Uit heel Europa kwamen begin 18de eeuw liefhebbers naar Venetië om de in de coulissen verscholen meisjes van het Ospedale della Pietà te horen zingen. EMILE HOLLMAN sprak met luitspeler en dirigent Vincent Dumestre, die de liederen nu naar Antwerpen brengt. ‘Ik hou de deur open en nodig iedereen uit om te luisteren.’
Neem dat prachtige Nisi Dominus van Antonio Vivaldi, waar Philippe Jaroussky furore mee maakte. ‘We verklaren dat makkelijk tot een meesterwerk’, zegt dirigent, luitspeler en muziekhistoricus Vincent Dumestre, ‘maar wat me intrigeert is dat bijna niemand weet waar het vandaan komt en in welke context het ooit werd gespeeld.’
Daarvoor moeten we dus terug naar het Venetië van begin 18de eeuw waar de kersverse priester Antonio Vivaldi zich bij het Ospedale della Pietà meldt om vioolleraar te worden.
Het Ospedale is een weeshuis, een klooster en een muziekschool in één; een toevluchtsoord voor wezen, vondelingen en verlaten moeders met kinderen. De jongens worden opgeleid voor een ambacht, de meisjes krijgen muziekles op hoog niveau. Van Vivaldi bijvoorbeeld, vanwege zijn haarkleur ‘de rode priester’ genoemd.
Vincent Dumestre (Saint-Germain-en-Laye, 1968) is een man van de barokmuziek. Hij is vaak in Venetië , om te speuren naar onontdekte oude muziek in bibliotheken en archieven. ‘Wat ik er ontdekte is dat barokmuziek een volkse context heeft, beïnvloed door liedjes die werden gezongen op straat, op bruiloften, tijdens banketten of in processies, heel simpel, soms tweestemmig, soms driestemmig. Tegenwoordig wordt deze muziek vaak letterlijk losgezongen van de context en samengebracht met muziek uit andere tijden. Wij brengen de liederen in de juiste samenhang, zodat je binnen kunt gaan in een andere wereld.’
Die wereld probeert hij op te roepen met zijn ensemble Le Poème Harmonique. Zoals deze maand in Antwerpen, met Antonio Vivaldi, Serafino Razzi en Pietro Locatelli op het programma. Waarbij de musici vóór de coulissen opereren, anders dan indertijd in het Ospedale. Daar bleven de musicerende vrouwen verscholen in de kapelgalerij, zodat ze geen aanstoot zouden konden geven. De meest getalenteerde meisjes werden ondergebracht in het zogenaamde figlie di coro, de dochters van het koor. Ze bleven anoniem, mochten alleen hun stem laten spreken.
Voor de musiciennes in het Ospedale werden honderden concerto’s geschreven. Vivaldi alleen al schreef er zes jaar lang twee per maand. Dumestre: ‘Er is ongelofelijk veel muziek uit die tijd, maar je moet je realiseren dat dit maar zo’n vijf procent is van wat er werd gecomponeerd. We hebben veel muziek van Vivaldi, maar tal van zijn opera’s zijn verdwenen. Bovendien werd in die tijd niet alle muziek opgeschreven.’
‘Barokmuziek heeft een volkse context, beïnvloed door liedjes die werden gezongen op straat, op bruiloften en tijdens banketten’
Intussen werden de ‘dochters van het koor’ alsmaar beroemder; ze trokken muziekliefhebbers van heinde en ver. Een van hen was de Franse schrijver/filosoof Jean Jacques Rousseau die zich beklaagde over de roosters die het zicht op de ‘engelen van lieflijkheid’ ontnamen. De Franse politicus Charles de Brosses beweerde dat hij wel degelijk een glimp van hen wist op te vangen en dat de aanblik van een jonge, mooie, gracieus dirigerende non in een wit habijt met een granaatappelbloesem achter het oor nogal afleidde van de muziek. ‘Misschien creëerden ze opzettelijk een mythe om bezoekers te trekken’, probeert Dumestre het met de suggestie van slimme marketing.
Wat hem ook fascineert is dat alle muziek van het Ospedale della Pietà werd geschreven voor vrouwenstemmen. ‘Wij kennen het Nisi Dominus vanuit een mannelijke stemtraditie maar het komt dus voort uit een vrouwelijke stemtraditie. Net als veel muziek uit die tijd. Dat is belangrijk om te weten als je muziek uit die periode wil brengen. En dat is precies de reden waarom we hebben gekozen voor sopraan Marie Théoleyre met haar buitengewone stem.’
Heeft Dumestre, in zijn zoektocht naar oorspronkelijkheid, al eens overwogen om zijn musici achter een gordijn te laten spelen? ‘Interessante vraag. Wij onderzoeken bronnen en denken na over hoe men destijds over muziek dacht. Hoe er werd gezongen, hoe de instrumenten werden gestemd, met welk temperament er werd gespeeld, hoe groot de orkesten waren. Dat willen we doorgeven aan het publiek. Het is onmogelijk om exact terug te halen hoe het was. Er zijn te veel parameters die we niet kennen. Maar het publiek is ook veranderd. Men luistert anders. Het is nogal iets om vanuit Frankrijk twee maanden te voet naar Venetië te reizen om daar, voor het eerst in tijden, muziek te horen. Dat lijkt me een mystieke ervaring, onvergelijkbaar met ons avondje uit naar de concertzaal. Om dat soort redenen lijkt het me niet zinvol om achter een gordijn te spelen.’
Toch probeert hij de oorspronkelijke omstandigheden zo nauwgezet mogelijk te benaderen. Zo wil hij Miserere mei, Deus van Gregorio Allegri uit 1630 opvoeren in het Vaticaan, waar het toentertijd tijdens de Goede Week in de Sixtijnse Kapel. ‘Het stuk was voor de ruimte gecomponeerd en we willen helder krijgen hoe het werd gespeeld, op welke plek precies met welke instrumenten en in welke bezetting. We gaan dat ook doen met het Stabat Mater van Pergolesi en met Monteverdi’s Selva Morale. In die zin zouden we misschien ooit Nisi Dominus kunnen laten horen door vrouwenstemmen zonder dat je het koor ziet. Voor een keer is dat aardig, maar het publiek van vandaag betaalt voor de connectie met een artiest.’
Dumestre wil graag het verhaal achter de muziek vertellen. ‘Enerzijds vertelt de muziek zelf een verhaal zonder woorden. Dat is natuurlijk het belangrijkste verhaal. Maar er is ook een historisch verhaal. Dát willen we het publiek aanreiken om het verleden voor hen te openen waardoor de muziek echt binnen kan komen. Maar we hebben een probleem met klassieke muziek. Je kunt die niet voelen als je die niet begrijpt. Mensen hebben het vocabulaire vaak ook niet meer om uitdrukking te geven aan die gevoelens. Als ik ze na een concert vraag wat ze ervan vonden zeggen ze: ‘Mooi’ of ‘Niet mooi’. Maar eigenlijk weten ze het niet, hebben ze het idioom niet om de muziek te duiden.’
Is hij op een missie? ‘Nee, helemaal niet. Ik hou de deur alleen maar open en nodig iedereen uit om te luisteren.’
Le Poème Harmonique/Vincent Dumestre, Naar de Ospedale de la pietà. Op 25.11 in De Singel in Antwerpen. singel.be