Joep Pelt ademt, eet en drinkt muziek. Hij reist de wereld af om gitaar te spelen met geestverwanten. Hij werkt net zo makkelijk met rapper Typhoon als de Malinese gitaarlegende Lobi Traoré en stond in 2015 voor uitverkochte zalen met de Limburgse dialectgroep Carboon. “Muziek opent telkens nieuwe werelden.”
MUZIEK_ “Ik ben opgegroeid in een muzikale dictatuur. Mijn vader is een kind van de sixties en draaide de hele dag The Doors, Jimi Hendrix maar ook veel Zuid-Afrikaanse muziek. Het is belangrijk om steeds bloot gesteld te worden aan nieuwe dingen. Ik luister niet per se naar muziek van nu – de bulk is over vijf jaar alweer vergeten – maar wel heel breed. En als je dieper graaft, weer een deurtje opent, blijken daar weer zes andere deuren achter te zitten. Voor een nieuw project ben ik me nu aan het inluisteren in Ethiopische muziek. Ik dacht dat ik dat wel kende. Maar Ethiopië kent meer dan tachtig verschillende talen en die hebben allemaal hun eigen traditionele en moderne muziek.”
THEATER_ “Ik sta al vanaf mijn zestiende op het podium, maar in het theater heb ik echt mijn plek gevonden. Van Mali tot Mississippi was mijn eerste show en het was een openbaring: die interactie met het publiek, de combinatie van liedjes spelen en verhalen vertellen. In het begin heb ik echt aan de hekken lopen rammelen: mag ik alsjeblieft bij jullie komen spelen?! Nu speel ik op poppodia, in theaters maar ook op locatie. Op de rest van het hedendaagse theaterveld heb ik niet veel zicht. Ik zag wel eens een King Lear met Gijs Scholten van Asschat en dat was vreselijk: wat een geschmier! Wat ik wel geweldig vond was de bewerking van A Clockwork Orange door het inmiddels opgeheven Alex d’Electrique. Ko van den Bosch is een geweldige tekstschrijver. Zijn dialogen zijn erupties. Een gouden combinatie met de muziek van punkband The Ex.”
BOEKEN_“De meester en Margarita is mijn persoonlijk favoriet. Al was het maar omdat Sympathy for the devil van de Rolling Stones er op is gebaseerd. Maar hoewel ik Engelse letterkunde heb gestudeerd ben ik toch meer van de non-fictie, vooral muzikantenbiografieën. Het valt me wel op hoe wisselvallig de kwaliteit kan zijn, soms zelfs binnen het oeuvre van één schrijver. De biografie bijvoorbeeld die Stephen Calt schreef over Delta-bluespionier Charlie Patton is een gedegen historisch werk. Het boek dat hij daarna schreef over Skip James is echter vreselijk. Het eerste deel is goed maar in de tweede helft introduceert de schrijver zichzelf als personage dat al zijn frustraties en onbegrip botviert op James. Ik vind dat een biograaf enige afstand moet bewaren tot zijn onderwerp.”
BEELDENDE KUNST_“Daar heb ik alleen iets mee in zoverre het deel uitmaakt van mijn leven. Als kind ging ik met school naar De Nachtwacht maar dat interesseerde me niks. Het werk van Robert Crumb wel, maar hij heeft dan ook mijn blueshelden getekend. Ik ben ook fan van striptekenaar Typex. Ik ken zijn werk uit de tijd dat hij tekende voor muziekblad OOR en het was een grote eer dat hij de poster voor mijn theatertour wilde maken.”
FILM_ “Ik hou eigenlijk van iedere film waar goede muziek in zit. Crossroads met muziek van Ry Cooder is heerlijk voor een gitaarfriemelaar als ik. Toen ik een jaar of vijf, zes was werd The Blues Brothers uitgezonden door de piraat. Mijn ouders haalden me er speciaal voor uit bed. Vanaf dat moment was dat mijn film. Als we op vakantie gingen had ik twee cassettebandjes bij me: eentje van Bert en Ernie, en de soundtrack van The Blues Brothers. Die draaide ik eindeloos terwijl ik een choreografie maakte met mijn knuffels.”
DESIGN_De gitaren van National uit Californië zijn niet te evenaren. Er worden wel meer resonatorgitaren gemaakt maar de meeste klinken als koekblikken. Toen National in de jaren twintig begon te produceren waren dit de elektrische gitaren avant la lettre. Ze hebben een bepaalde toon en klinken heel hard – dat is het geluid van de Son House-platen. Ik heb er zelf ook een maar de nieuwe modellen die ze tegenwoordig maken kan ik niet betalen. Ik heb wel een paar mooie, oude versterkers uit de fifties. Daar zit dan alleen een aan/uit-knop op, verder niets. Ik hou van die eenvoud. Het liefst heb ook instrumenten die al een heel leven gehad hebben. Dat klinkt er dan in door.”
MODE_“Het Afrofuturisme van designers uit Zuid-Afrika en Ethiopië vind ik mooi. Het gaat om traditionele elementen met moderne accenten. De achtergrondzangeressen en rapper Weza met wie ik samenwerkte in het theaterproject Soweto Soul snappen dat heel goed. Die combineren een urban trainingspak met een luipaardvel. Het is een beetje zoals ik muziek maak: voortbouwend op de geschiedenis maar met nieuwe toevoegingen.”
SPORT_“Ik ben een voetbaldier, Ajax is mijn club. Maar ik heb ook waardering voor de jeugdopleiding van Feyenoord, en hoe die club geworteld is in Rotterdam. Het is het stammengevoel dat ik bijzonder vind. Ik was eens met een vriend bij een wedstrijd tussen Juventus en Fiorentina, gezworen aartsvijanden. Einde eerste helft stond het machtige Juve 2-0 voor, zoals verwacht. Maar in de tweede helft werd het toch nog 2-4. Ik heb nog nooit zoveel van blijdschap huilende volwassen mannen gezien.”