‘Als ik een boek lees, gaat het goed met mij’
Lien Wildemeersch legt met regisseur Milo Rau de laatste hand aan Medea’s kinderen. Het stuk is gebaseerd op het verhaal van een moeder die haar vijf kinderen vermoordde. Rau verbindt dat verhaal aan dat van Medea, een tovenares uit de Griekse mythologie.
Muziek
‘Ik ben klassiek geschoold: piano, dan cello, dan harp, tussendoor nog een beetje dwarsfluit. Voor piano is Chopin mijn lievelingscomponist. Zeker de Nocturnes, die zijn van zo’n schoonheid en melancholie: een uitnodiging om in te verwijlen. Nu, het is ook belangrijk wie er speelt; Martha Argerich of de broers Jussen kunnen die zo fragiel, genuanceerd brengen, de muziek tot in de finesses spelen. Ze hebben muzikale ontroeringskracht. Of luister naar Glenn Gould als hij Bach speelt. Jacqueline du Pré kon dat op de cello. Ik heb haar veertien jaar lang met een ongekende intensiteit bestudeerd. Haar muziek, haar zelf. De pracht en de last van het leven komen allemaal samen in die ene vrouw. In het trage deel van Elgars Celloconcerto en in Bruchs Kol Nidrei bereikt ze een enorme diepgang en intensiteit.
Maar ik hoor ook graag niet-klassieke muziek hoor. Bijvoorbeeld Nick Cave, Leonard Cohen, maar ook Jasper Steverlinck, Cigarettes after sex en in het Nederlandstalige circuit bijvoorbeeld Raymond Van het Groenewoud en Mathias Sercu.’
Theater
‘De dansante voorstelling Tauberbach van Alain Platel. Alain vertrekt intuïtief en van wat zich op de vloer aandient en dat is voelbaar. Dit stuk is gebaseerd op de documentaire Estamira van Marcos Prado, over een schizofrene vrouw die in Brazilië op een vuilnisbelt leeft en een unieke manier van communiceren met haar omgeving heeft ontwikkeld. Tauberbach verwijst naar muziek van Bach, gezongen door dove kinderen. Het is indringende, ongepolijste zang; Platel zoekt de schoonheid in de imperfectie. De dansers in de voorstelling zijn virtuoos, het decor bestaat uit kledingstukken die een kleurrijk palet vormen. En ja, dan was daar ook nog actrice Elsie de Brauw die ik beschouw als mijn toneelmoeder. Zij kan gewoon alles, een onwaarschijnlijk mooie actrice. Opening Night van Ivo van Hove is een voorstelling waarin Elsie mij echt omver blies, zo straf gespeeld. Elke voorstelling eigenlijk waarin zij meespeelt, tilt ze op. Gif van Johan Simons is er nog zo eentje. Los van haar zijn er zoveel voorstellingen die mij bij bleven, bijvoorbeeld Conversations van Kris Verdonck, Twee stemmen van Johan Simons, True copy van Berlin, het Hamiltoncomplex van Lies Pauwels en Vuur van Christophe Aussems.’
Beeldende kunst
‘Ik apprecieer die heel erg als kunstvorm, maar ik moet zeggen dat ik daar weinig van ken. Ik kan zeggen of ik iets mooi vind of dat iets me raakt, maar niet meer dan dat. Terwijl ik me in muziek of theater helemaal kan verliezen.’
Film
‘Songs From the Second Floor van Roy Anderson vind ik echt een surrealistisch meesterwerkje. Met lange shots en absurde humor. Daarin worden de dagelijkse dingen verheven tot kunst. Ik worstel soms met de banaliteit van alledag. Vandaar die artistieke energie waar ik helemaal in floreer. Die ik nodig heb om gelukkig genoeg in het leven te staan. Ook de films van Lukas Dhont vind ik heel mooi. Hij durft ervoor te gaan om het hart aan te spreken. Mijn referentie is: raak ik ontroerd of niet?’
Boeken
‘In Uit de tijd vallen probeert David Crossman het verlies van zijn zoon in woorden te vatten. Hij probeert taal te geven aan dat verdriet, wat misschien een onmogelijke opdracht is. Het gaat ook over schrijven en de betekenis van taal. Misschien is hij op zoek naar de troost en tegelijk verlangt hij naar ontroostbaarheid. Het is in elk geval tijdloos en poëtisch.
Dat geldt ook voor Schaduwkind van P.F. Thomése, dezelfde thematiek. Ook hij probeert de worsteling te beschrijven; immens ontroerend, heel poëtisch.
Dan kom ik bij filosofe Patricia de Martelaere van wie ik nog het vak taalfilosofie heb gekregen. Wat een genie was dat, al had ik dat toen niet zo door. Een verlangen naar ontroostbaarheid is zo slim en toegankelijk geschreven, zo inspirerend, dat kun je blijven herlezen. Ze zegt in toegankelijke taal heel moeilijke, onwaarschijnlijk zinnige en ontroerende dingen, over leven, kunst en dood. Bijvoorbeeld over die paradox van woorden omdat ze het onmogelijke proberen, of over hoe je kunt verwijlen in het heden. Over hoe onze gedachten ons uit dat heden halen omdat we te veel piekeren en daardoor de schoonheid missen. Hebben we het over boeken, dat zijn voor mij echt rustpunten. Als ik een boek kan lezen, dan gaat het goed met mij.’
Actrice en theatermaker Lien Wildemeersch (Ieper, 1983) studeerde Germaanse talen en filosofie en doorliep daarna de toneelafdeling van het Conservatorium Gent. Ze speelde bij NTGent onder Luc Perceval en Johan Simons en toerde afgelopen jaar met haar voorstelling Jackie, over celliste Jacqueline du Pré.