Atelier Van Lieshout maakt sinds meer dan twintig jaar provocerende en maatschappijkritische kunst. Ludwig Forum in Aken pakt uit met een omvangrijk overzicht van dat oeuvre: engagement en grote grap ineen.
De saga van Joep van Lieshout
Glimmend, gebruind, met azuurblauwe broek, wit overhemd en licht colbertje staat Joep van Lieshout temidden van zijn werk. Industrieel ogende installaties, caravan-achtige huizen en tot absurde proporties opgeblazen menselijke organen vullen de hal van het Akense Ludwig Forum. “Dit is de grootste overzichtstentoonstelling die er ooit van mijn werk is gehouden”, zegt hij tevreden. “Wat je hier ziet, is in de loop van meer dan twintig jaar gemaakt, maar het is thematisch, conceptueel en visueel met elkaar verbonden. Je zou het kunnen zien als een Gesamtkunstwerk, een saga.”
De sleutel tot die saga ligt het meest voor het grijpen in het recente project Slave City, een ontwerp in tekeningen en maquettes voor een zelfvoorzienende stad waarin 3500 mensen worden onderhouden door 200.000 slaven. Deze moeten zeven uur per dag in een call-center en zeven uur per dag op het land werken. Slapen doen ze eveneens zeven uur per etmaal in constructies die nog het meest op magazijnstellingen lijken. Dan resteren nog drie uren voor eten en ontspanning. Hiervoor zijn grootschalige bordelen beschikbaar. Als de productiviteit van de slaven afneemt, worden hun organen hergebruikt voor transplantatie. Voor de 3500 vrije ‘werknemers’ zijn er fraaie woningen en riante medische en culturele voorzieningen. Het lijkt wel een concentratiekamp of – haast nog erger! – een afspiegeling van de hedendaagse wereldorde. Toch heeft Slave City ook zijn positieve kanten. Zo draait de stad volledig op wind- en zonne-energie en op biobrandstof, deels afkomstig van menselijke ontlasting.
Met dit verhaal in het achterhoofd is het eerdere werk van Van Lieshout (Ravenstein, 1963) en zijn in Rotterdam gevestigde atelier een stuk gemakkelijker te plaatsen. De tentoonstelling draagt als ondertitel Das Haus en is ingedeeld in een aantal kamers waar de verschillende thema’s uit Slave City afzonderlijk aan bod komen. In de eetkamer is bijvoorbeeld de Mini-feeder te vinden, een installatie waarmee mensen onder dwang gevoed kunnen worden. Hiermee samen hangt de Mini-alcoholator, bedoeld om de mensen gelukkig en tevreden te houden. Niet ver daarvandaan staat de Eeuwige vlam, een speels uitziend toiletgebouwtje waarin vaste en vloeibare excrementen onder cameratoezicht aan de bron gescheiden en tot biogas verwerkt worden. “Want”, zo verklaart Van Lieshout, “een samenleving die zijn eigen drek verwerkt, is onafhankelijk van de staat.”
In de slaapkamer van het huis staan gestapelde cabines met een matras en een plankje voor de allernoodzakelijkste spullen broederlijk naast een getimmerd konijnenhok. In een meer afgezonderde ruimte, door Van Lieshout aangeduid als het labyrint, hangen tekeningen en aquarellen: “Dit is vrijer en persoonlijker werk. Dit is…ja, dit is echt kunst!” Dat neemt niet weg dat Van Lieshouts preoccupaties ook hier naar voren komen. De intrigerende tekening Settlement After 10 Years toont een landelijke nederzetting met boompjes, een houtzagerij, een broeikas en een paar huizen. Pas bij nader inzien valt op dat het hele complex omheind is, er zijn twee uitkijktorens, op het land staat een tank en onder een afdakje afweergeschut.
En dan zijn er de reusachtige ingewanden en geslachtsorganen, uitgevoerd in polyester. Sommige doen zich voor als zelfstandige sculpturen. Andere zijn zo groot dat je naar binnen kunt. BarRectum (of in het Duits: ArschBar) is een volledig spijsverteringssysteem met in de dikke darm een bar. In het Baarmoederhuis bevindt zich een veilige en besloten slaapkamer. Hier gaan vorm en functie naadloos in elkaar over.
Wat in de tentoonstelling vooral opvalt, is hoe Van Lieshout door de jaren heen zijn thematiek en werkwijze trouw is gebleven. Moeiteloos somt hij de tegenstellingen op die hem vanaf het begin hebben beziggehouden: vorm tegenover functie, vrijheid tegenover geweld, goed tegenover slecht, rationaliteit tegenover irrationaliteit, realisme tegenover surrealisme. Die tegenstellingen voert hij tot in hun uiterste consequentie door en stelt zo allerlei maatschappelijke en politieke dilemma’s op scherp. Slave City en verwante werken vormen een soort sciencefiction verhaal dat hoogst ongemakkelijke vragen stelt over trends in de huidige samenleving: over de gevolgen van vérgaande arbeidsdeling, over de achterkant van de westerse consumptiedrift, over eco-efficiëntie en eco-fascisme.
Toch bekruipt je nu en dan het gevoel dat er zoveel tegenstellingen tegen elkaar worden uitgespeeld dat er uiteindelijk helemaal niets meer wordt gezegd: een saga die, voor hij goed en wel begonnen is, blijft steken in een paar geëngageerd klinkende kreten. Wie Van Lieshout grijnzend naast zijn eigen werk ziet staan, zou inderdaad kunnen gaan denken dat het allemaal één grote, provocerende grap is. Maar het aardige van kunst is nu net dat het beide tegelijk kan zijn: zowel diepe ernst als kwajongensachtige Spielerei. Het is waarschijnlijk juist die combinatie die het werk van Atelier Van Lieshout voor de één onweerstaanbaar en voor de ander onuitstaanbaar maakt.
Atelier Van Lieshout, Hangende Man, 2007. Foto © Achim Kukulies, Düsseldorf
Atelier Van Lieshout – Das Haus. Ludwig Forum für Internationale Kunst, Aachen, t/m 11 januari 2009. Zie www.ludwigforum.de