Toen hij in 2013 bij Marres belandde, beloofde Valentijn Byvanck meer leven in de brouwerij en meer publiek. Twee jaar later maakt hij die belofte met Levi van Veluws The Relativity of Matter waar, de tentoonstelling (waarbij maar acht bezoekers per uur naar binnen konden) trok meer dan 5000 mensen naar Marres. “Ik ben niet alwetend over kunst- en cultuur”, laat hij op voorhand van dit interview weten. Maar wie is dat wel? Opgetekend door Emile Hollman
Mode
“Mode is iets voor andere mensen. Ik zie er altijd hetzelfde uit: donkere, sobere kleren, sneakers. In de mode neem ik geen risico. Als je kracht er niet ligt, moet je sober en donker blijven. Neemt niet weg dat ik indertijd als directeur van het Zeeuws Museum erg met mode bezig ben geweest. Ik vond het vreselijk al die dooie poppen met plastic gezichten in klederdracht: dit is Tholen 1870, katholiek en dit is Middelburg 1880, protestants. Ik heb er de weg van de antropologie gevolgd, de mode tot leven proberen te brengen. Tegelijkertijd kan ik enorm genieten van diepe vaardigheden: iemand die op vijftig manieren een kraag kan stijven. Ik hou van het ambacht maar ook van schoonheid en de uitdrukking waarmee het ding iets in de wereld moet betekenen.”
Beeldende kunst
“Ik kan een museum binnenlopen en tien minuten later weer buiten staan. Je gaat er naar toe om gegrepen te worden door iets. Als dat gebeurt, moet je niet nog meer willen zien. Dan moet je meteen weer weg. In het Stedelijk Museum in Amsterdam zag ik pas Manic/Love/Truth/Love van Jordan Wolfson. Daar wordt een vrij griezelige pop aan katrollen door een boksring gesmeten en gesleurd. Verschrikkelijk werk, maar heel goed. Je lichaam voelt helemaal mee wat daar gebeurt. Daarmee wil ik niet zeggen dat een prachtig schilderij ook niet ongelofelijk ontroerend mooi kan zijn.”
Boeken
Light in August van William Faulkner vind ik een meesterwerk. Het gaat over de onomkeerbaarheid van de diepe tragedie waarin mensen elkaar vinden en toch alles naar de knoppen gaat en niemand iets kan doen. Beloved van Toni Morrisson is daarom ook zo prachtig. Allebei hele grote schrijvers. Maar ik lees ook lichtere Britse literatuur, Ian McEwan omdat hij zo ongelofelijk dicht op de huid zit van zijn personages. Laatst heb ik voor het eerst Nabokov gelezen The Luzhin Defense. Faulkner doet je hart pijn en Nabokov is een prachtige stilist. Qua Nederlandse literatuur ben ik nog een beetje van de oude school: boven Hugo Claus staat niemand. Maar Tommy Wieringa komt met Caesarion dichtbij, wat een taal, wat een verhaal.”
Film
“Ik ben helemaal verspotified en vernetflixed. Vroeger was ik een fervente bioscoopganger. In de jaren tachtig heb ik alles van Fellini, van Scola, Godard, Truffaut, gezien. Heel belangrijk voor mijn visuele wereld, ik grijp er ook steeds naar terug. Nu kijk ik vooral Netflix en HBO. Toch kan ik nog enorm genieten van Eye op zondagmorgen in Amsterdam, waar ik de helft van de week woon. Cappuccino erbij en drie andere bezoekers die niks tegen elkaar zeggen. Het allerbeste van Netflix vind ik de serie Fargo. Zo goed gemaakt, je ziet dat de film in televisie een waardige opvolger heeft. Fargo is een combinatie van een ijzersterk verhaal, heel strak snijden en ongelofelijk veel filmhoeken. Het is een moderne klassieker.”
Muziek
“Ik heb weinig geduld met klassieke muziek, al ben ik er mee opgegroeid. Ik zal niet snel Mozart opzetten. Klassieke muziek is voor mij donker en melancholisch. Als het vrolijk is, vind ik het niet fijn. Ik luister wel hedendaags klassiek: Stravinsky, Alban Berg, Terry Riley. En Miles Davis op de door Gil Evans geproduceerde albums: Ascenseur pour l’ Echafaud, of Sketches of Spain. Onderweg, lopend, fietsend, in de trein, luister ik het meest naar pop: A Tribe Called Quest, Stereolab, The Cure, The Young Disciples. Wat ik heel erg mooi vind: Eric Truffaz. Hier luister, Let me Go, jazz-achtige pop. Prachtig! De band speelt zo strak. En Sophie Hunger zingt zo mooi.”
Theater
“Ik ga niet zo vaak naar het theater, wel zie ik tegenwoordig weer meer dans. En ik keer terug naar het theater via de performancekunst. Kom nu regelmatig ook bij de Toneelacademie in Maastricht voor voorstellingen. Ik zie liever waar de kunst zich ontwikkelt dan waar die is gearriveerd. Ook hier bij Marres.”
Design
“Ik ben vier jaar voorzitter geweest van de commissie Vormgeving van het Stimuleringsfonds voor de Creatieve Industrie. Heb heel veel gezien. Ik hou van vormgevers die heel erg met materiaal bezig zijn, zoals Iris van Herpen, Chris Kabel en Joris Laarman. Zelf koop ik weinig, ik word te zwaar van veel spullen. Ik wil licht blijven, beweeglijk zijn; ik vind een stoel kopen héél ingewikkeld. Ik heb trouwens wel heel veel boeken. Met een volle boekenkast, een tafel en een bed ben ik dik tevreden.”