De Maastrichtse wijk Céramique trok afgelopen winter, mede dankzij een expositie bij NAiM / Bureau Europa, aandacht in diverse publicaties. Het was voor mij een perfecte aanleiding om, los van belangen en betalingen, een visueel antwoord te formuleren op niet gestelde vragen. Gedachtewisselingen over de kwaliteit van deze wijk smoorden in een geforceerd optimisme, machteloze kritiek verstomde bij zoveel dovemansoren.

De beoordeling kon pas geschieden als het project ten einde was. Welnu, deze winter was het ten einde. Met sleetse schoenen en een rondje door de wijk werd er bewonderend afscheid genomen van het idee van establishment.

Het idee was nu realiteit.

Is Céramique af? Waren investeerders, ontwikkelaars, gemeente Maastricht en architecten tevreden? Targets bereikt? De cijfers logen niet.

De foto’s die ik maakte vonden hun weg in het boek Céramique. The Breathing City waarin architectuurcriticus David Siberstein, auteur van Mumford Rode a Bicycle, een nawoord schreef. Op basis van mijn eigen durfkapitaal zocht ik voor mijn boek naar een meer intuïtieve benadering. Versteende coulissen , verkild theater, ellenlange bewegingen…

Of het accuzuur van Komrij’s ‘boze oog’ tot hier was doorgesijpeld. Of het tochtige straatbeeld blije gezichten liet zien. Of er contact was, waarop ik de lens kon richten.

Ademt de stad? Ik zocht urbane raadsels en warmte, al was het dan ook winter, ergens in het derde millennium na Christus. Lastig daar.