“Begrippen als ‘minderheden’ en ‘integratie’ heb ik lang niet gekend. Pas toen ik in Antwerpen ging studeren, maakte ik er kennis mee.” In het Genk van Glenn Magermans jeugd wás de multiculturele samenleving er gewoon. Hij wist zogezegd niet beter. “Ik heb als kind ook acht jaar in Saudi-Arabië gewoond, omdat mijn vader daar werkte. Dat draagt ook bij aan een nieuwsgierigheid naar andere culturen.”

Als trompettist leidt de 30-jarige Magerman het leven van een wereldreiziger. Dat uit zich niet per se in duizenden afgelegde kilometers, wel in veelzijdigheid: salsa, meespelen met een Balkan-dj, met de formatie Think of One samenspelen met Marokkanen, Eskimo’s en Congolezen, hij vindt het allemaal prachtig. Ook bij het Electric Quartet, waarmee hij in november op het C-mine Jazzfestival speelt, is de aanpak eclectisch. Het viertal mixt jazz, techno, klassiek, pop, funk, filmische invloeden, eigenlijk alles wat in zijn kraam te pas komt.
Geprikkeld door wat vrijblijvend gepingel op een keyboard wilde Magerman als kind kerkorgel gaan spelen. Er werd hem duidelijk gemaakt dat hij dan eerst een jaar of twee pianoles moest volgen. Ondertussen viel een briefje van de harmonie in de bus. Tijdens een instrumentenopleiding raakte hij betoverd door de trombone. Daar was hij nog te klein voor, verduidelijkte de leraar. Hij moest beginnen op trompet. “Ik wacht nog steeds tot ik groot genoeg ben voor de trombone”, lacht Magerman.
Hij had les met Carlo Nardozza, nog zo’n Genks trompettalent. “Op het conservatorium in Maastricht is hij jazz gaan doen en ben ik de klassieke opleiding gaan volgen. In latere jaren heb ik gevraagd om jazzlessen. Daar heb ik lang voor moeten aandringen, omdat de docent vond dat jazz en klassiek twee verschillende zaken zijn. Pas toen ik in Maastricht mijn diploma had gehaald, ben ik me op het conservatorium in Antwerpen echt gaan verdiepen in funk en jazz.”
Daar, in Antwerpen, ontstond ook het Electric Quartet. “Vijf jaar geleden speelden we voor de eerste keer samen in een café. Ik wilde al langer spelen met effecten. Kijken hoever je kunt gaan. Het is zaak om een zekere balans te houden. Al is het lastig om in te schatten wat een publiek aankan. Ik heb het wel meegemaakt dat we voor mijn gevoel doorsloegen in experimenteren en dat de toeschouwers het toch een mooi, samenhangend geheel vonden.”
Podia vinden voor het Electric Quartet is niet altijd even gemakkelijk. Jazzpuristen vinden dat Magermans groep te ver afdrijft van de kern. “Anderen zetten ons weg als het Miles Davis-project. We zijn inderdaad geïnspireerd door de Miles van de elektrisch versterkte albumklassieker Bitches brew en het funky On the corner, maar zo’n stempel doet ons tekort.”

Trompettist Glenn Magerman (rechts): “Ik wacht nog steeds tot ik groot genoeg ben voor de trombone.”

www.cminejazz.com