We staan in de overlevingsstand en kijken wat er te redden valt. ‘Is dat de enige optie’, vraagt componist en activist MERLIJN TWAALFHOVEN zich af, ‘in de startblokken gaan staan en hopen dat het schot klinkt voordat we zijn omgevallen van de dorst?’

Ik wilde een mooie nieuwsbrief schrijven voor alle leden en belangstellenden van The Turn Club, mijn netwerk van kunstenaars en creatieve veranderaars. Het was eind maart en de lockdown was net begonnen. Ik wilde niet schrijven over de pijn waarmee al onze ontmoetingen, samenkomsten, lezingen, trainingen tot stilstand kwamen, maar zocht naar optimistische, creatieve ideeën. Dus verzamelde ik voorbeelden waarmee kunstenaars hun publiek, op afstand, bleven toespreken, toezingen of toedichten.

Het begon rustig, maar binnen enkele dagen begon het echt te stromen. Overal werden berichten gedeeld over creatieve, sociale en artistieke corona-acties. Het was te veel om bij te houden. Toen ik zag dat zelfs het NOS Journaal de vindingrijke initiatieven liet zien, begreep ik dat die nieuwsbrief overbodig was.

Nu zijn we twee maanden verder. Het is duidelijk dat dit gaat duren. Publiek is maar schaars online te vinden. De YouTube-uploads van zalen die normaal duizenden bezoekers per week trekken, blijven steken rond de honderd views. Netflix is sterker.

De ideeën en het optimisme hebben plaatsgemaakt voor diepe onrust. Het geld is op. Ook bij mij op kantoor rekenen we voortdurend financiële scenario’s uit, zoeken nieuwe data, schuiven met de beschikbaarheid van musici en piekeren over alternatieve inkomstenbronnen. Zo probeert cultureel Nederland te organiseren wat mogelijk is – vanaf juni, vanaf september? Op anderhalve meter en met maximaal dertig mensen? Overal gaan we in de overlevingsstand en kijken we wat er te redden valt.

Of kunnen we ons afvragen of de race wel relevant is, of we niet méér zijn dan een brokje van de economie dat vecht voor zijn bestaan?

Is dat de enige optie? In de startblokken gaan staan, en hopen dat het schot klinkt voordat we zijn omgevallen van de dorst? Of kunnen we ons afvragen of de race wel relevant is, of we niet méér zijn dan een brokje van de economie dat vecht voor zijn bestaan, een collectie professionals dat een hoekje van de markt van spullen, ideeën en ervaringen tracht te behoeden voor vreselijke schade?

We weten het: ons werk kan gevoelens, ideeën of indrukken die anders vervliegen vastpakken, omzetten of grijpen. Maar zien wij de taak die voor ons ligt, nu vertrouwde structuren vloeibaar worden en emoties van onzekerheid en verwarring overal toeslaan? Of is dit het moment dat we beseffen dat wij, kunstenaars, net zo bevangen zijn door het idee van immer groeiende productie als al het andere, en dat ons bestaansmodel helemaal vervlochten is met de economische machine van aandacht en succes?

We zijn als samenleving in een collectieve burn-out geraakt. Een ontsporing van een systeem dat jarenlang voortraasde en niet meer remmen kon. Ook ik voel me ontregeld, ik mis voorstellingen, concerten en ontmoetingen en voel hoe het wegvallen van de inkomsten en opdrachten mijn organisatie aan het wankelen brengt. Maar het is ook spectaculair dat we dit mogen meemaken.

Merlijn Twaalfhoven. foto Cor van Gastel

De wereld is een laboratorium geworden waarin een ongekend experiment wordt uitgevoerd. Iedereen doet mee. Maar wie stelt de vragen? Wie bedenkt wat dit experiment zou kunnen aantonen, wie formuleert een hypothese?

Kunst is het research and development van de samenleving. Wat kunstenaars drijft, zijn geen kwartaalcijfers of verkoopaantallen, is niet het oplossen van een probleem of het formuleren van beleid, nee, het zijn diepe vragen die vaak nog geen woorden hebben en toch, onontkoombaar, naar boven willen. Wij hebben het vermogen om met een frisse blik, associaties en spel de buitenwereld te onderzoeken. De laatste honderd jaar vierden we de ongekende vrijheid die bevochten was op kerk, heersers en rijke lui. We mochten voluit onze ideeën volgen, daarbij ons publiek koesteren of negeren, zolang de kunst kon bloeien. Die tijd is voorbij.

De wereld heeft ons nodig.

Ik wil niets afdoen aan de autonomie van kunst. Juist onze ongebonden natuur, onze vrijheid om onverklaarbare signalen te volgen of een eigen pad te kiezen is onze kracht. En precies die kracht is nodig om ons als collectief, als samenleving, houvast te geven. Door ruimte te claimen voor gevoelens van schoonheid, waarde en verbintenis, door verhalen te weven en zo vorm te geven aan wat nu ongrijpbaar is, ontstaat een samenhang die we nodig hebben nu de zekerheden van de oude wereld oplossen.

Laten we onze eigen persoonlijke onrust en verwarring omzetten in actie. Het klinkt wat Bijbels, maar toch: laten we horen dat we nu geroepen worden. Nu de welvaarts-euforie van eindeloze economische groei stilvalt, ontstaat ruimte voor een ander verhaal. En de vraag wie dat verhaal vertellen kan, wordt aan ons gesteld.

Het is een vreemd gevoel. De economie gaf alles een prijs. De wetenschap had overal een antwoord op. Maar nu vragen we ons af wat echt waarde heeft, en welke zekerheden er nog zijn. Het is vreemd en dat is goed. Laten we onze ervaringen van vreemdheid delen, laten we een plek scheppen waar we de verwarring mogen voelen.

Er zijn eindeloos veel mensen die op zich echt slim en verstandig zijn, maar toch een burn-out krijgen.

Wellicht voelen we dan ook hoe vreemd en extreem het leven was dat we als normaal zagen. Want het was bizar hoe we zijn klemgeraakt in verstikkende ketens van werk en productie, in contracten en afspraken. We konden alleen dóór, vooruit, verder. Er was geen uitweg. Nu alles piepend tot stilstand komt, wordt duidelijk hoezeer de wereld gevangen was in chronische stress. En dat het niet vreemd is dat het mis ging.

Er is geen proces in de natuur dat altijd doorgroeit. Geen dag zonder nacht, geen zomer zonder winter. Maar minderen, loslaten en stiller worden, dat zijn geen zaken die op enige wijze passen bij de wereld die we de afgelopen eeuwen hebben opgetuigd. Zolang we economisch groeien, zolang welvaart toeneemt, kloppen de beloften en prognoses en kunnen we onze leningen met rente terugbetalen. Nu we tot stilstand komen werkt dat allemaal niet meer. Dat is schokkend. Maar ook logisch.

Er zijn eindeloos veel mensen die op zich echt slim en verstandig zijn, maar toch een burn-out krijgen. Ondanks alle welvaart is dit de laatste jaren enorm toegenomen. De workload, de efficiëntie, de sociale druk; er is moeilijk weerstand tegen te bieden. Ook als mensheid konden we geen weerstand bieden tegen de economische wetten die ons door machtige landen, investeerders en multinationals op volle kracht werden opgedrongen en die werden doorgevoerd tot de verste uithoeken van de wereld.

Iemand op de rand van burn-out kan zichzelf vaak niet helpen. Hij heeft dan dringend doktersadvies nodig om rustiger aan te doen. Ook onze economie kon zichzelf niet afremmen. Ze noemen het groei, maar het mechaniek van ons economisch model bestaat in feite bij de gratie van destructie, uitputting. Er zijn radicale vormen nodig om te stoppen, zoals de zondagsrust in Staphorst wordt afgedwongen door kerkgangers die midden over de weg lopen. Covid-19 is zo’n radicaal ding. En stilstaan doen we. Het heeft verrassende kanten. De inwoners van Venetië ontdekken elkaar voor het eerst en de mensen van Punjab zien zowaar de Himalaya. Maar het was niet onze beslissing. We hadden niet het inzicht om op de rem te gaan staan. Het kwam in de vorm van een onzichtbaar wezen. En omdat we de crisis begrijpelijkerwijs zien als de vijand is al ons streven gericht op het bestrijden van het virus. Zo gaan we voorbij aan een grotere boodschap en doen we er alles aan om zo snel mogelijk terug te keren naar onze ’normale’ wereld.

Nu is het tijd om te laten zien wat er leuk, fijn en mooi is aan… minder. En dat is niet makkelijk. Want wat is er fijn aan iets niet hebben?

Daarom zijn wij nodig. Alleen als wij, beelden- en verhalenmakers, kunnen luisteren naar wat deze crash ons wil zeggen. Alleen als we kunnen horen van de mensen om ons heen wat er waardevol is aan deze ontregeling, alleen als we vormgeven aan een beeld van een wereld die we werkelijk willen, dan ontstaat er de mogelijkheid van een ander, nieuw normaal.

Decennialang is ons op alle mogelijke manieren voorgehouden wat er leuk, fijn en mooi was aan meer spullen, grotere huizen, auto’s, vliegreizen en nieuwe kleren. Nu is het tijd om te laten zien wat er leuk, fijn en mooi is aan… minder. En dat is niet makkelijk. Want wat is er fijn aan iets niet hebben? Voor die boodschap liggen geen miljardenbudgetten klaar. Het is wel belangrijk. Minder is zo’n beetje het enige medicijn dat ons nog kan beschermen tegen de volgende crisis die al voluit in aantocht is en nog veel ingrijpender zal zijn: de klimaatcrisis.

We hebben daarom de beste, meest ervaren en gedreven professionals nodig die de schoonheid en waarde van minder kunnen bezingen, vormgeven en delen met de wereld. Mensen die ons niet iets willen verkopen, maar het vermogen hebben om stilte te scheppen, oases van aandacht te creëren en gedeelde ervaringen te veroorzaken die ons vertragen, verbinden en verwonderen.

Kunnen wij die gidsen zijn die niet een zoveelste stukje economie vertegenwoordigen, maar een autonome, vrije geest die de samenleving uitnodigt om de schoonheid en de waardering voor het leven centraal te zetten in wat er belangrijk is? Alleen zo kunnen we weerbaar worden en hoeven we bij een economische neergang niet langer in paniek te raken. Er is immers een perspectief op een alternatief, vrij van alle meedogenloze economische wetten en obsessies, en de crisis is niet meer dan een pijnlijk ontwenningsverschijnsel in een wereldwijd afkickproces.

***

Componist Merlijn Twaalfhoven (1976) startte tijdens de coronacrisis de Academie voor Onzekerheidsvaardigheid. Samen met het Bijbels Museum lanceerde hij de Open Call voor kunstenaars: deel een visioen van een Nieuwe Aarde. Lees meer op: www.turnclub.org en www.nieuweaarde.nu.

De wereld heeft ons nodig maakt deel uit van de reeks Kunst en crisis van kunstencentrum West in Den Haag. Eerdere bijdragen op deze plaats waren van Maarten Doorman, Dries Verhoeven, Barbara Visser en Basje Boer. www.westdenhaag.com