoel moet ademen.
3. Kandidaat Brabantstad bestaat alleen als een bestuurlijke samenwerking tussen Den Bosch, Eindhoven, Tilburg, Breda en Helmond. De Brabanders schuiven zoveel mogelijk cultureel gewicht op het bord van Den Bosch om aan de EU-eis van één stedelijke kandidatuur te voldoen. Van de zes kandidaten lijkt Brabantstad het verst gevorderd qua financiering, planning en communicatie. Het vijfkoppige artistiek team onder leiding van zwaargewicht Martijn Sanders (oud-directeur van het Amsterdamse Concertgebouw) heeft al een provinciale toezegging binnen van vijftig miljoen euro, dat de vijf deelnemende steden moeten matchen: verdubbelen dus. Volgens Sanders zijn het grote aantal kwalitatieve culturele instellingen (zoals Van Abbe Museum, Design Academy, Dansacademie, Zuidelijk Toneel) en het “unieke sociale DNA” van Noord-Brabant sterke wapens in de race. Een van de hoofdthema’s wordt ‘de onvoltooide stad’, waarbij zowel de eigenheid en kracht van de afzonderlijke steden als hun streven om naar elkaar toe te groeien tot één conglomeratie uitgangspunt zijn. Andere krenten in de Brabantse pap zijn  Vincent van Gogh, Jeroen Bosch en Art & Technology.
4. Artistiek leider Han Bakker brengt in Utrecht2018 zeer nuttige ervaring in, opgedaan toen hij betrokken was bij de organisatie van Culturele Hoofdstad in zowel Amsterdam (1987) als Rotterdam (2001). Utrecht acht zich met zijn universiteit en jeugdige bevolking zeer kansrijk. “We zijn de jongste en snelstgroeiende stad van Nederland, een stad van kennis en cultuur en met een historisch centrum,” zegt Lonneke Laurant van Utrecht2018. Misschien dat het Maltezerhuis, de vestiging van de Nederlandse tak van de Orde van Malta, aan de Nieuwegracht, ook enig gewicht in de schaal legt, want in 2018 is ook Malta Culturele Hoofdstad. ,,Misschien is Utrecht zelfs te groot en te goed om in aanmerking te komen,” merkte intendant Peter de Haan blufferig op toen Utrecht zich kandidaat stelde. Gemeente en provincie hebben 1,2 miljoen uitgetrokken voor het bidbook.
5. DenHaag2018, met aan het artistieke roer theatermaker Aus Greidanus, heeft van de gemeenteraad tot 2012 1,1 miljoen euro gekregen . De in de Haagse politiek sterk vertegenwoordigde PVV zal proberen de resterende uitgaven binnen de perken te houden.  Uit een voorstudie voor het Haagse bidbook blijkt dat men zich wil profileren als stad van Hagenaars en Hagenezen, maar ook als het plechtige, juridische The Hague en het multiculturele Hagistan. Al aanwezig: Mauritshuis, Gemeentemuseum, Crossing Border, Nationaal Toneel en Nederlands Dans Theater. Den Haag benoemt ook zijn makken: de lage cultuurparticipatie en het slechte imago van de stad. En net als bij iedere andere kandidaat schalt ook hier: ‘We hebben héél veel in huis, maar het is te onbekend’.
6. En Maastricht? Eind 2010 is voorzien in artistieke en zakelijke leiding (Guido Wevers respectievelijk Huub Smeets). De voorbereidingskosten van Via 2018 tot de aanbieding van het bidbook in 2012 zijn begroot op acht miljoen euro, waarvan het grootste deel is toegezegd door de provincie Limburg, de gemeente Maastricht en de zes partnersteden. De grote kracht van de Maastrichtse kandidatuur schuilt in deze drietalige, Euregionale achterban, waar zich ook de schaduwzijde aftekent: het gebied ontbeert samenhang. De min of meer gezamenlijke geschiedenis (Gallo-Romeins, Karel de Grote, industrialisatie, mijnbouw) en cultuur (carnaval, Henric van Veldeke, processies, reuzenfeesten, blaasmuziek) bieden tal van aanknopingspunten voor een interessant programma. Tel daarbij op de bestaande culturele parels, zoals de opera in Luik, het Bonnefanten, Cultura Nova, Tefaf, Pink- en Pukkelpop en je hebt een te vrezen kandidaat.