Modeontwerpers zijn vaak slimme dieven >>
Als kind vond Murielle Scherre het heel raar dat ze de kleren die ze mooi vond en waarin ze zich goed voelde, niet aan kon naar school. Ze snapte niks van de ongeschreven sociale codes die nu leidraad zijn in de tentoonstelling DressUndress die ze voor Modemuseum Hasselt heeft ontworpen. Ze constateert wel dat er meer blijheid in de mode komt.
MODE
‘De Genkse ontwerper Martin Margiela is echt een game changer. De mode lijkt een hele vlotte, aimabele industrie maar het is allemaal zo rigide en protectionistisch. Daarom vind ik het dubbel boeiend dat hij zo’n prachtige carrière kon opbouwen terwijl hij de codes heeft doorbroken en het raadsel heeft verklapt – meestal mijden ze je dan. Picasso zegt: Ik heb mijn hele leven erover gedaan om te kunnen tekenen als een kind. Ik heb het gevoel dat dit ook voor Margiela geldt.
‘Al die posters van modellen met gefotoshopte benen die een voorbijgestreefd mensbeeld etaleren. Wat een tristesse.’
Er is een enorme keuze in bovenkleding, maar bij lingerie is die keuze zeer klein. Je moet fan zijn van bloemen en kant en voorgevormde bh’s en dan al die posters van modellen met gefotoshopte benen die een voorbijgestreefd mensbeeld etaleren. Wat een tristesse. In de supermarkt kun je kiezen uit 300 verschillende wasmiddelen maar je moet wel een push up beha met bloemen erop kopen. Welke lingerie dragen mensen die in kleren van Margiela of Vivienne Westwood lopen? Toch niet allemaal bloemenbh’s?’
BEELDENDE KUNST
‘Moest Felicien Rops (1833-1898) kleding maken in zijn tijd dan zou hij een Martin Margiela zijn geweest. Zo ervaar ik dat. Hij schilderde taferelen voor rijke families maar als de lijsten eraf gingen dan stonden daar allemaal kleine gore cartooneske schetsen in de rand, echt kattenkwaad, mooi om te zien.
De Duitse kunstenaar Hans Bellmer (1902-1975) heeft mij enorm beïnvloed in patronen maken, vooral door zijn lijnvoering: hoe één lijn twee dingen kan zijn. Of hoe strepen van kousen haar kunnen worden. Inzoomend op een tekening van Bellmer zou ik bijna bij mijn patronen uitkomen.
De zelfportretten van Francesca Woodman (1958-1981) vind ik boeiender dan de fotografie in Vogue. Als de cover van Vogue interessant is, dan komt dat negen op tien keer omdat ze ergens iets hebben gepikt. Dat is tegelijk ook magisch aan modeontwerpers, het zijn vaak zeg maar slimme dieven. Ik wil zelf geen gedachten van een ander recycleren of werk kopiëren.’
MUZIEK
‘Al mijn ontwerpen hebben namen van songtitels of komen uit lyrics van songs.
Als ik veel aan mijn hoofd heb, grijp ik graag terug naar The Black Keys. Twee gasten die knallen met een gitaar en niet eens een volledig drumstel. Heel rudimentair, daar houd ik echt van. Of van Steve Reich. Dat nummer Come Out kun je gebruiken om mensen mee te folteren. Binnen een uur heb je ze knettergek. Soms word ik er ook agressief van, maar als ik schrijf vind ik het heel aangenaam omdat het een rare trip is.
België heeft hele mooie vieze house gemaakt: The Sound of Belgium. Ik mocht ooit samen eten met de koning en de koningin in Gent. Toen heb ik gevraagd of hij The Sound of Belgium kende. Hij niet maar de koningin wel. Zo’n unieke, rare, depressieve, duistere muziek maar ook blij met die smiley op de cover. Het was eigenlijk een groot sociaal experiment, iedereen ging naar duistere clubs met de raarste kleren aan, ik vond dat echt wauw.’
BOEKEN
‘Ik heb sinds kort een profiel op Goodreads. Het is mega nerdy om te doen maar je kunt er je boeken scannen. Dat is zoals winkeltje spelen. Zo maak je één groot boek van alles wat je gelezen hebt en dat is precies zoals het voor mij voelt. Ik lees vooral non-fictie. Ik woon in twee huizen dus ik lees constant allerlei boeken door elkaar. Ik leg iets weg, ik pak iets vast, lees in twee boeken iets over het brein en zo wordt dat één lang boek. Ik was vroeger op school gebuisd voor alle wetenschappen en nu lees ik over kwantumfysica en tegelijkertijd Psycho Magic van Alejandro Jodorowski. Het gaat deels over hetzelfde maar in een andere taal, de één is wetenschapper de ander kunstenaar. Ik heb het gevoel dat ik weer op de middelbare school zit, behalve dat ik nu zelf mag kiezen wat ik wil leren.’
FILM
‘Ik hou van zeer trage films zoals Stalker van Andrej Tarkovski uit 1979. Ik droom nog steeds in zulke beelden.
A Comédia de Deus van Joaõ César Monteiro gaat over de uitbater van een ijssalon op zoek naar de ultieme smaak. De nieuwe serveersters zet hij in een bad met melk waar hij dan ijs van maakt. Heel vreemd, heel persoonlijk, net als mijn dromen.
De naam van mijn bedrijf, la fille d’O, komt van de film Histoire d’O uit 1975. Porno was totaal duister, underground en verboden en je ging op de brandstapel als je ernaar keek. Opeens was daar Histoire d’O die om de een of andere reden mainstream werd. Het was bon ton om te zeggen dat je die gezien had. Er is veel te zeggen over wat er niet goed aan is, maar tof dat er midden jaren zeventig opeens een cultfilm komt die alles weggooide wat we net verworven hadden. Ik begreep dat toen niet. Toen ik begon met la fille d’O wist ik: mensen willen wel een heleboel dingen, maar dat wordt niet ondersteund of gereflecteerd in de dingen die je om je heen ziet.’
Murielle Scherre (Gent, 1977) is ontwerper van lingerie die ze produceert via haar bedrijf la fille d’O dat gelijknamige boetieks heeft in Gent en Antwerpen. Scherre schreef twee autobiografische boeken en cureerde de tentoonstelling DressUndress die tot 20 november te zien is in Modemuseum Hasselt.