Cees Rullens is regisseur van de 2010-editie van de Passiespelen. Eerder regisseerde hij onder meer de Heiligdomsvaart in Maastricht, de opening van het WMC in Kerkrade en het Draaksteken in Beesel. “Ik roep altijd: zowel doven als blinden moeten de voorstelling kunnen volgen.”

“Als jongen”, vertelt Cees Rullens, “was ik in mijn geboortedorp Made in Brabant al bezig met verenigingen en allerlei clubs. Soms denk ik wel: ik doe nog steeds hetzelfde, alleen nu professioneel. Naast een artistieke drive heb ik sociale motieven. Ik vind het een eer om mensen bij elkaar te brengen. Het beste uit mensen te halen. Ze daarvan te laten genieten. Die mensen samen boven zichzelf te laten uitstijgen, en dat vervolgens aan een gemeenschap te geven, waardoor er iets zinnigs gebeurt.”
Massaspelen
“Sinds een jaar of tien schurk ik vaak tegen spektakels aan die een link hebben met religie. Dat overkomt me. Ik denk dat mensen met gelijkgezinde doelen of dromen elkaar vroeg of laat tegenkomen. Ik was verrast toen de Passiespelen mij benaderden, omdat ik er niet mee bezig was. Ik was tegelijk niet verrast, omdat het bij mij past. Ik heb ook als acteur en met kleine gezelschappen gewerkt. Als er ergens sociale problemen zijn, kun je die met een kleine groep mensen lekker scherp constateren. Maar je kunt ook met grote groepen mensen werken en er dan in een hele gemeenschap echt iets mee doen of zelfs áán doen.”
Sociaal
“Toen ik een jaar of zestien was, leek het priesterschap me erg aantrekkelijk. Die drang om het goede te zoeken in mensen en dat bij elkaar te brengen. Uiteindelijk is dit mijn priesterschap geworden. Met als groot voordeel dat ik nu ook nog drie fantastische kinderen heb. Maar het moet ook weer niet te soft klinken. Ik ben geen heilig boontje, gewoon een snoeiharde werker met een ontembare passie; soms een beul voor de mensen met wie ik bezig ben. Ik wil absoluut een artistiek hoogwaardig product neerzetten. Maar het sociale zit er altijd onder. Ik was laatst in Jeruzalem, vanwege de Passiespelen, om te zien waar het allemaal gebeurd is. ‘Belandde middenin een conflict – Uzi’s aan de ene en stenenwerpers aan de andere kant. Dan gaat alles in mij op zoek naar: kan ik hier iets? Als dat toch zou mogen, zeg! Maar ja, je bent maar zo’n klein mensje hé. Ik ga sowieso terug, zo werkt dat bij mij. Als ik hier in Noord-Limburg de tegenstelling allochtonen-autochtonen zie, denk ik: daar wil ik wel iets in betekenen. Het voert te ver om te zeggen dat ik daaraan wat ga doen, maar het zou op mijn weg kunnen komen.”
Amateurs
“Het werken met amateurs is een feest. Je moet hun vertrouwen winnen, waardoor zij het beste uit zichzelf laten halen. Dat krijg je bij een prof niet zo meteen voor elkaar. Die weten het allemaal zelf het beste. Wat ook weer heel charmant kan zijn om mee te werken, hoor. Maar als amateurs in de gaten krijgen: potverdorie, ik doe iets wat ik nog nooit gedaan heb, en híj doet het ook, en zíj ook, dan gebeurt er iets bijzonders! Dat is niet zozeer het spelen van iets, maar je ervan bewust zijn hoe iets bij het publiek overkomt. Op het moment dat je weet waarvoor het goed is wat jij doet, durf je dat met veel meer elan, inzet en overtuiging op de mat te leggen.”
Beelden
“Ik ben een regisseur die prima met tekst kan werken, maar ook iemand die enorm met beelden aan de slag gaat. Ik roep altijd: zowel doven als blinden moeten de voorstelling kunnen volgen. Ik heb aan Wiel Kusters gevraagd om de tekst van het Passiespel zodanig te onderzoeken dat er ruimte zou komen om allerlei zekerheden en geloofswaarheden te voorzien van vraagtekens. Geloven is niet zo interessant, hoe mensen gáán geloven wel. Waarom is Jezus zo’n voorbeeld? Het laten zien van het proces hoe mensen in hem gaan geloven, dat vind ik interessant.”
Spiegel
“De tekst van Wiel Kusters geeft mij veel aanknopingspunten om het spel vlees en bloed te geven. Als je aan de christelijke waarden begint te morrelen, heb je een probleem. Daar kom ik ook niet aan. Ik hoef geen revolutie, maar ik ben wel voor evolutie, voor een spiegel die bij de tijd past. Een groter aandeel van vrouwen in dit spel? Ik maak geen historisch spel, ik maak een eigentijdse versie van een oud verhaal. Als Jezus aan het Laatste Avondmaal zegt: ‘Neemt en eet hiervan’, dan zegt hij dat volgens mij tegen de hele wereld, en niet alleen tegen twaalf mannen.
Aan de zeggingskracht van het verhaal hoef ik helemaal niks te doen. Ik vergroot wel elementen uit. Bijvoorbeeld dat iedereen fouten maakt, en dat het heel bijzonder is als je bereid bent daarover heen te stappen en uiteindelijk kunt vergeven. Een applaus is fijn om te krijgen, maar wanneer het publiek nadenkt over de voorstelling is dat het echte applaus. Als mensen het gevoel hebben dat ze niet alleen iets gezien hebben maar ook iets belééfd, ben ik een gelukkig man.”
Regisseur Cees Rullens: “Ik ben soms een beul voor de mensen met wie ik bezig ben.”