Met Club Céramique probeert NAiM / Bureau Europa te doorgronden wat zich achter de muren van de woningen in Céramique afspeelt. Is het er echt een beetje saai of lijkt het alleen maar zo? In Club Céramique staat een keer niet de veelbesproken architectuur centraal, maar de bewoners en het ‘sociaal kapitaal’ dat ze hebben opgebouwd. Welkom bij de workshop cocktail-shaken en de cursus ‘hoe richt ik mijn balkon in’.
door Duncan Liefferink
Gewoond én gewerkt moest er worden. Daar wisten architecten Jo Janssen en Wim van den Bergh wel raad op. Met Piazza Céramique, gelegen achter het kantoor van Rijkswaterstaat, ontwierpen ze een complex met appartementen met gescheiden ingangen voor wonen en werken. In enkele gevallen zijn de twee functies helemaal uit elkaar gehaald, dan woon je op de ene en werkt op een andere verdieping.
“Een groot deel van de na-oorlogse Nederlandse architectuur heeft één vastgelegde functie”, licht Jo Janssen toe. “Woningen, een gemeentehuis, een school, noem maar op. Veel van die gebouwen zijn nu slooprijp, omdat ze niet kunnen worden aangepast aan veranderende behoeften. Maar neem de herenhuizen van rond 1900, bijvoorbeeld langs de Maastrichtse singels of in Wyck. Die zijn gebouwd als woning voor een familie met een bediende, maar doen nu dienst als tandartspraktijk, als kantoor of als crèche! Die multifunctionaliteit hebben we in Piazza Céramique gezocht. In de stad kun je dat niet doen door vrije kavels uit te geven, maar door het aanbod van woningen divers en flexibel te maken.”
En inderdaad: vier jaar na oplevering huisvest Piazza Céramique een waaier aan professionele thuiswerkers. Daarnaast zijn er ‘pure’ woonappartementen en een paar zelfstandige werkruimtes – waaronder die van Jo Janssen zelf. Het ontwerp van het gebouw is bovendien zo dat de appartementen relatief gemakkelijk aan ander gebruik kunnen worden aangepast. Zo kwam een bewoner met het plan om het werkgedeelte geschikt te maken voor bewoning door een verzorger vanwege de hulpbehoevendheid van de hoofdbewoner. Een idee naar Janssens hart. “Niet alleen Piazza Céramique”, benadrukt hij, “maar ook de meeste andere gebouwen in de wijk verbergen een veel grotere diversiteit aan woningen en woonvormen dan de buitenkant doet vermoeden. Het masterplan van Jo Coenen geeft daartoe ook alle ruimte.”
Toch is dit niet het beeld van Céramique dat in Maastricht overheerst. Misschien komt het door de ligging, enigszins afzijdig van het oude centrum, misschien door de ongenaakbare gevels van de Stoa, de Cortile, de Fortezza en al die andere gebouwen met hun exotische namen, misschien zelfs door de wind die op herfstige dagen door de lange, rechte straten jaagt, maar de gemiddelde Maastrichtenaar lijkt Céramique vooral te zien als een reservaat van welgestelde ouderen waar behalve de bibliotheek en de Albert Heijn weinig te beleven valt.
“Je kunt je afvragen hoe dat zit. Gebeurt er echt niets in Céramique of zien wij het niet?”, zegt Loes van Oort van het in de Wiebengahal gevestigde NAiM / Bureau Europa. Daar, aan de ‘zuidknoop’ van de wijk, maar vooral ook in de buurt zelf zal de komende maanden iets van het verborgen leven van Céramique worden onthuld. “De aandacht voor Céramique gaat vaak in de eerste plaats uit naar de architectuur, naar het stedenbouwkundige ontwerp van Jo Coenen en naar de gebouwen van grootheden als Aldo Rossi en Álvaro Siza”, vervolgt Van Oort. “Terecht natuurlijk. Die kant zal ook uitgebreid aan bod komen tijdens het Vesteda-congres in januari ter gelegenheid van de bouwkundige voltooiing van de wijk. Maar wij zijn ook geïnteresseerd in de ‘zachte’ kant van Céramique. Wat stond de ontwerpers voor ogen toen ze hun eerste schetsen van de wijk maakten? Wie wonen er nu en welk ‘sociaal kapitaal’ is er opgebouwd? En hoe zal de wijk zich in de toekomst ontwikkelen?”
Op het moment dat ik Van Oort spreek, begin november, zijn de plannen van Bureau Europa nog niet helemaal uitgekristalliseerd, maar een architectuurexpositie in de gebruikelijke zin van het woord wordt het niet. Directeur Guus Beumer en zijn team hebben bedacht dat de Wiebengahal het middelpunt moet gaan vormen van een heuse Club Céramique, waar bewoners en bezoekers, ontwerpers en plannenmakers elkaar kunnen ontmoeten. Omdat Bureau Europa zelf is gevestigd op Céramique, kan dit geen gewone tentoonstelling zijn, hield Beumer zijn medewerkers voor: “We moeten niet representeren maar iets zijn in de wijk.”
“Het is de bedoeling de benedenverdieping van de Wiebengahal om te bouwen tot een echte club”, vertelt Van Oort, met de plattegrond van Céramique als onderlegger. De ruimtes van de ‘club’ verwijzen op een abstracte manier naar de gebouwen van de wijk, vrij naar de film Dogville van Lars von Trier. Van Oort: “We zullen er lezingen en discussies organiseren, maar ook een workshop cocktail-shaken of een korte cursus over het inrichten van balkons en daktuinen. De eerste ideeën van de ontwerpers van de wijk tonen we in een aparte ruimte, een soort herenkamer met clubfauteuils. Maar we hebben bijvoorbeeld ook het meubilair dat Álvaro Siza heeft ontworpen voor het penthouse van zijn toren aan Plein 1992. Ook dat laat iets zien van de ideeën die de architecten hadden over de wijk en de toekomstige bewoners.”
Voor een verkenning van de huidige stand van zaken in Céramique trekt Club Céramique daadwerkelijk de wijk in. Fotograaf Carmen Freudenthal en stylist Elle Verhagen hebben de opdracht gekregen de interieurs van een aantal appartementen vast te leggen. Het duo is afkomstig uit de modewereld en bekend geworden met video’s en reportages die op een speelse, humoristische manier net iets meer van de werkelijkheid laten zien dan een puur registrerende benadering. Hun foto’s komen op grote borden in de onmiddellijke nabijheid van de appartementen. Zo wordt voor de toevallige passant een klein stukje Céramique bijna letterlijk binnenstebuiten gekeerd. Om de mensen zelf in beeld te brengen, is fotograaf Willem Verhaeg gevraagd een serie portretten te maken van bewoners met hun hobby’s.
Daarnaast wordt gewerkt aan een wandelroute waarbij enkele woningen worden opengesteld voor bezoekers. De route zal ook aandacht geven aan de tuinen van de wijk. “Het is weinig mensen bekend dat de meeste binnentuinen op Céramique geheel of gedeeltelijk openbaar zijn” zegt Van Oort. “Die tuinen geven weer een andere kijk op de architectuur én op het sociale leven in de wijk.” Studenten van de Maastrichtse academies Beeldende Kunsten en Bouwkunst, aangevuld met studenten uit Aken, Hasselt en Luik zullen een workshop mapping volgen. Van Oort: “Ook hierbij staat het ‘sociaal kapitaal’ van de wijk centraal.”
En dan de toekomst: hoe ziet de wijk er over tien, twintig jaar uit? Moeilijk te verbeelden natuurlijk, maar je kunt er wel over van gedachten wisselen. Op het programma van Bureau Europa staan ontmoetingen met – uiteraard – Jo Coenen, maar ook bijvoorbeeld met een stadssocioloog en met bewoners. Én met architect Jo Janssen, die het gebruik van zijn Piazza Céramique met grote belangstelling volgt en middels een fotocollage een blik in de toekomst zal werpen. “Wat mij betreft heeft een hele verdieping van het complex over twintig jaar een museale bestemming”, zegt hij uitdagend. “Misschien zit er wel een school in!”
Club Céramique, van 30/11 t/m 13/2 2011 in NAiM /Bureau Europa, Maastricht.