Verdriet onder het vergrootglas
Bijna een jaar na haar onderscheiding met de Kunstprijs van de stad Düsseldorf toont Marlene Dumas haar nieuwste werk in het Museum Kunstpalast in die stad. Een eervolle onderneming voor het Duitse museum, want het gelijktijdige mid-career retrospectief van deze grande dame van de internationale schilderkunst is in handen van het LA Museum of Contemporary Art en het MoMA in New York – niet de minste Amerikaanse musea. Kort daarvoor waren er al overzichtstentoonstellingen in Kaapstad, Johannesburg en Tokyo, en bezorgden enkele Londense veilingsuccessen haar het predicaat ‘best verkopende vrouwelijke kunstenaar’van het moment.
Al haar schilderijen zijn verkocht voordat ze gemaakt zijn, zó gewild is de sinds 1976 in Amsterdam woonachtige Marlene Dumas (Kaapstad, 1953). De presentatie van haar werk in Düsseldorf is ingebed in de groots opgezette expositie Diana und Actaeon: Der verbotene Blick auf die Nacktheit , met werk van meer dan 200 kunstenaars uit zeker zes verschillende eeuwen. Uitgangspunt van deze kunsthistorische krachttoer is de door Ovidius opgetekende Griekse mythe van de jager Actaeon, die de wonderschone Diana, godin van de jacht, met haar nimfen naakt ziet baden. Terstond verandert de ziedende Diana hem in een hert, waarop de arme Actaeon in zijn vlucht wordt verslonden door zijn eigen honden. Voor de hoofdtentoonstelling is dit thema, dat veel en verschillend in de kunst verbeeld is, opgerekt tot dat van de verboden blik op het menselijk naakt, en daarmee tot het zien en gezien worden, tot voyeurisme en exhibitionisme, tot verlangens en kuisheid, en natuurlijk tot erotiek.
Het zijn de onderwerpen bij uitstek waar Marlene Dumas zich in de jaren negentig mee bezig houdt. Meest duidelijk is dat in het project Stripping Girls met fotograaf Anton Corbijn tussen 1998 en 2000. Gewapend met camera’s struinden Dumas en Corbijn de Amsterdamse stripclubs en peepshows af om de vrouwen-in-actie vast te leggen. Op basis van haar polaroids schilderde Dumas een hele serie naaktdanseressen op rauwe, confronterende wijze. In Caressing the Pole (2000) bijvoorbeeld, dat onderdeel is van de hoofdtentoonstelling, wordt het hele beeldvlak gevuld met het frontale lichaam van de paaldanseres, wiens bleke huid domineert. De aanblik van het geheel is ambigu: de vrouw is agressief , kwetsbaar, intiem en uitdagend tegelijk.
Die meerduidigheid is tekenend voor het hele oeuvre van Dumas, waarin altijd de mens centraal staat, als naakt of in portret. Opzettelijk geeft zij haar onderwerp in verschillende leeftijden, in verschillende rassen en vanuit verschillende bronnen weer. “Tweedehands” noemt ze haar creaties wel, omdat ze letterlijk ontleend zijn aan bestaande nieuwsfoto’s, prentbriefkaarten, filmbeelden of familiekiekjes. Maar realistisch zijn de schilderijen van Miss Interpreted, zoals de documentaire over Dumas werd getiteld, nooit. Het gaat haar niet om een gelijkenis met de geportretteerde, maar om universele, menselijke gevoelens als heimwee, kwetsbaarheid, angst of erotiek.
Zo ook in Marlene Dumas: Magnetic Fields, de presentatie van tien nieuwe werken in Düsseldorf, waar niet de erotiek, niet de verlangens, maar een tomeloos verdriet overheerst. Dat lijkt wat vreemd naast al die steelse blikken op het nabijgelegen naakt. Maar tussen de behuilde vrouwenkoppen is wel degelijk wat naakt te bespeuren, zij het in de wat curieuze vorm van twee kleinere, abstract aandoende werken. Dit moet een knipoog zijn naar Courbet (die in 1866 in het doek L’origin du Monde uiterst realistisch het onderaanzicht van de vrouwelijke genitaliën schilderde), en is natuurlijk geïnspireerd op die verboden blik waar de hoofdtentoonstelling in het Kunst Palast om draait.
In de titels van de overige werken geeft Dumas veel referenties prijs. Dora Maar (Picasso’s model voor zijn Huilende vrouw serie) en de filmtitels Hiroshima Mon Amour en Sleeping with the Enemy (waarin gekwelde vrouwen een hoofdrol spelen) passeren de revue, en er wordt gehint naar de filmsterren Marilyn Monroe, Margaux Hemingway en Romy Schneider die er stuk voor stuk een turbulent leven vol echtscheidingen, drugs en alcohol op nahielden en een tragische dood vonden. Ook de Griekse godin Io en Dumas’ dochter Helena komen in de titels voor. Het menselijke lijden overstijgt alle historische, culturele en sociale grenzen, dat maakt Dumas wel duidelijk. Maar – anders dan in eerder werk – wijst de kunstenaar ook op een heel persoonlijk leed. Dumas’ moeder overleed een jaar geleden. Dit zijn de beelden die zich aan haar opdringen, die zich vastklemden en geschilderd moesten worden.
En dat schilderwerk, dat is voortreffelijk. Hoewel de verf dun wordt aangebracht, het doek of pastelkrijt vaak zelfs zichtbaar blijft, is er altijd die enorme gelaagdheid. Neem het doek Sad Romy: de onpeilbare diepte van het verdriet lijkt in de huid geschreven, compleet met verfdruppels als tranen. Dumas bereikt dat door de verf steeds af te deppen. Zachte, wazige, als door tranen geschilderde delen worden afgewisseld met donkere, bijna ononderbroken lijnen voor een oor, een oog, een omtrek. Tel daar de vervreemdende uitsneden, een rijk geschakeerd, bovenal gedurfd palet en de toch wel intieme inkijk in Dumas’ gemoedstoestand bij op en er is genoeg om tijdelijk versteend te staan, zoals Actaeon bij de aanblik van Diana.
Diana und Actaeon: Der verbotene Blick auf die Nacktheit en Marlene Dumas: Magnetic Fields. Museum Kunst Palast, Düsseldorf, van 25 oktober t/m 15 februari 2009. www.museum-kunst-palast.de