Het begon allemaal met de wens oesterzwammen te kweken op koffiedik. Hij had het boek De Blauwe Economie van de Vlaamse eco-goeroe Gunter Pauli gelezen, vol voorbeelden van projecten waarbij geen afval ontstond omdat alles werd hergebruikt. Dat had hem geïnspireerd.
Dus huurde Mick Wiertz (30) anderhalf jaar geleden een oude fabrieksloods aan de Fort Willemweg. Samen met vrienden bouwde hij er luchtvochtige kassen van landbouwplastic. Ze haalden bij bakkerijen gebruikte gistemmers op die anders bij het afval zouden belanden. Ze zamelden bij horecazaken koffiedik in. Ze kweekten ook zwammen. Meerdere malen. Maar omdat de oesterzwam wel heel veeleisend is als het om zijn kweekomgeving gaat, konden ze geen continuïteit in hun levering garanderen. De doodsteek voor een lucratieve kwekerij.
Mick vertelt het zonder enige treurnis. Want zie waar het paddestoeleninitiatief toe leidde. Hij zit als één brok energie aan een tafel in het midden van de loods. Zijn krullerige piekhaar springt voortdurend achter zijn oren vandaan. Zijn enorme, donkerbruine ogen zoeken zo onbevreesd contact dat ik er verlegen van word. Kijk achter hem, naar de zelf in elkaar getimmerde bar. En voor hem, naar de zelfgebouwde miniramp voor skaters, nu het centrale middelpunt in de loods. Met in de hoek ernaast een hottub; die heeft een creatieve vriendin gelast uit een oude rioleringsbuis. “Heerlijk zo’n door een houtkachel verwarmd bad als je wat pijntjes hebt na het skaten.”
Elke donderdagavond is hier in de loods een pop-up skatecafé. Druk bezocht, zowel door skaters als door niet-skaters. “De niet-skaters zitten aan tafels te kletsen, of ze kijken naar de ramp.” Rond een uur of acht wordt eten geserveerd aan de gasten die – bij voorkeur – hebben gereserveerd. “We koken zelf. Vegetarisch. En we vragen een kleine vergoeding.”
Het is niet zo dat Mick rijk denkt te worden van het skatecafé, maar hij houdt wel geld over voor nieuwe schroeven en andere kleine investeringen. De hal kost hem geen geld meer omdat inmiddels ook verschillende onderhuurders er gebruik van maken. Zo bakken Joost en Maartje van de koffiezaak Koffie hier hun taarten en quiches. En de ontwerpers van Bee Collective gaan binnenkort hier hun potten met honing vullen. “In deze loods is een creatieve broedplaats ontstaan met een harde kern aan skaters en een inspirerende, saamhorige dynamiek.” Soms klinkt een skater als een beleidsmedewerker van de gemeente.
Micks enige vaste lasten zijn: eten en zijn telefoonabonnement. Slapen doet hij afwisselend bij ouders, bij vrienden en soms in de loods. “Ik ben een nomade. Ik voel me vrij.” Drie maanden geleden heeft hij ontslag genomen bij de Brandweerkantine, waar hij koffie, bier en eten serveerde. “Ik ga nu mijn eigen dromen waarmaken.”
Binnenkort begint hij met een paar ervaren skaters op woensdagmiddag een pilot skateklasje. En de oesterzwam laat hem niet los. In het najaar wil hij een oesterzwamkwekerij opzetten bij wijze van sociaal-educatief project. Hij wil met een crew en de miniramp naar festivals om skateclinics te geven. En dan is daar nog de grootste droom. “Het pop-up skatecafé is underground. We hebben zonder vergunningen geëxperimenteerd. Met de opgedane kennis willen we een volgende stap maken.”
Eind dit jaar wordt de loods gesloopt. Het liefst zouden ze verhuizen naar de leegstaande garage naast skatepark De Griend om daar een legaal Maastrichts skatecafé te beginnen. Hij is niet de enige. Ook de creatievelingen van het Werkgebouw, die nu nog op het kazerneterrein zitten, hebben interesse in de garage. “We hebben hoe dan ook een nieuwe plek nodig”, zegt Mick. “Het is belangrijk dat je dat opschrijft”, benadrukt hij, voor het eerst wat zorgelijk. Mij lijken die zorgen overbodig, want ik zie het duidelijk: Mick Wiertz is on fire.
Dit is deel 4 van een reeks Maastrichtse stadskronieken, een initiatief van de stichting Edmond Hustinx.