Museum Het Domein heeft een naam opgebouwd met kunst van skaters, graffiti en surfers die vaak ook in de muziek actief zijn. Op het eerste oog past Clare E. Rojas naadloos in dat rijtje. Maar al gauw blijkt dat ze een hekel heeft aan de stad en haar oppervlakkigheid.

Schijn kan dezer dagen bedriegen in Het Domein, het Sittardse museum waar kunst in een maatschappelijke context wordt gepresenteerd. De laatste jaren kregen kunstenaars uit de straatcultuur zoals Ed en Deanne Templeton, Barry McGee, Mark Gonzales en Thomas Campbell er een tentoonstelling. De wind blijft uit California waaien. Want ook de kunstenaars die verantwoordelijk zijn voor The Burning House, nu in het museum, komen er vandaan, net als Clare Rojas.

Opvallend genoeg blijkt die laatste weinig op te hebben met San Francisco, waar ze woont. Bij haar tentoonstelling ‘Forget me not’ in Het Domein is geen catalogus verschenen maar verrassend genoeg een kinderboek, al spreekt de kunstenares zelf liever van een ´folk tale´. Een verhaaltje over een rode vos en een blauw hert die altijd samen optrekken en in gestileerde, bijna dromerige landschappen met frisse bloempjes en kwetterende vogels hun vriendschap celebreren. “Het heeft wel wat klefs”, zegt Clare Rojas, “maar hier gaat mijn werk in essentie wel over: lief zijn voor elkaar, elkaar helpen. Ik weet wel dat iederéén zijn mond vol heeft van liefde en respect maar het gaat erom dat je het in de praktijk brengt. ”
Rojas groeide op in Ohio. Amerikaanse moeder, Peruaanse vader, twee broers. Iedereen speelde wel een instrument thuis. Al vroeg schreef Clare songteksten. Ze begeleidde zichzelf op de gitaar. Moeder was een gepassioneerd quilter, hetgeen later gevolgen zou hebben in de beeldende kunst van haar dochter. Want de symbolen, de patronen en de stijlen van de quilts – doorgestikte dekens – doemen altijd op in haar werk.
Clare Rojas componeert, schrijft, schildert, maakt grafiek en video. “In al die disciplines vertel ik hetzelfde verhaal. Mijn muziek is als het ware de soundtrack bij mijn schilderijen.” Die soundtrack bestaat uit zeer delicate luisterliedjes, die doen denken aan de breekbare songs van de Cowboyjunkies. Bij elke tentoonstelling speelt Rojas onder de naam Peggy Honeywell enkele songs.
“Liedjes kun je nog dagen met je meedragen, een schilderij laat je achter aan de muur. Ik denk dat een song ook veel meer emoties losmaakt dan een schilderij. Toen ik mijn opleiding tot beeldend kunstenaar genoot, voelde ik me gefrustreerd omdat ik in mijn schilderijen niet helemaal kon uitdrukken wat ik wilde zeggen. Muziek bleek een perfecte aanvulling.”
Op de School of Design van Rhode Island leerde ze prints maken en ook die expertise valt op in haar werk. Vaak zijn haar afbeeldingen ongelaagd, strak van kleur, en vermenigvuldigt ze symbolen, beelden of patronen die ze van het quilten heeft af gekeken. Via Philadelphia kwam ze in Chicago terecht en sinds een jaar of vijf jaar woont ze in San Francisco. Haar carrière nam een enorme vlucht, haar werk is normaliter niet meer te betalen voor een museum als het Domein. Het is de menselijke maat die voor haar het verschil maakt. “De kunstwereld heeft een broertje dood aan een kunstenaar met kinderen.”
Rojas raapt haar beelden niet op van de straten in de stad waar zij woont zoal haar echtgenoot Barry McGee dat doet. “Mijn werk gaat eerder over het ontvluchten van de stad. Voor mij betekende de verhuizing vanuit de Midwest naar San Francisco een enorme cultuurschok. Ik voelde me zowat een buitenaards wezen. Men is er zo individualistisch ingesteld: iedereen kijkt een andere kant op. San Francisco wordt bewoond door een soort stadsnomaden die het er een aantal jaren uithouden dan alles uit hun handen laten vallen en vervolgens verder trekken naar de volgende stad. Waar ik vandaan kom, speelt het familieleven een veel grotere rol, iedereen blijft bij elkaar. In SF heb ik geen gevoel voor broederschap of zusterschap kunnen ontdekken.”
De beelden van Clare Rojas, vaak fijntjes geschilderd op houten panelen of papier, eventueel ingelegd in een bedje van quilt, doen denken aan sprookjes uit een dromerige wereld maar wereldvreemd zijn ze bepaald niet. “Mijn werk bemoeit zich niet met de wereldproblemen maar maakt wel gewag van zaken die een impact op vrouwen hebben. Daarbij wil ik per se niet de mooie dingen in het leven vergeten in te vullen. Ik vind het veel uitdagender om dat te laten zien dan ellende.” In de ‘catalogus’ staat zij zichzelf toe om woorden te gebruiken, in haar beeldend werk doet ze dat pertinent niet. “Woorden kunnen een gevaarlijke impact hebben waarvan je als kunstenaar maar moeilijk de reikwijdte kunt inschatten. Woorden zouden mijn schilderijen zomaar kunnen ontkrachten.”
In de schilderijen van Rojas verhouden vrouwen zich tot dieren en mannen. Hebben de mannen in het werk van haar echtgenoot joekels van wallen onder de ogen, bij haar worden ze op hun nummer gezet doordat de schilder hen dwingt de pose aan te nemen die vrouwen vaak aannemen in reclame of de bladen. Hun snorren zijn vaak potsierlijk en hun edele delen verandert ze graag in een (kwispelende of hangende) staart. Ze kan behoorlijk pissed zijn als haar verweten wordt geobsedeerd te zijn door penissen. “Mijn werk gaat niet over seks. Mijn werk gaat eerder over macht, onderdrukking, exploitatie.”
De vrouwen in haar werk lijken het allemaal aan te kunnen. En als ze al bedreigingen aan de orde stelt dan doet zij dat bij voorkeur tongue in cheek. In haar videowerk doet het aan Monthy Python denken, via snel opkomende en verdwijnende cartooneske tekeningen karikaturen maken van modellen uit de glossys. “Er zijn mensen die me vragen deze problematiek explicieter aan de orde te stellen. ‘Waarom gebruik je geen beelden uit de porno-industrie?’ Maar dat wil ik niet. Dan zou ik me op het niveau begeven dat ik juist wil bestrijden.”

* Clare Rojas als Peggy Honywell tijdens de opening van haar expositie in het Domein. foto Emile Hollman

Clare Rojas, ´Forget me not´ tot en met 5 augustus in Het Domein Sittard.