Heerlijke loomheid >>
Roos Rebergen komt net uit de studio waar ze heeft gewerkt aan een nieuwe plaat die pas over een jaar zal verschijnen. Komt omdat ze eerst gaat toeren met de songs op Lucky die ze in tijden van corona opnam en nog niet ten gehore kon brengen. ‘Het was fijn om een keer tijd te hebben om in alle rust aan een album te werken’.
MUZIEK
‘Ik heb een grote voorliefde voor folk en country. Als kind al. Gram Parsons. John Prine. Bonnie ‘Prince’ Billy. The Harrow & The Harvest van Gillian Welch uit 2011 kan ik altijd beluisteren, die plaat klopt van begin tot einde. Welch was toen 42 of zo en had tien jaar lang geen plaat gemaakt. Een hele geruststelling want toen dacht ik nog dat je alles moet uitbrengen als je jong bent. De liedjes zijn bedrieglijk simpel, maar ze zijn heel precies, perfect. Ik heb haar eens live gezien, dat klonk net zo. Ik hou van haar stem en haar teksten, er zit een heerlijke loomheid in. Niet dat ik teksten goed analyseer. Het gaat om de klank, de woorden moeten heel natuurlijk aanvoelen, alsof er geen andere woorden mogelijk zijn. Het maakt dan niet eens zo veel uit waar het dan over gaat.’
FILM
‘Ik heb net de acht uur durende documentaire Get Back gezien over The Beatles. Ongelofelijk. Ik kende de liedjes wel, maar ik had helemaal niet zoveel met de groep. Het is zo mooi omdat de film gewone jongens laat zien, die grappig zijn en lief zijn voor elkaar. Je voelt de spanning tussen Paul en John verdwijnen als ze samen muziek maken. Dat vind ik heel ontroerend. Je waant je ook heel dichtbij, het proces is herkenbaar. Ik ben jaloers op het gemak waarmee ze liedjes schrijven. Let it Be is veel specialer voor me geworden.
Hands on a Hardbody is een documentaire die S.R. Binder in 1997 in Texas heeft gemaakt. Het gaat over een wedstrijd wie zijn hand het langst op een pick-up truck kan leggen. Degene die dat het langst volhoudt, wint de truck. In het begin denk je: waar gaat dit over? Maar het gaat heel diep, het is heel filosofisch en wat ze zeggen is soms heel poëtisch. Het gaat om echte cowboys met een stevig accent die een truck nodig hebben. Ze krijgen een band met elkaar en flippen natuurlijk bij gebrek aan nachtrust. Het is echt prachtig en zo Amerikaans. Hier speel je folk en country maar daar zit dat in de mensen, in het landschap. Ik heb twee jaar in Kentucky gewoond met mijn familie. Natuurlijk is het ook een teringzooi daar, maar dat spreekt me ook wel aan.’
THEATER
‘Zie ik heel weinig, spijtig genoeg. Wat fijn dat het bestaat en ik schaam me een beetje dat ik er zo weinig aan toe kom. Ik ga vooral naar concerten. Als ik met een album bezig ben, blijf ik ook liever thuis, ik hoef niet zo nodig geïnspireerd te raken door andere dingen.’
‘Alles wat groot en lomp is en waar mannen werken, heeft iets ongelooflijk aantrekkelijks.’
BOEKEN
‘We hebben heel veel boeken thuis maar daarvan zijn er misschien tien van mij. Afgelopen jaar heb ik twee klassiekers gelezen: De avonden en Nooit meer slapen. En dat was toch wel een soort van openbaring. Het Nederlands is dan zo prachtig, zo rijk. Er gebeurt niet bijster veel, maar dat vind ik heerlijk.
Ik las met veel plezier How to Write One Song van Jeff Tweedy, de zanger van Wilco. Grappig en inspirerend. Hij daagt daarin iedereen uit om een nummer te schrijven. Het is allemaal niet zo verheven. Hij laat ook zien hoe leuk het is. Al ben ik nu wel blij en opgelucht dat de nieuwe plaat bijna af is en ik de komende drie weken niet per se hoef te schrijven. Als het niet lukt, is het niet altijd even leuk hoor.’
MODE
‘Als ik om me heen kijk denk ik wel eens: zonde van al die lelijkheid. Ik zou best in een tijd geleefd willen hebben waarin alle mensen zich mooi kleden. Het is allemaal zo saai. Maar ja, ik hou zelf ook van zwart. Hoe ouder ik word, hoe minder ik bezig ben met wat ik draag op het podium. Het is zwart met een vleugje cowboy. Thuis draag ik vooral trainingsbroeken en grote truien. Vroeger droeg ik op het podium tweedehands jurkjes en rokjes, liefst met glitters. Tegenwoordig draag ik ’s avonds vaak wat ik ’s middags ook al aan had.’
ARCHITECTUUR
‘Ik hou heel erg van industrieterreinen en fabrieken. De chemische zijn de mooiste. Al die buizen, al dat staal en die rook, dat robuuste, ik vind het heel imposant. Ik zou het niet erg vinden om naast een industrieterrein te wonen – even afgezien van de lucht. Het idee ook dat het door mensen is gemaakt, dat het allemaal werkt en dat er zelden iets kapot is. Heel mooi om er ’s avonds in de schemering langs te rijden. Ik heb dat ook met havens en containerschepen; alles wat groot en lomp is en waar mannen werken, ik weet niet, het heeft iets ongelooflijk aantrekkelijks.’
Roos Rebergen (Duiven, 1988) schrijft en zingt en is medeoprichter van Roosbeef. De band debuteerde in 2008 met Ze willen wel je hond aaien maar niet met je praten. Daarna verschenen Kalf (2015) en Lucky (2020). In november nam ze onder de titel Antwerpen (haar woonplaats) een aantal live-nummers op. roosbeef.nl