Dicht op de huid
Of ze in de Bossche Verkadefabriek een keer liedjes wilde zingen van de in 2013 overleden Maarten van Roozendaal? Dat liep nogal uit de hand. Want inmiddels brachten zangeres Elke Vierveijzer en pianist Michiel Wetzer zo’n zeventig keer zijn liederen naar de theaters onder de titel Om te janken zo mooi. Opvallend: slechts twee keer speelden ze in Brabant. In Limburg werden alle concerten afgezegd. Geen belangstelling. “Misschien past wat wij doen niet zo bij de smaak van het zuiden”, probeert Vierveijzer thuis in het Brabantse Liempde een verklaring te geven. “Misschien lachen ze liever en zitten ze niet te wachten op die serieuze meuk.”
MUZIEK_ “Maarten van Roozendaal was zo rete-muzikaal. Ik heb hem een paar keer zien spelen en steeds dacht ik: waarom vind ik dit toch zo ontzettend goed? Hij maakt schilderijen met woorden, zo beeldend en verhalend. Sommige mensen vinden zijn liedjes zwaar of zwartgallig maar er zit zoveel hoop, liefde en compassie in. Hij beschrijft mensen in al hun eigenaardigheden zonder een oordeel te vellen.
Ik voel me erg verwant met de Amerikaanse singer-songwriter Anaïs Mitchell. Ze heeft een vreemde stem en eigenlijk maakt ze gedichten op muziek. Ik heb het gevoel dat zij uit dezelfde bron put, dat we op dezelfde manier voelen en denken. Ze is op een unieke manier sterk en kwetsbaar tegelijkertijd. Ook die kwetsbaarheid herken ik. Maar op het podium heb ik een vrijheid gevonden die me heel sterk maakt in mijn kwetsbaarheid. Normaal ben ik heel zorgzaam en meegaand, maar op het podium is er een kant die dat niet wil. Ik kan mezelf soms echt overrompelen. Ik herken het van Jacques Brel of Jeroen Willems. Dat is het mooiste aan dit vak.”
THEATER_“Ik heb altijd de drang gehad naar muziek en theater. Op de academie voelde ik me meteen thuis. De eerste twee jaar moesten we zeventig à tachtig voorstellingen per seizoen bezoeken. Daar leer je van. Maar zo word je ook echt theatermoe. Ik hou van klassieke theaterstukken als King Lear. En van Wende. Zij bevindt zich op het snijvlak van theater en muziek en sluit geen enkel compromis. Dat vind ik heel inspirerend. Ze verzamelt mensen om zich heen die vast heel kritisch zijn, maar die erop vertrouwen dat ze weet waar ze uitkomt, ook al weet ze dat zelf misschien nog niet.”

Elke Vierveijzer (Son en Breugel, 1988) was “een jaloersmakend talent” aan de Koningstheateracademie in Den Bosch en finalist op het Amsterdams Kleinkunst Festival 2015. Ze toerde twee seizoenen met liederen van Maarten van Roozendaal, in oktober vorig jaar haar programma Zonder genade in première.
BOEKEN_ “Mijn lievelingsboek is Een fractie van het geheel van Steve Toltz. Een filosofisch boek van ruim zeshonderd bladzijden waar ik altijd hardop bij moet lachen. Ik heb het zes keer gelezen en neem het elke zomer weer mee op vakantie. Het gaat over een man die een boek schrijft in de gevangenis die door zijn eigen krankzinnige vader is gebouwd. Hij heeft een broer die topsporter had kunnen worden als hij geen ongeluk had gekregen. Het gaat over het accepteren van omstandigheden en hoe daar mee om te gaan.
Toen ik naar Nepal ging, kreeg ik van mijn pianist Michiel Het Tibetaanse boek van leven en sterven. Zonder het te weten heb ik altijd de filosofie van het boeddhisme nagestreefd. Het geeft woorden aan een gevoel. De basis van de filosofie is dat er niks is. Er is niets wat je vast zou moeten houden, want dat is er niet. Ik ervaar dat als vrijheid; heel simpel geluk is volgens mij de kern van het bestaan. Er zijn zonder vragen en verlangen. Ik zeg niet dat ik dat kan hè, maar het idee spreekt me aan.
En Griet Op de Beeck. Zinnen die ik meteen zes keer heb gelezen omdat ze mij feilloos raken met woorden, daar word ik heel gelukkig van.”
MODE_ “Oef. Ik loop altijd achter. Als iets uit is denk ik: hé, dat is leuk. Ik vind het een enorm gevecht om me te kleden. Maatje 36 heb ik opgegeven. Kleding moet mij een soort neutraliteit geven, als ik teveel als een diva overkom, heeft dat teveel effect op de voorstelling. Ik moet niet hoeven denken: hoe zie ik er in godsnaam uit. Daar wil ik niet mee bezig zijn.”
BEELDENDE KUNST_ “Ik sta heel oordeelloos in de kunst, ben geen analytische kijker. Ik stel me open en laat gebeuren wat het doet. Zoals in het Van Gogh Museum, waar eerst de schilders hangen door wie hij het meest geïnspireerd raakte. Haymaking, het doek van Léon Lhermitte, vind ik het mooiste schilderij in het hele museum. Twee mannen, een vrouw en een kind op een akker. Heel realistisch geschilderd, in mijn hoofd kwam meteen een heel verhaal tot leven.”
FILM_ The End of the F***ing world, gezien op Netflix, te gek. Een roadtrip in acht afleveringen over twee gehavende tieners, James en Alyssa, dicht op de huid gefilmd. Misschien is dat wat me in alle kunstvormen het meeste raakt: zo dicht op de huid van personages dat er een soort ongemak over me komt omdat ik de onvolmaaktheid van de mens erin weerspiegeld zie. En zonder dat er een oordeel over wordt geveld.”