Nergens wordt zo veel succesvol locatietheater gemaakt als in Nederland. De oorsprong ervan ligt in de jaren zestig, toen beleidsmakers theater gingen maken waar geen theater was, voor mensen die nooit naar een theater gingen. “Het onzinnigste wat we ooit hebben gedaan: een zwarte doos in de raadszaal van het stadhuis zetten.”

Misschien is Limburg wel de provincie met de meeste en mooiste plekken voor locatietheater. Er is dan wel geen sprake van zee, met strand, duinen en overvliegende meeuwen – altijd een feeëriek decor voor een voorstelling – er zijn wel legio plaatsen waar natuur en geschiedenis zo versmolten zijn en zo veel betekenis dragen dat ze zich bij uitstek lenen om publiek en kunstenaars naar toe te trekken. Geen wonder dat er ook in Limburg steeds meer voorstellingen op locatie zijn te zien. Juist deze zomer.

Het Limburg Festival verlegt zijn focus na bijna dertig jaar van straattheater naar theater op locatie. Medio augustus bespelen acteurs bijvoorbeeld de magische bomenkring nabij de Hompesche Molen, een mystiek klooster in Baexem, een oude watermolen in Haler en een voormalige kalkoenenstal in Heythuysen. Directeur Jan Klompen: “De verspreiding van straattheater door heel Limburg ruilen we in voor een krachtige concentratie van bijzonder theater in het nu nog cultureel schrale midden van de provincie. Misschien verliezen we de echte liefhebbers van straattheater, maar onze trouwe aanhang gaat zeker mee in dit avontuur. We willen een nieuw gezicht met meer inhoud.”

Het Heerlense festival Cultura Nova zoekt en vindt al twintig jaar Zuid-Limburgse plekken waar bijzondere voorstellingen het best tot hun recht komen. Dat kan de schaapskooi zijn op de Brunssummerheide, de leegstaande vroedvrouwenschool in Heerlen, een moerassig weiland in Benzenrade of een winderige kruising onder een viaduct. “Maar ook een zwarte doos in een theater”, voegt programmeur Fiedel van der Hijden toe. “Soms is een traditionele theaterzaal de beste omgeving voor een voorstelling. Maar een buitenlocatie voegt wel iets extra toe aan de beleving van het publiek. De lading en de geschiedenis van een zandgroeve of een parkeergarage worden plots relevant door de dialoog die voorstelling ermee aangaat.”

Ook Toneelgroep Maastricht waagt zich net als vorig jaar weer een maand lang buiten de theaterzaal. De groep speelt het komische en weinig zachtzinnige stuk De manke van de Ierse schrijver Martin McDonagh op een vervallen fabrieksterrein aan de rand van Maastricht. Artistiek leider en regisseur Arie de Mol: “Het stuk speelt eigenlijk op een afgelegen eiland, maar ik wil die ‘boertjes-van-buuten-romantiek’ vervangen door een urbaan volkje dat zich net wel, net niet kan redden in hun eigenhandig kampement van caravans, tenten, golfplaten en plastic. Zo’n oud industrieel pand geeft extra reliëf, met die kapotte ramen en afgebrokkelde muren. Als een personage dan vertrekt om het elders beter te hebben, voelt zijn afmars als een daad: hij verruilt deze gemeenschap voor de gewone wereld.”

Hoe bewerkelijk en tijdrovend het ook is om een voorstelling op locatie te spelen – stroomvoorziening, tribune en bespeelbaarheid moeten allemaal worden geregeld – er is geen land in de wereld waar zo veel succesvol locatietheater wordt gemaakt als in Nederland. Terwijl het wisselvallig klimaat – veel regen, veel wind – eerder tegen- dan meewerkt. Klompen: “Door een bui laten we ons niet weerhouden. Dan beginnen we een uur later.” Van der Hijden: “Ik vind het een uitdaging een locatie te bedwingen.” De Mol: “Het is zinvol om toeschouwers uit hun gangbare loopje naar het theater te halen. Op locatie kun je spectaculairder uitpakken.” Van der Hijden: “Wij kiezen graag voor karakteristieke plekken die bekend zijn onder Limburgers.”

De aantrekkelijkheid van locatietheater zit natuurlijk in het avontuurlijke en amuserende karakter: het feestje begint vaak al in de bus ernaar toe. Publiek wordt ook verleid door de authentiek ogende omgeving: een ruige fabriek, een uitgestrekte zandgroeve, een weelderig bos. Theaterbezoek wordt zo een evenement. Maar ook de versterking van de gezamenlijke beleving speelt een rol. Theatermakers zijn altijd op zoek naar een collectieve zindering onder de toeschouwers. Op locatie delen acteurs, dansers en toeschouwers alle karakteristieken van de plek. Een acteur of danser ziet ook de ondergaande zon, hoort ook de AWACS overvliegen of de kletterende regen op het glazen dak. Hij kan in zijn spel niet doen alsof hij dat niet hoort, of niet in de zon kijkt. Dat zou hem ongeloofwaardig maken. Hij moet juist het hier en nu benadrukken en spannende oplossingen bedenken om zich verstaanbaar te maken. Dat maakt een optreden scherp en levend. Bovendien: de acteurs en dansers opereren in dezelfde kou, miezerige regen of verzengende hitte als waarin de toeschouwers zitten te kijken. Ook dat versterkt de saamhorigheid.

Een gezamenlijke maaltijd doet daar nog een schepje bovenop. Cultura Nova presenteert eind augustus in de pompgebouwen van de mijnen in Brunssum de voorstelling Cucinema van Laika en Circo Ripopolo. Acteurs en koks tarten met veel slapstick de routine en orde in een professionele keuken. Alles gaat mis, tot grote hilariteit van de toeschouwers die ondertussen toch een originele en lekkere maaltijd krijgen voorgezet.

Bij zijn vorige gezelschap Els Inc. maakte De Mol in de haven van Schiedam een groots gemonteerde voorstelling met een organisch decor van bewegende kranen, rookpluimen en containers. “Maar bij De manke gaat het mij meer om de kracht van het verhaal goed tot zijn recht te laten komen. Het stuk gaat over mensen die weinig hebben, maar meer willen. Die denken dat ze rijk en beroemd kunnen worden door op televisie te komen en niet zien dat ze daar gebruikt worden als losers. Die tragiek voel je op dat desolate terrein. Ik hoef geen helikopters over te laten vliegen om te tonen dat het in De manke om de zelfkant van de stad gaat.”

Kenners maken onderscheid tussen verschillende vormen van locatietheater. Bij voorstellingen die reizen langs diverse plekken spreekt men van theater op locatie. Bij locatietheater is de plaats juist de inspiratiebron voor het maken van die ene productie, die eigenlijk alleen dáár kan worden opgevoerd. Makers kunnen zich laten inspireren door de ruimtelijke werking van een plek, de historie of de sociale dynamiek (de bewoners). De een vertrekt vanuit de beeldende idylle, de ander vanuit de architectuur van de gebouwen, een derde vanuit het sociale kapitaal van de lokale gemeenschap. De ene theatermaker zoekt een hoenderstal bij een voorstelling over een vrouw in een kippenhok, de ander vindt dat te letterlijk en speelt liever een Griekse tragedie in een autosloperij, als symbool van een beschaving in verval. En bij een productie in de voormalige vroedvrouwenschool zindert ongemerkt mee dat daar 80.000 kinderen zijn geboren.

Cultura Nova brengt theater op locatie vanaf de oprichting, twintig jaar geleden, maar het eerste locatietheater manifesteert zich in Nederland al midden jaren zestig, met het architecturale bewegingstheater van BEWTH, in 17e eeuwse kerken en ontmantelde pompstations. Het fenomeen bleef tamelijk marginaal, tot in de jaren tachtig theater- en beleidsmakers de berg naar Mozes wilden brengen en groepen subsidie kregen die theater wilden maken waar geen theater was, voor mensen die niet naar theater gingen. Indirect komt uit die benadering Theatergroep Hollandia voort, onder leiding van Johan Simons en Paul Koek, die snel furore maakte met drama’s in boerderijen, verffabrieken en autokerkhoven. Talloze gezelschappen en gelegenheidsformaties zouden Hollandia volgen. Tot aan complete locatietheaterfestivals toe, zoals het beroemde Oerol op Terschelling.

De ontwikkeling van dit typisch Nederlandse fenomeen heeft het bewustzijn van theatermakers over de invloed van een locatie op hun voorstelling sterk vergroot. De werkelijkheid blaast altijd een deuntje mee bij locatietheater, ook spontaan. Dat kan een overvliegende ooievaar zijn maar ook een fanfare uit een nabijgelegen buurthuis, die plotseling het decor doorkruist. Juist dat zijn ‘cadeautjes’, hoe ontregelend ook. Fiedel van der Hijden (Cultura Nova): “Het onzinnigste wat we ooit hebben gedaan is het neerzetten van een zwarte doos in de raadszaal van het stadhuis. Daarmee moffel je juist de unieke kracht weg van de locatie waar je bent neergestreken.”

De manke van Toneelgroep Maastricht, van 15 juni t/m 10 juli op het bedrijventerrein Bosscherveld in Maastricht. www.toneelgroepmaastricht.nl

Limburg Festival, van 17 t/m 21 augustus in Midden-Limburg. www.limburgfestival.nl

Cultura Nova, van 26 augustus t/m 4 september in Zuid-Limburg. www.culturanova.nl

foto: voorpubliciteitsfoto uit De Manke van Toneelgroep Maastricht. foto Ben van Duin