Wie graag in de moerasgebieden van de menselijke conditie verkeert, komt deze maand niets te kort. De bioscoopagenda van juni voorziet in allerlei mooie dagtochtjes, met de release van twee aan elkaar gelieerde films van Ulrich Seidl als kwestieus hoogtepunt. 

De Oostenrijkse cineast die er als geen ander in slaagt om het aardse (dan wel Oostenrijkse) bestaan te vangen in al zijn afschuwelijkheid en tragiek, schonk ons vorig jaar Rimini, waarin volkszanger Richie Bravo (Michael Thomas) op een kaalgeslagen Italiaans vakantie-eiland drommen toeristen naar zijn schlager-hemel voert en sommige van hen tegen betaling van seksueel gerief voorziet. Tot opeens een jonge vrouw voor de deur staat die zegt zijn dochter te zijn. Ook Ritchie’s dementerende, nazi-liederen zingende vader, en zijn broer Ewald (Georg Friedrich) komen voorbij. 

Die laatste is vanaf deze maand in zijn eigen film te zien, het zeer controversiële Sparta. Ewald blijkt een pedofiel te zijn die zijn gevoelens voor jonge jongens probeert te beteugelen. Hij woont met zijn vriendin in Roemenië maar laat dit schijnbestaan achter om in de afgebrokkelde school van een armzalig gehucht een soort heilstaat voor hemzelf en de dorpsjongens op te richten. Een avontuur dat wel op de een of andere manier mis moet gaan, maar dat Seidl gadeslaat met een documentaire-achtige stijl, zonder te oordelen; de grens tussen empathie en sensatiezucht is flinterdun. 

Zou er iemand zijn die eerder al Rimini zag en zich nu aan beide opvolgers waagt?

Sparta levert een benauwende kijkervaring op: hou je niet je hart vast om de stappen die Ewald zet, dan vraag je je wel af hoe de productie van de film moet zijn verlopen voor de Roemeense kinderen en hun ouders, niet-professionele acteurs die naar eigen zeggen helemaal niet wisten wat Seidl precies voor film kwam maken toen hij met zijn crew in hun dorp neerstreek en hen overhaalde om mee te doen. 

Sinds de internationale première van Sparta heerst er een vooralsnog onopgeloste controverse rond de film, waarbij Seidl voet bij stuk houdt dat iedereen wist waar-ie aan begon, en dat de jonge spelers op de set adequaat werden begeleid. Zijn tegenstanders, onder wie mensen uit zijn eigen crew, beweren het tegendeel. Probeer je als toeschouwer maar eens tot zo’n conflict te verhouden, tijdens het kijken naar een film die van zichzelf al bijzonder explosief is.

Scene uit Sparta van Ulrich Seidl.

De vraag is of Seidl het je makkelijker of juist moeilijker maakt met de andere film die deze maand van hem uitkomt. Eigenlijk is het voor de hand liggend om Böse Spiele – Rimini Sparta niet zozeer een andere film te noemen, als wel een remix van Rimini en Sparta. Seidl heeft de treurige wederwaardigheden van de twee broers door elkaar gemonteerd, in feite zoals hij het oorspronkelijk had bedoeld; pas in tweede instantie besloot hij om er toch twee films van te maken. 

In Böse Spiele beweegt het verhaal van het toeristeneiland naar Roemenië en weer terug, van de schlagerzalen naar Ewalds schoolgebouw, van Richie’s verweerd-bronstige verschijning naar het kaalgeschoren hoofd van zijn broer. Hoe deprimerend elke film op zijn eigen manier ook mag zijn, de taferelen op winderig Rimini voelen nu als adempauzes, werken soms haast als comic relief naast het verstikkende Roemeense verhaal. Tegelijkertijd kun je je na het 3,5 uur durende Böse Spiele nog verslagener voelen dan na het zien van de twee afzonderlijke films. 

Gewaagd en stoutmoedig dus, van distributeur September Film, om nu zowel Sparta als Böse Spiele uit te brengen. En dat in een tijd dat er gemiddeld tien films per week verschijnen, en je maar een blik op die schandalige overvloed hoeft te werpen om als bioscoopbezoeker de vertwijfeling nabij te zijn. Ik wens u een overzichtelijke en toch rijke zomervakantie.

Ulrich Seidl, Sparta en Böse Spiele – Rimini Sparta. Vanaf 15.06 in de filmtheaters.