De Luddieten, een groep van activisten die fabrieken saboteerden en machines vernielden, wezen in de 19e eeuw al op de ontwrichtende werking van de massaproductie. Op zijn manier deed Karl Marx met zijn Verelendungstheorie hetzelfde. Maar de vooruitgang, te goede of te kwade, wacht op niemand. Wat resteert, zijn de relieken van de vergane tijd.

De Hongaarse kunstenaar István Csákány maakte vorig jaar voor Documenta 13 in Kassel een naaiatelier op ware grootte. Twee rijen naaimachines met een gangpad ertussen, helemaal opgetrokken uit (grenen)hout, een megaklus. Opgesteld in een lege loods bij het station trok het ruim vijftig vierkante meter grote werk, met de toepasselijke titel Ghost Keeping, daar veel bekijks. In het Bonnefantenmuseum fungeert het nu als trekpleister voor de tentoonstelling Beating Around the Bush#1, een mix van recente en voorgenomen aankopen met werken uit de collectie.

Het is een moedige en kwetsbare expositie, zoals de beeldende titel (vrij vertaald: talmen, eromheen draaien) al aangeeft. Niets zo hachelijk als het opbouwen van een museale collectie hedendaagse kunst die geacht wordt iets te vertellen over de tijd waarin we leven. Ja, over veertig jaar, als de geschiedenis zijn schiftende werking heeft gedaan, is het peace of vake. Maar in het hier en nu?

Bij de vaak moeilijk ontsluitbare hedendaagse kunst is het bieden van context onmisbaar. Maar hoe ver ga je daarin? En met welke woorden? Eén zin uit de uitleg bij Ghost Keeping gaat als volgt: “Het verdwijnen van de industriële productie en de bijbehorende economisch-culturele context riep het parallelle idee op van een tijdperk waarin de kapitalistische utilitaire industrie en de culturele consensus die deze ondersteunt zouden worden tenietgedaan door een paradigmaverandering die ook deze gangbare kunstopvatting en de daarmee samenhangende instellingen ondersteboven zou gooien.”

Gelukkig vergoedt het gebodene van Beating Around the Bush#1 veel, zo niet alles. Wat is het spijtig dat de meeste van deze werken normaliter staan te verpieteren in het depot. En wat is het jammer dat het plan van het Bonnefanten om uit te breiden met een Schaulager, een depot waar de collectie permanent te zien is, een paar jaar geleden door de politiek is afgeschoten.

foto’s Pascale Leenders

Beating Around the Bush omvat werk van kunstenaars die de waarneembare werkelijkheid als uitgangspunt nemen, zoals als István Csákány, en kunstenaars die de werkelijkheid in hun hoofd exploreren. Hier en daar komt een toefje metafysica voorbij, het bovennatuurlijke waarvan we hooguit een vermoeden hebben. Zonder statistische wijsneuzerij vermoed ik dat de eerste groep hier in de minderheid is. Wat zou het, denk ik, wanneer ik vervolgens ontdek dat de tekeningen van Hans Lemmen eindelijk het Bonnefanten hebben gehaald. Wie zich vier jaar geleden afvroeg waarom het Bonnefanten Sandra Vásquez de la Horra met haar pentekeningen uit Zuid-Amerika liet komen, terwijl op nog geen tien kilometer van het museum Hans Lemmen in hetzelfde idioom werk maakt dat minstens zo goed is, komt hier aan zijn trekken. Beating Around the Bush toont hen allebei. Kijk en vergelijk.

Lemmen is een kunstenaar die al tekenend onnavolgbare scenes uit zijn hoofd pulkt en zo gestaag bouwt aan een particuliere mythologie. Net als Mark Manders, van wie het Bonnefanten onlangs Mind Study 2010-2011 aankocht, het pièce de résistance van zijn presentatie op de Biënnale van Venetië vorig jaar. De sculpturale tafel met boegbeeld staat hier tussen perspectiefcorrecties van Jan Dibbets, een hachelijke combinatie.

Een stuk verder valt op hoe gemakkelijk een jonge kunstenares als Keetje Mans overeind blijft in een zaal met oude rotten als Anselm Kiefer, Piet Killaars en Toon Verhoef. Ogenschijnlijk onverstoorbaar schildert Mans een volstrekt eigen universum bij elkaar en ontwikkelt tegelijkertijd een onmiskenbaar eigen touché. Hoe verder ze zich afdroomt van plaats, tijd en ruimte, hoe overtuigender haar werk wordt.

Het meest indrukwekkende tromgeroffel van Beating Around the Bush komt uit een andere museumvleugel, waar het zware ketelwerk van Mark Manders ligt uitgestald voor het reusachtige, in zwart-, wit- en grijstinten geschilderde Thingly Character VIII van Helen Verhoeven. Zo bedreigend moet de onttoverde wereld van de Luddieten indertijd hebben aangevoeld.

Beating Around the Bush #1. Van 14 februari t/m 13 april in het Bonnefantenmuseum in Maastricht.

www.bonnefanten.nl