‘Cultuur is veel meer dan een gouden randje of vrijetijdsbesteding. Het brengt een stad vooruit’. Burgers en bezoekers zouden in de ‘vitale cultuurstad’ Maastricht een culturele carrière kunnen doorlopen. Met die uitgangspunten begon de stad zich vanaf 2009 op te tuigen om Culturele Hoofdstad van Europa te worden. Medio 2014 is cultuur er niet meer dan een sluitpost. “We zullen ons handhaven op plaats negen van de Atlas Nederlandse gemeenten.”
Op de Markt brengt de finefleur van het Nederlandse lied de ene na de andere smartlap. De TROS maakt opnamen en warmt de stad alvast op voor de traditionele juli-concerten van André Rieu. Binnen, in de raadszaal van het stadhuis, stroomt de publieke tribune vol met boze cultuurbazen en ontevreden conservatoriumstudenten. Jongeren die voor het eerst van hun leven de politieke arena betreden. Zoals Maarten Reumkens (24) uit Landgraaf, student dwarsfluit die doende is zijn masters af te ronden. Een paar maanden eerder heeft hij nog D66 gestemd. “Had ik dát geweten”, mokt hij na de vergadering.
Reumkens kwam op 30 juni naar het stadhuis om de gemeentelijke raadscommissie cultuur te vertellen over het belang van muziekwerkplaats Intro in Situ. Hij speelde er, hij luisterde er, hij ontmoette er. Mocht de werkplaats sluiten, dan is Keulen de meest nabije scene voor experimentele muziek. Reumkens noemt de vergadering “een aanfluiting”, ook omdat de wethouder niet eens in dialoog ging met de vertegenwoordigers van het culturele veld. “Dat hoeft niet in een commissievergadering”, zegt wethouder Mieke Damsma (D66) achteraf. “Ik heb vooral geluisterd.” De voorgenomen bezuinigingen op cultuur lagen toen al vast: een half miljoen in 2015, 750.000 vanaf 2016.
Daarbij blijven de gevestigde orde (zoals Theater aan het Vrijthof, Centre Céramique, Kumulus) en de amateurkunsten buiten schot. Het zijn de kleinere initiatieven en instellingen die het gelag betalen, zoals BV Limburg, het Regionaal Historisch Centrum, Intro in Situ, Marres, Bureau Europa, The Great Indoors, het Orgelfestival, de Kunsttour en The Maastricht International Poetry Nights. “Maastricht trekt zich terug op de bestaande basisinfrastructuur van de instituties, instellingen die Maastricht.nl voeren”, analyseerde Gerard Rooijakkers van de BV Limburg (bekend van de lichtprojecties op het Vrijthof). Volgens hem organiseert het cultuurveld zich juist steeds informeler en speelt soepeler in op het publiek dat zich in toenemende mate beweegt tussen ‘hoge en lage kunst’ die zij ook consumeert buiten de instellingen om. De BV Limburg overigens moet inleveren omdat erfgoed volgens het college kerntaken zijn van Centre Céramique en het Regionaal Historisch Centrum.
Het was schrikken voor de toehoorders. Voorheen cultuurgezinde coalitiepartijen als D66 en GroenLinks hebben zich vastgelegd in een collegeakkoord (met Ouderenpartij, SP en VVD) en het dus vooral moeten hebben van CDA en de Maastrichtse Volkspartij van Jan Hoen. “Eerst Culturele Hoofdstad willen worden en dan dit”, fulmineerde CDA-er Jan Janssen. “Dit snapt niemand.” De PvdA waarschuwde dat cultuurhuis Marres, dat flink moet inleveren, wel eens zou kunnen vertrekken uit de stad. “Marres zal echt niet wakker liggen van vijftig mille minder hoor”, sprak Kitty Nuyts van de Liberale Partij Maastricht tegen. Enfin.
Vooral degenen die in 2009 kennis maakten met het pamflet Maastricht, stad van culturele carrières, dat vervolgens de basis werd van een ‘nieuw’ cultuurbeleid, zullen het debat met verbazing hebben gevolgd. Bewoners en bezoekers (studenten) zouden in Maastricht een culturele carrière moeten kunnen doorlopen. De stad beloofde de samenwerking tussen culturele instellingen te verbeteren, (inter)nationaal aansprekende voorstellingen en festivals te organiseren, adequate huisvesting aan gezelschappen te bieden, innovatieve marketing toe te passen om nieuwe publieksgroepen te bereiken, loopbaanmogelijkheden voor aankomende talenten te scheppen, cultuureducatie uit te breiden en culturele carrièremakers samen te brengen om kruisbestuiving mogelijk te maken. Enzovoorts, enzovoorts. De ambities spatten ervan af.
Wat is ervan terechtgekomen?
Op 30 juni las conservatorium-directeur Jan Rademakers de gemeentecommissie cultuur een brief voor van een Griekse student die aankondigt Maastricht te verruilen voor Den Haag vanwege de belabberde culturele omgeving. “Tja, dat is een persoonlijke afweging”, reageert Damsma in een telefonisch interview voorzichtig. “Wat is belabberd? We houden genoeg over voor een aantrekkelijk cultureel klimaat en investeren straks extra in jongerencultuur. We zullen ons handhaven op plaats negen van de Atlas Nederlandse gemeenten. Als een podium als Intro in Situ onontbeerlijk is voor het Conservatorium”, kaatst ze de bal terug, “dan vraag ik me af waarom dat dan zo afhankelijk van de gemeente moet zijn.”
Pas een week later reageerde Damsma op alle kritiek, toen het bezuinigingsvoorstel zonder veel gedoe door de raad werd geloodst. De wethouder snapt best dat de bezuinigingen rauw op het dak vallen na alle culturele ambities van de laatste jaren. Ze leidt de aandacht af door te wijzen op de drie miljoen euro die van de Muziekgieterij een volwaardig poppodium moet maken met een kleine zaal (350 bezoekers) en een grote zaal (800 bezoekers). Verder wijst ze op een innovatiepotje van drie miljoen waar ook culturele instellingen een beroep op kunnen doen. Damsma: “Culturele Hoofdstad heeft wel degelijk impulsen opgeleverd, bijvoorbeeld in de samenwerking met de partners in de Euregio. Dat gaat een vervolg krijgen en ik zal daar het voortouw in nemen.” Volgens de wethouder is er goed nagedacht over welke instellingen te korten. “We hebben niet de kaasschaaf gebruikt, we geloven niet in gedeelde armoede.” De grootste klappen vallen bij de BV Limburg (min 250.000 euro) dat vooral projecten rond erfgoed initieert. Volgens Damsma kan die taak overgenomen worden door Centre Céramique en het Regionaal Historisch Centrum Limburg, dat trouwens ook een ton moet inleveren omdat het tot nu altijd buiten schot is gebleven. Bureau Europa en Marres worden beiden met een halve ton gekort en krijgen het advies om administratieve diensten samen te voegen.
Dat de gemeentelijke bezuinigen consequenties zouden hebben voor rijks- en provinciale subsidies wuift de wethouder weg. “Dat is onderzocht en daar is niets van gebleken. We gaan echt niet in onze eigen voet schieten.” Dat Odapark Maastricht het project in de Cannerberg afblies na het cancelen van een toegezegde subsidie, berust volgens de gemeente op een misverstand. De toezegging was gedaan en het geld lag klaar. Het gefrustreerde Odapark had het project toen al afgeblazen
Kortingen op cultuur in Maastricht vanaf 2015:
€500.000 in 2015, €750.000 in 2016 en de daarop volgende jaren.
RTV Maastricht €448.000 (minus €75.000)
BV Limburg €323.000 (minus €250.000)
Regionaal Historisch Centrum €924.000 (minus €100.000)
Intro in Situ €73.000 (minus €73.000)
Marres €207.000 (minus €50.000)
Bureau Europa €207.000 (minus €50.000)
The Great Indoors €52.000 (minus €52.000)
Maastricht Youngsters €21.000 (minus €21.000)
B32 €36.000 (minus €32.000)
Projectsubsidies €55.000 (minus €20.000)
Orgelfestival €5.000 (minus €5.000)
The Maastricht International Poetry Nights €18.000 (minus €18.000)
Kunsttour €29.000 (minus €9.000)
Kultureel Overleg Maastricht €10.000 (minus €10.000)