Ik hou van rebelse vrouwen >>

In de voorbereiding op haar nieuwe baan in Venlo bezocht Rieke Righolt musea in het Ruhrgebied en leest een boek over het Venlose carnaval van Jan van Mersbergen. 

Beeldende kunst

‘Aan de Universiteit van Amsterdam leerde ik dat de middeleeuwse schilderijen en fresco’s in kerken machtige beelden konden opleveren. Wat mij vooral aangreep was de ontwikkeling die de kunstenaars aan het einde van de vijftiende eeuw doormaakten. Bijvoorbeeld schilder Geertgen tot Sint Jans. Wat mij fascineert is dat deze kunstenaars van de Kerk een opdracht kregen met een Bijbels narratief, maar daarin toch de ruimte vonden om iets toe te voegen uit het dagelijks leven. Religieuze kunst gaat over de mate van vervoering die een kunstenaar kan ontlokken. 

Vorige week was ik in het Antwerps Museum voor Schone Kunsten. Even los van Rubens en Memling trof me een paneeltje van Jan van Eyck. De tranen sprongen me nog net niet in de ogen. Wat me ontroert is de nietigheid van de godvrezende mens ten opzichte van die grote heilige wezens. Vandaag kan iedereen zichzelf tot icoon verheffen, maar toen kon je nauwelijks ontsnappen aan je herkomst. Ook de Madonna omringd door serafijnen en cherubijnen van Jean Fouquet vind ik prachtig, het oogt zo modern – alsof het net geschilderd is.’

Film

‘Deze zomer zag ik een film van David Claerbout op de H3H Biënnale in Oosterhout. Hij heeft in drie jaar tijd de film Junglebook volledig hertekend. Alleen haalde hij er alle menselijke eigenschappen van de dieren uit. Dus de dieren gedragen zich gewoon als dieren, doen niks, behalve dier zijn. Waarom willen mensen toch altijd de natuur naar hun hand zetten? Ik vond het ook geweldig hoe Claerbout de film presenteerde, in een weelderig landschap rond een klooster; het geluid van de dieren in de film versmolt met het gekwaak van de kikkers om je heen. Het is goed wanneer een curator kijkt naar de omgeving zodat je de kunstenaar de kans geeft om zijn gelaagdheid de ruimte te geven.’

‘Waarom willen mensen toch altijd de natuur naar hun hand zetten?’

Muziek

‘Bach, Billie Holiday en Beyoncé. Sinds ik op school de Brandenburgse Concerten moest analyseren, heb ik iets met Bach. Vooral met de Cellosuites en de Matthäuspassion. Het gaat om dat gevoel van vervoering, dat je even wordt opgetild. 

Ik heb wel wat met rebelse vrouwen. Zoals Billie Holiday. Wat een vrouw, wat een persoonlijkheid, wat een stem. Ze heeft een belangrijke rol gespeeld in de avant-garde.

En Beyoncé. Nu al een iconisch rolmodel, een sterke onafhankelijke zwarte vrouw. Zij is ook een pionier die zo’n beetje alle heilige huisjes heeft ingetrapt, en na haar moederschap ontdekte dat haar lijf nog een andere belangrijke functie heeft. Ik ben ook moeder van twee jonge kinderen. Haar album Lemon vind ik steengoed. Al luister ik nu meer naar Kinderen voor kinderen, haha.’

Architectuur

‘Ik woon op een heel bijzondere plek, op een voormalig Duits vliegveld uit de Tweede Wereldoorlog: Fliegerhorst Deelen, bij Arnhem. De Duitsers legden verschillende vliegvelden aan van waaruit de Luftwaffe opereerde. De basis was zo groot als Schiphol en bestond uit 900 volkomen gecamoufleerde gebouwen in de vorm van een boerendorp. De sporen van de oorlog liggen hier voor het oprapen. Sinds 2012 is het een culturele enclave – sorry voor de vreselijke term – waar gewoond, gewerkt en gerecreëerd wordt. Ik heb er de artistieke leiding gehad over de presentatie-instelling Machinery of Me, die erfgoed probeert te ontsluiten aan de hand van hedendaagse kunst. Heeft een landschap schuld? Die vraag past mooi bij de tentoonstelling van Armando in Van Bommel Van Dam. Je ziet dat het landschap zijn eigen weg meandert door de tijd. Wonen in zo’n omgeving verplicht je om de geschiedenis levend te houden.’ 

Boeken

‘Ik lees de biografie over Jeanne Bieruma Oosting (1898-1994) van Jolande Withuis. Een fascinerende kunstenares die opgroeide in een adellijke familie maar geen carrière mocht maken, ook niet als schilder. Heel bijzonder hoe zij zich daaraan ontworstelde, naar Parijs vertrok en alles gaf voor de schilderkunst. Je ziet een mooie ontwikkeling, eerst stillevens, landschapjes, daarna donkerder werk, veel zwart, soms naargeestig, later werden haar portretten kernachtig en modernistischer. Ze kreeg veel kritiek – die ze aan haar laars lapte. Ook deze vrouw was een echte pionier. 

Ik ben ook dol op Connie Palmen, dat rebelse vrouwtje in de Nederlandse literatuur, veel feestgedruis en een autonoom denker. Haar boek De wetten heb ik een keer of zes gelezen. Een coming of age boek over een vrouw die opgroeit in een katholiek dorp, naar de grote stad gaat en zich optrekt aan kennis van mannen om haar eigen gedachtengoed te testen. Ik ben opgegroeid in Ede, een benauwend stadje waar je voelt dat er ergens iets groters moet zijn, waar je nog veel zou kunnen leren. Ja, zes keer De wetten is veel, maar van tijd tot tijd zie ik het boek liggen en begin ik gewoon weer opnieuw.’ 

Mijn collega’s in het Design Museum in Den Bosch gaven me Carnaval van Jan van Mersbergen cadeau, om alvast te wennen aan Venlo. Dat lees ik met veel plezier. Zijn punt is: carnaval kun je niet leren, je moet het meemaken. Wat me erg aanspreekt, is dat het lijkt op mijn beleving van kunst: een totaal gepassioneerde relatie, waar je niet zonder kan. Carnaval overstijgt alle verschillen tussen mensen en dat is heel bijzonder. Ik kan me helemaal mee laten voeren door kunst; het is voor mij een manier om het leven te lezen, om even weg te komen van de dagelijkse sleur en te verdwijnen. Dat doet carnaval ook.’

Rieke Righolt (Ede, 1982) studeerde Nederlands recht en kunstgeschiedenis. Ze werkte bij Museum Arnhem, De Oude Kerk Amsterdam en Design Museum Den Bosch. Sinds deze maand is ze directeur van Museum van Bommel van Dam in Venlo.