Ik ben gevraagd een preek te houden, beste lezers. Een toespraak in een heuse kerk, een stichtelijk woord, met een boodschap, en zelfs goede raad voor de toekomst. Nee, het is niet de bedoeling om in mijn vrije tijd religieuze uitstapjes te maken; op verzoek kom ik met een verhandeling over design, liefst met een licht filosofische strekking. En met een geruststellende borrel na, tijdens welke nog eens nagepraat kan worden over de geboden gedachten. 

We weten allemaal hoe de kerken de laatste jaren zijn leeggelopen, met zelfs een negatieve bijbetekenis van het woord preek tot gevolg. Te belerend, te eenzijdig en te rigide over godsdienstige beleving. Maar omgekeerd groeiden in de tijd van neergang juist de lezingenavonden in bibliotheken en bloeiden de cursussen zingeving. 

Zowat niemand wilde in een Gerrit Rietveld-huis wonen

Bij mij is wel eens de gedachte gepasseerd of de musea niet de nieuwe kerken zijn. In onze business doen we er soms alles aan om rust en bespiegeling in te ruilen voor bezoekersaantallen, ballenbakken en sponsorbanketten. Sterker nog, bij sommige musea met pak-‘m-beet dj’s bij 17de-eeuwse schilderijen, krijg ik wel eens de laffe bijsmaak van de beatmis, die in de zestiger jaren de kerk zou gaan redden. Toch hou ik vol dat musea geschapen zijn om spiritualiteit te beleven en bij uitstek de plek zijn om ons bestaan en onze samenleving te overpeinzen. 

Laat Dominee De Rijk vast een tipje van de sluier oplichten. Aan de hand van design zal hij in zijn Preek van de Leek proberen te achterhalen wie wij denken dat we zijn. Voor minder doet hij het niet. En hoe het komt dat we denken dat Mondriaan en De Stijl de perfecte verbeelding van onze volksaard zijn, maar dat tegelijkertijd zowat niemand in een Gerrit Rietveld huis wilde wonen. Vragen tijdens de borrel graag. U bent allen van harte welkom. 


Dit artikel is onderdeel van &PAPER en valt buiten de verantwoordelijkheid van de ZOUT hoofdredactie.