In het terrarium zit Oscar de baardagaam. Nu maar hopen dat het kleine reptiel een mannetje is, want Henk wil een vriend. Gewoon, van man tot beest. Vrouwen geven vroeg of laat gedoe, vindt hij. Op zijn werktafel de administratie, ook zoiets. Dan over zijn nieuwe roman: die is net uit en dat betekent maximale stress. Recensies, verkoopcijfers, wel of niet genomineerd… “Alles komt snoeihard binnen.” Loslaten? Leuk bedacht, maar dat lukt toch niet. “Het is geldingsdrang: ik wil erkenning.” De voorkeuren van een neurotisch schrijver.

Muziek

“Vanaf mijn veertiende leefde ik tien jaar lang voor één ding: onze band Maypole. Hardcore-punk, geïnspireerd op pioniers als Sick of it all en Madball. Harde muziek, vol boosheid. Ik was een loner, niks lukte echt goed en ik was zo’n beetje anti-alles. Dit was muziek bij uitstek voor mij. Popmuziek vond ik burgerlijk en hypocriet, ik zocht authenticiteit. Nog steeds, trouwens. Wat je nu hoort is 16 Horsepower. De zanger is religieus en zingt over de verleidingen van de duivel. Het is donker en eerlijk, je voelt gewoon dat het recht uit zijn hart komt. Wat betekenen goed en kwaad? Het zijn subjectieve begrippen die we concreet maken om chaos te vermijden. Trump is slecht; lekker overzichtelijk, maar het is goed om te beseffen dat we in imaginaire constructies denken.”

Boeken

“Alles begon met Charles Bukowski. Ik was twintig en las alleen hem. Nu is het nostalgie. Verder natuurlijk John Fante, daar heb ik al vaak over verteld. Een andere favoriet is The Border Trilogy van Cormac McCarthy. Het speelt in de tijd van de American frontier met rauwe, duistere personages die langs de wet leven. Ook weer over goed en kwaad, een soort literaire equivalent van 16 Horsepower. McCarthy is een geweldige stilist. Hij gebruikt nauwelijks leestekens en toch voel je haarfijn de overgang naar een dialoog aan. Die kale stijl, ik wou dat ik het kon. Momenteel lees ik Sapiens van Yuval Noah Harari, over het ontstaan van de mensheid. Fantastisch. Dacht je dat de komst van zelfgemaakt vuur revolutionair was? Nee dus. Dat was het moment dat mensen dingen gingen verzinnen. Fictie is de sleutel tot ons succes! Zet mensen bij elkaar en er ontstaat chaos. Dus gaan ze iets verzinnen, een god of zo. Zonder fictie hadden wij nooit in grote groepen kunnen leven.”

Film

Fight Club vond ik erg goed, over de zoektocht naar jezelf, het verlangen om écht contact te maken en te voelen. Ik werd totaal weggeblazen door het perspectief van een orgaan als de ik-verteller: ‘I am Jack, i am Jack’s liver.’ Te gek. Inspiratie voor mijn nieuwe boek vond ik in Boyhood van Richard Linklater. Die film veranderde mijn blik op kunst. Films, boeken, theater, ze draaien vaak om één dramatische gebeurtenis. Boyhood niet. Linklater laat zien hoe het is om op te groeien: soms ga je links, soms rechts, je faalt, hebt succes, ziet je ouders falen of succes hebben. Gewoon, hoe een leven kan gaan. Dat wilde ik ook beschrijven in mijn nieuwe boek. De ondertitel is ook: ‘een jeugd’.”

Design

“Ik heb er oog voor, maar ik mis de motivatie. Ik zie wel wanneer een interieur of ontwerp geslaagd is, maar zou het nooit zelf kunnen samenstellen of creëren. Schoenen kopen, kleding, interieur, een fiets… het zijn triviale zaken, ik wil er vanaf zijn. Dat heb ik trouwens bij veel dingen, ik ben superongeduldig. Mijn tatoeages? Dat gaat meer om de inkt dan om het ontwerp. Tegenwoordig zijn mensen met tatoeages vaak superburgerlijk, alsof ze de perfecte gordijnen uitzoeken. Voor mij gaan tatoeages om de fuck-it uitstraling: die shit moet vol. Mijn rug is nog steeds niet af.”

Henk van Straten (Rotterdam, 1980) is schrijver, journalist en columnist. Na tien jaar bij hardcore-punkband Maypole en enkele onafgemaakte studies stortte hij zich op het schrijverschap. Vanaf 2007 publiceerde hij acht boeken. In maart verscheen Wij zeggen hier niet halfbroer. Henk van Straten woont in Eindhoven.

Social media

“Facebook, Instagram, Twitter. Ik doe alles, ook met het idee dat het moet om lezerspubliek te krijgen. Ik schrijf toch niet voor niks? Succes is voor mij belangrijk: lezers, prijzen, recensies, verkoop, alles. Maximale erkenning dus. Zolang ik schrijf, heb ik dat niet, maar als er een kaft omheen zit, is het een product. Dan begint de stress en ben ik continu online om te kijken wat ze allemaal schrijven. Als datgene waar ik keihard aan gewerkt heb nauwelijks of – nog erger – slechte recensies krijgt, ga ik door een diep dal. Ik ben een neuroot op dat vlak. Een dag niet kijken? Dat wordt lastig.”

Internet

“Ik ben best veel online, voor nieuws, achtergronden en opinie. En ik kijk veel naar MMA: mixed martial arts, Amerika’s snelst groeiende vechtsport. Ik kijk wedstrijden, voor- en nabeschouwingen, nieuwtjes. De vechters zijn ongelooflijke atleten die veel disciplines moeten beheersen. Eén van de bekendste MMA’ers is Dominick Cruz. Hij verloor onlangs na acht jaar zijn kampioensriem. Meteen na het gevecht stond hij uiterst koelbloedig de pers te woord: ‘You win some, you lose some.’ Hij legde uit: ik bén niet die riem. Ik vond dat zo inspirerend. Het was bijna spiritueel hoe hij zijn identiteit loskoppelde van zijn drive in de sport. Kon ik maar zo denken.”