Eigenlijk kan ik beter gaan afwassen
Over een paar dagen vertrekt pianist Bram de Vree met het Mosa Trio voor een concours naar Melbourne. Daarom zit hij nu zo’n tien uur per dag achter de piano. Of we kunnen praten terwijl we hond Klaas uitlaten?
“Er zijn mensen die denken dat het Mosa Trio vernoemd is naar de porseleinfabriek in Maastricht”, lacht De Vree terwijl we door de velden langs de Belgische grens wandelen. Het Mosa Trio werd opgericht aan het Conservatorium van Maastricht, vandaar. Het drietal reist de wereld over, van wedstrijd naar concours, sinds kort met een puike cd in de bagage. “Bartók zei al: wedstrijden zijn voor paarden. Toch zijn die wedstrijden een vliegwiel voor onze carrières. Als ik het voor het geld zou doen, kon ik beter ergens gaan afwassen.”
MUZIEK_ “Het strijkkwintet van Schubert. Ha ha, daar heb ik als pianist niks in te zoeken maar het is weergaloos mooi. Sowieso kies ik voor Schubert, we spelen in Melbourne ook zijn tweede pianotrio als we de finale halen. De muziek van Ravel vind ik iets intellectueler, zijn pianotrio waanzinnig. Als je eenmaal aan de slag gaat met die muziek, betreed je een andere wereld.
Ik ken al die verhalen over Schubert wel, maar het gaat mij om zijn muziek. Hoe hij moduleert is ongekend, het klinkt zo nonchalant en toch mooi doorgewerkt. Net als bij Beethoven, die ik ook prachtig vind hoor, maar daar is het minder natuurlijk. Beethoven is meer een zwoeger.
Mijn familie is heel artistiek, maar ik ben de enige musicus. Ik heb mijn ouders meer klassiek opgevoed dan andersom. Mijn broer en zussen vinden het wel vet als ik Prokofiev speel, maar van Haydn snappen ze dan weer helemaal niks. Sokolov fascineert me ook, maar ja, dan luister je naar de pianist en iets minder naar Schubert.”
BOEKEN_“Onder Professoren van W.F. Hermans. Heel mooi geschreven, geweldig hoe je sympathie kunt opvatten voor een personage in de wetenschap dat heel vreemde dingen doet. Ik heb het boek gelezen toen ik in Maastricht studeerde. Ook op het conservatorium heb je natuurlijk allerlei ego’s rondlopen, die prachtig kunnen spelen, die de hele dag tegen elkaar botsen en toch samen moeten werken. Dat gebeurt niet altijd vlekkeloos. Ik dacht: je kunt zo een Maastrichtse versie schrijven.
Nu we het nationaal en internationaal goed doen, is het trouwens net of ze ons in Maastricht niet meer kennen. We spelen er nauwelijks.” Terwijl het trio elders op de grote podia, zoals het Concertgebouw, speelt, worden ze in hun thuisstad amper gevraagd. Een optreden in de Sint Jan, dat was het.
BEELDENDE KUNST_ “Na het concours in Melbourne reis ik samen met mijn vriendin nog drie weken door. Ik heb moeten beloven dat we echt vakantie gaan vieren want ze weet dat ik mezelf kan verliezen in musea. Bij ons thuis op de boerderij organiseerde mijn moeder tentoonstellingen. Ik herinner me de eerste beeldhouwers uit Zimbabwe met hun stenen bij het vuur. Ze kochten van de opbrengst oude Mercedessen die ze naar Afrika verscheepten.
Mijn absolute favoriet is Mondriaan. Ik vind hem heel oprecht in zijn kunst. Sommige mensen vinden het emotieloos maar als je weet hoe hij eraan heeft gewerkt, dat hij altijd vanuit de hand schilderde, op zoek naar de asymmetrische balans in de kleuren. Neem Victory Boogie Woogie, daar zit echt muziek in. Je hoort de kleine kleuren bijna tegen elkaar springen. In zijn Parijse werken zie ik nog meer diepte en lagen.”
FILM_ “Ik heb geen televisie en kom niet in de bioscoop. Ik kijk hooguit via YouTube naar filmpjes van andere pianisten. Ook registraties van concerten of opera’s zijn aan mij niet besteed. Ik heb het geprobeerd hoor, opera. Het zal wel aan mij liggen. Misschien is dat ook wat me te vaak afstoot aan pianisten, dat ze teveel opera spelen. Ik vind opera te theatraal, onnatuurlijk, overtrokken, als het romantisch moet zijn is het kwijlerig romantisch, als het boos moet zijn, hoor je dat ook meteen. Het geeft weinig ruimte om er iets van te vinden.”
THEATER_ “Ik heb er te weinig tijd voor. Een van mijn zussen die als vormgeefster in het theater werkt, zei ooit dat ik aan het conservatorium niet genoeg zou hebben, met al mijn interesses. Maar ik was nergens zo goed in als piano spelen en je moet er vol voor gaan, anders kom je nergens. De komende drie weken raak ik de piano niet aan, dat is voor het eerst sinds ik piano speel.”