De wereld volgens Fiep

Met eigenwijze typetjes als Jip en Janneke, Pluk en Floddertje drukte Fiep Westendorp een brutale stempel op de Nederlandse kinderboekenillustraties. Ook tekende ze voor dag- en weekbladen. Haar werkwijze? Geëngageerd en uitdagend.

Nieuwsgierigheid met een strik

In de Volkskrant-rubriek ‘Wat zou u doen?’ vroeg een bezorgd stel zich onlangs af of het niet de kinderbescherming moest inschakelen omdat – nu komt het – een bevriend echtpaar hun vierjarig dochtertje wel eens onder een koude douche zette. Ik zie het zo voor me. Een meisje met gevoel voor dramatiek dat even over de rooie gaat en onder het koude water, happend naar lucht tot bezinning komt. Een zachte handdoek en een knuffel later is er niks meer aan de hand. Lezers reageerden uiteenlopend op het dilemma. Van ‘niks mis mee’ tot ‘schandalig!’.

Jammer dat Fiep Westendorp niet meer leeft, dacht ik toen ik het las. Als illustratrice van de vrouwenpagina in Het Parool waar ze van 1948 tot 1968 aan verbonden was, had ze ongetwijfeld korte metten gemaakt met dit soort gezeur. Hupsakee, onder de koude straal ermee. Het zou een komische illustratie hebben opgeleverd van een onbeholpen figuurtje met piekhaar, samengeknepen oogjes en opgetrokken schouders. Geschrokken maar niet meelijwekkend, want Fieps personages zijn niet zielig. Zelf was Fiep Westendorp (Zaltbommel 1916- Amsterdam 2004) geen moeder, maar ze zou er ongetwijfeld een zijn geweest die van aanpakken wist en een koude douche niet schuwde. Haar bekendste typetjes, zoals Jip en Janneke, Pluk van de Petteflet en Floddertje, zijn ook geen watjes en soms zelfs anarchistisch.
Rebellie met een kwinkslag, dat is Fiep Westendorp. In de tentoonstelling De wereld volgens Fiep!in Maastricht wordt dat vooral zichtbaar in haar Parooltekeningen, waarmee ze de strenge verhalen van haar feministische collega’s relativeerde. Op de tekeningen van al die ploeterende dames ziet zelfs emancipatie er gezellig uit: een schoonmaakster demonstreert voor gelijke rechten, een spichtig dametje kookt en werkt tegelijk en een potige huisvrouw zeult man, kinderen én de was mee op haar rug. Ook zien we een jochie dat een pak rammel krijgt. Het plaatje hoorde bij een artikel waarin het niet de vraag was óf je kinderen mocht slaan, maar wáár je ze moet slaan. Op de billen, vond Fiep.
Humor, scherpte en jongensachtige brutaliteit waren de eigenschappen waarin Fiep Westendorp en Annie M.G. Schmidt elkaar vonden tijdens hun jaren bij Het Parool. De ontmoeting leidde tot een levenslange samenwerking. Annie schreef de verhalen en Fiep gaf ze karakter met haar tekeningen. Een gouden duo in de kinderliteratuur, zo bleek. Verrassend genoeg, want Fieps illustraties zijn alles wat kindertekeningen normaal niet zijn: zwart en hoekig en realistisch. Zo woont Pluk in een sfeerloze jarenzeventigflat. En in huize Stampertjes, een eenoudergezin met zes kinderen, is het een puinhoop. De potten en pannen, schots en scheef op elkaar gestapeld, wiebelen op het papier en het haar van de zes kleine rakkers staat stug overeind alsof die stekels symbool staan voor hun ondeugd. Chaos en ellende krijgen bij Fiep iets sympathieks en daar identificeren we ons maar wat graag mee.
Doe een steekproef in een drukke winkelstraat en negen van de tien ondervraagden heeft wel ‘iets’ met Fiep Westendorp. Soms is het een vroege jeugdherinnering. Het is een warme zomerdag in 1983. Ik lig op mijn buik in de zon bij de grindgaten van het Limburgse dorpje Neer. Mijn moeder ligt naast me. We hebben een mooi plekje aan het water weten te bemachtigen en de koelbox is binnen handbereik. Uit de rieten strandtas komt een boek tevoorschijn. We lezen Pluk van de Petteflet. Nou ja, mijn moeder leest en ik, analfabeet die ik dan nog ben, neem de plaatjes voor mijn rekening. Pluks flat is interessant, maar mijn fantasiewereld speelt zich die dag vooral af rond Aagje: nieuwsgierigheid met een grote strik in het haar. De tekening waarop ze met haar pinnige handjes in een boom klimt en Pluk het nakijken heeft, staat me nog helder voor de geest. Ik vond haar het stoerste meisje ooit en mijn eerste rolmodel was geboren. De Stampertjes kregen een gedeelde tweede plaats. Daar liggen we dus en het zwemmen kan me gestolen worden: ik ben in de wereld van Pluk en zijn vrienden. Dan slaat het boek plotseling dicht. We moeten gaan. Koelbox op slot, badlaken in de tas en voor ik het weet zit ik met het zand nog tussen de billen weer achterop moeders fiets.
Thuis kom ik weer met beide benen op de grond, maar pas na een koude douche. Mijn moeder was er ook zo een die van aanpakken wist.

De wereld volgens Fiep! Een tentoonstelling over Fiep Westendorp. Tot en met 18 oktober in Centre Céramique in Maastricht. www.centreceramique.nl

Kokende en typende vrouw: Het ik-verwaarloos-mijn-vrienden-complex. In: Parool, 2 juli 1959. Foto ©Fiep Amsterdam BV; Fiep Westendorp Illustrations.