Het prikkelen met identiteiten en spelen met echt en onecht maakt mensen nerveus. De Tsjechische kunstenaar David Černý beseft dat als geen ander, het loopt als een rode draad door zijn oeuvre. “Černý zoekt altijd de grenzen op.”
De shocktherapie van David Černý
Veel beroering veroorzaakte hij met het kunstwerk Entropa dat hij begin dit jaar afleverde. In opdracht van zijn geboorteland Tsjechië, op dat moment voorzitter van de EU, maakte David Černý een kunstwerk dat werd geschonken aan Europa. Voor een vorstelijk bedrag zou hij met kunstenaars uit alle 27 lidstaten een pan-Europees kunstwerk maken waarbij ieder zijn land symbolisch zou neerzetten. Helemaal in lijn met de utopie van de unie als patchworkdeken van diversiteit in eenheid.
Maar de wijze waarop de verschillende lidstaten waren weergegeven (Nederland als ondergelopen polder met alleen nog minaretten boven de waterspiegel, Italië met masturberende voetballers en Bulgarije als Turks hurktoilet) viel verkeerd. Bovendien bleek Černý helemaal geen buitenlandse kunstenaars te hebben ingeschakeld, maar alles zelf te hebben gemaakt met wat vrienden.
Damien Hirsts Shark (een haai in een bak met formaldehyde) inspireerde David Černý (41) tot een pastiche: een soortgelijk aquarium met het daarin drijvende lichaam van de Iraakse dictator Saddam Hussein, de strop nog om zijn nek. Het is een knappe verbeelding van de wijze waarop de Amerikanen destijds de gevangenneming van Saddam wereldkundig maakten. Als vissers met een unieke vangst: “Ladies and gentlemen, we got him!” Het werk roept bovendien de vraag op of de Verenigde Staten, die zich om de invasie te rechtvaardigen presenteerden als de brengers van democratie, deze doodstraf wel hadden moeten toestaan.
Dat juist Tsjechië een met nationale identiteiten spelende kunstenaar als David Černý voortbrengt is geen toeval. In de loop van de geschiedenis diende het land vrijwel voortdurend als territoriaal wisselgeld dat dan weer eens in de zak van de ene en dan weer eens in de zak van de andere grootmacht verdween. Misschien wel daarom kent Tsjechië een rijke traditie van ironie en satire.
Niettemin weet Černý ook een deel van zijn landgenoten steeds weer opnieuw te shockeren. Hij vestigde zijn naam door in 1991 een Russische tank, een monument voor de ‘bevrijding’ van het land, roze te verven. Op de geschutskoepel plaatste de jonge hond een provocerend opgestoken middelvinger in dezelfde kleur.
Hoewel de toenmalige president Vaclav Havel wel begrip kon opbrengen voor Černý’s schelmenstreek, werd de kunstenaar toch opgepakt voor vandalisme. De tank werd door het leger overgeschilderd in het vertrouwde camouflagegroen, maar het parlement besloot na een hoog opgelopen discussie tot een nieuwe verfbeurt met roze.
Niets is heilig voor Černý. De Tsjechische patroonheilige Wenceslas werd door hem als beeldhouwwerk vereeuwigd zittend op een omgekeerd dood paard. Hilarisch zijn Černý’s Pissing men, twee schaamteloos urinerende mannen voor het Franz Kafka Museum in Praag (de liefhebber kan ze ook bewonderen op You Tube). Hier geen decent plassend heertje zoals Manneke Pies in Brussel. Met een stevig lid in de hand wordt hier gericht lichaamsvocht afgevoerd en schaamteloos geschud voor de laatste druppels. Per sms kan een tekst worden doorgestuurd die kort daarna door de mannen met hun urine wordt opgeschreven. Saillant detail: hun pisbak heeft de vorm van Tsjechië.
“Černý zet de zaken scherp neer. Hij zoekt altijd de grenzen op”, zegt Theo Lenders, curator van Odapark, centrum voor hedendaagse kunst in Venray. Daar werd al twee keer werk geëxposeerd van de Tsjech, tijdens de exposities Living apart together en Rock my Religion. Lenders: “Černý toont moed en durf. Het is bij hem geen kwestie van keuze. Het gaat om werk dat hij moet maken, bijvoorbeeld om kritische vragen te stellen over het systeem. Hij is een man van internationale betekenis en een enorme kracht en voorbeeld voor jonge kunstenaars.”
Het gedrag van de kunstenaar heeft iets van dat van een popster, vindt Lenders. Zo sierde hij ooit een catalogus, liggend als Michael Jackson op de lp-hoes van de millionseller Thriller. “Černý is heel cynisch, maar tegelijkertijd erg serieus als het om zijn werk gaat.”
Om inspiratie op te doen, zou Černý eens bijgepraat moeten worden over de wederwaardigheden van Limburg, net als Tsjechië eeuwenlang territoriaal wisselgeld. Voortbordurend op zijn oeuvre vol geslaagde Spielerei met identiteiten zou hij iets moois kunnen maken van het Limburgse minderwaardigheidscomplex, het daarmee in tegenspraak lijkende chauvinisme en de euregionale wensdroom. Of het goed zou vallen is een tweede. De traditie op het gebied van ironie en satire is in Limburg wat minder rijk dan in Tsjechië.
David Černý’s aquarium met het drijvende lichaam van de Iraakse dictator Saddam Hussein. Foto Zebra.