Ze zijn bedoeld om te imponeren, de landenpaviljoens op de Wereld Expo in Dubai. En dat doen ze, elk op hun eigen manier. De voorgevel van het Britse paviljoen is een blow up van een partij gestapelde planken. Het is niet wat het lijkt, maar toch ook weer wel: het kegelvormige gebouw is tot achter de komma opgetrokken uit kruiselings gelamineerd hout. 

Over de diameter van de gevel kom ik verschillende getallen tegen, ze gaan tot twintig meter. Daar moet ik het mee doen, ik kijk met geleende ogen, thuis, achter mijn laptop, waar ik de foto’s, veelal in kikkerperspectief, voorbij laat komen. Ze gaan van hup hosanna hoera, net als de teksten die ik over het paviljoen lees. Hup hosanna hoera, zo is het idioom in deze donkere tijd.

Op uit de gevel stekende planken staan met LED-licht woorden geprojecteerd, in het Engels en het Arabisch. Het zijn gedichten, zo lees ik uit een toelichting door architecte Es Devlin. Niet geschreven door mensen, maar ontsproten aan kunstmatige intelligentie. 

De digitale gevelpoëzie wil, aldus Devlin, de aandacht vestigen op de groeiende rol van algoritmes in de samenleving – een verschijnsel dat ons niet was ontgaan. De LEDS zijn ontwikkeld in België en geproduceerd in China. De dichterlijke algoritmes komen, even vanzelfsprekend, uit California. Het hout is afkomstig uit Oostenrijkse en Italiaanse bossen. Bij de opening sprak Devlin grote worden over de betekenis van die digitale dichtkunst. Ik snapte er geen biet van. 

Het interieur van de kegel wekt de indruk dat je je binnenin een boom bevindt. Het paviljoen is opengesteld voor publiek – maar er is geen tentoonstelling. Het gedichtenpaviljoen is leeg, het is er stil. Het gebouw is de boodschap. 

Hoe zou het eraan toe gaan, binnenin een boom? Sinds Peter Wohlleben weten we dat bomen kunnen voelen en communiceren, en dat ze er daarvoor ingewikkelde, door mensen niet te doorgronden systemen op nahouden. Net als dieren dus, en mensen. Wetenschappers wuiven dat inzicht weg. Toch is er sprake van een toenemende empathie voor bomen, en dan doel ik niet op het opgelegd pandoer van het Glasgow-akkoord waarin is afgesproken dat de wereldwijde ontbossing vóór 2030 moet stoppen. Belanghebbenden zoals planten en dieren –  wat te zeggen van kinderen, trouwens – zijn in Glasgow niet gecontacteerd.

Of bomen kunnen communiceren? Nou en of. Als bruggen, als huizen, als meubels, als kranten, als noem-maar-op. Tot lang na de kap spreken ze ons toe. Hun boodschap is met de jaren ernstiger geworden; het ligt aan ons dat we die niet horen. 

Toch is er (een teken van zwakte, ik weet het) hoop. Op 4 juni 2019 liet moeder natuur een storm over Eindhoven razen waarbij zo’n  2000 bomen het loodje legden. Ze werden compleet verrast, aldus de verklaring van een bomendeskundige, de wind kwam uit een andere richting. Hoge bomen vangen veel wind, dat zei hij ook nog. En dat de gemeentelijke groendienst er nu een nieuwe functie bij had gekregen: die van begrafenisondernemer.

Daar dachten ontwerpers Lonny van Ryswyck en Nadine Sterk van Atelier NL heel anders over. Ze lieten de gesneuvelde bomen in de lengte doorzagen en stapelden de planken tot zitbanken. Vier maanden later, tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven, stalen ze er de show mee.

Intussen staat een gestileerde versie van hun boombank in musea in Venlo en Nijmegen. Ik bel Lonny met de vraag hoe dat zit. Ze vertelt dat de adoptie van hun eerste boombanken, na de storm van twee jaar geleden, een succes was, en dat uit de opbrengst daarvan voor elke gesneefde boom een nieuwe kon worden geplant.

De gladgeschuurde versie die nu in de musea staat is de blikvanger van hun nog steeds uitdijend project. Op plaatsen waar bomen moeten wijken voor wegen en stoepen komen boombanken, zegt Lonny.  Zo kan het debat over rol en functie van bomen tot in de wijken worden gevoerd. Er is de site wildhout.com voor bomen en hun verhalen. Er is een kaart, er zijn wandelroutes en podcasts. En er is een samenwerking met een coöperatie die zich bezighoudt met bosbeheer.

Ze moesten maar een boombank plaatsen, ginder in Dubai, pal tegenover het Britse paviljoen. Er een paar dichtbundels bijleggen. En na de Expo, als het gebouw wordt afgebroken om elders te worden heropgebouwd, is een tweede leven als bibliotheek misschien wel een idee. Dode bomen ontmoeten dode bomen. Laat die woorden op de gevels dan gerust weg. Een goed gebouw spreekt voor zichzelf. 

WIDO SMEETS

foto’s EPA/ZOUTmagazine